Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Enschede
Zaaknummer : 10751969 CV EXPL 23-3735
Vonnis van 20 februari 2024
in de zaak van
de Onderlinge Waarborgmaatschappij
DSW Zorgverzekeraar U.A.
DSW Zorgverzekeraar U.A.
gevestigd en kantoorhoudende te Schiedam,
eisende partij, hierna te noemen DSW,
gemachtigde: GGN Mastering Credit B.V., hierna te noemen: GGN,
tegen
[gedaagde],wonende te [woonplaats],
gedaagde partij, hierna te noemen [gedaagde],
procederend in persoon.
1.De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding,
- een schrijven van de zijde van [gedaagde], aangemerkt als conclusie van antwoord,
- de conclusie van repliek,
- een schrijven van de zijde van [gedaagde], aangemerkt als conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is aan partijen medegedeeld dat vonnis zal worden gewezen.
2.Samenvatting
[gedaagde] moet eigen risico betalen en DSW heeft in verband hiermee twee nota’s van € 54,15 aan [gedaagde] toegestuurd. [gedaagde] heeft de nota’s niet betaald. [gedaagde] voert geen inhoudelijk verweer tegen de vordering van DSW. Daarom wijst de kantonrechter het gevorderde toe.
3.Het geschil
de vordering
3.1
DSW vordert de veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 162,03, vermeerderd met de wettelijke rente over € 108,30 vanaf de dag van dagvaarding tot de dag van betaling. Tevens vordert zij veroordeling van [gedaagde] in de kosten van het geding.
3.2
DSW voert daartoe aan dat zij en [gedaagde] een zorgverzekeringsovereenkomst hebben gesloten. Daarnaast moest [gedaagde] voor genoten zorg eigen risico betalen. Op 28 maart 2022 heeft DSW een nota eigen risico ad € 54,15 aan [gedaagde] toegestuurd. Ook op 26 juli 2022 is een nota eigen risico ad € 54,15 aan [gedaagde] toegestuurd. [gedaagde] moet dus in totaal € 108,30 aan DSW betalen.
[gedaagde] heeft de nota’s ondanks aanmaning niet betaald. Daarom zag DSW zich uiteindelijk genoodzaakt om [gedaagde] te dagvaarden.
DSW voert ook aan dat zij recht heeft op verzuimrente en de buitengerechtelijke incassokosten, omdat [gedaagde] niet heeft betaald. De buitengerechtelijke incassokosten bedragen € 48,40, inclusief BTW.
het verweer
3.3
[gedaagde] heeft stukken in het geding gebracht die de kantonrechter als verweer heeft aangemerkt.
4.De beoordeling
Hoofdsom
4.1.
DSW heeft voldoende aangetoond dat zij een bedrag van € 108,30 van [gedaagde] te vorderen heeft. DSW heeft [gedaagde] op 28 maart 2022 en op 26 juli 2022 brieven toegestuurd met het verzoek de verschuldigde bedragen te betalen. Omdat [gedaagde] niet betaalde, heeft DSW [gedaagde] op 2 november 2022 ook nog een veertiendagenbrief toegestuurd. [gedaagde] heeft op zijn beurt geen inhoudelijk verweer gevoerd. De hoofdsom van € 108,30 wordt daarom toegewezen. Omdat [gedaagde] te laat is met betalen, wordt ook de wettelijke rente over dit bedrag worden toegewezen.
Incassokosten
4.2.
De termijn om zonder incassokosten de hoofdsom te betalen is in ieder geval verstreken en daarom moet [gedaagde] ook de incassokosten van € 48,40, inclusief BTW betalen.
Proceskosten
4.3.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten worden begroot op:
- dagvaarding € 106,73
- griffierecht € 128,00
- salaris gemachtigde € 80,00 (2 punten × tarief € 40)
- nakosten €
20,00
20,00
Totaal € 334,73
5.De beslissing
De kantonrechter
5.1
veroordeelt [gedaagde] om, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, aan DSW te voldoen een bedrag van € 162,03, vermeerderd met de wettelijke rente over € 108,30 vanaf de dag van dagvaarding tot de dag van betaling
5.2.
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van de procedure, begroot op € 334,73
5.3
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M.S. Kuipers, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 20 februari 2024.