ECLI:NL:RBOVE:2024:907

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
20 februari 2024
Publicatiedatum
20 februari 2024
Zaaknummer
10772427 \ CV EXPL 23-3961
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van overeenkomst van aanneming van werk en schadevergoeding na tekortkomingen in uitvoering

In deze zaak heeft eiseres een overeenkomst van aanneming van werk gesloten met gedaagde voor het verleggen van een warmwaterleiding in haar woning. Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden heeft gedaagde een koudwaterleiding geraakt, wat heeft geleid tot waterschade in de woning van eiseres. Eiseres heeft gedaagde aansprakelijk gesteld voor de schade en vordert ontbinding van de overeenkomst en schadevergoeding. De kantonrechter heeft vastgesteld dat gedaagde toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst. Eiseres heeft gedaagde in de gelegenheid gesteld om de schade te herstellen, maar gedaagde heeft hier niet op gereageerd, waardoor hij in verzuim is geraakt. De kantonrechter heeft de overeenkomst ontbonden en gedaagde veroordeeld tot betaling van de schadevergoeding, buitengerechtelijke kosten en proceskosten. De totale schadevergoeding is vastgesteld op € 8.269,27, met bijkomende kosten voor buitengerechtelijke en expertisekosten. De kantonrechter heeft de vorderingen van eiseres grotendeels toegewezen en gedaagde in de proceskosten veroordeeld.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Enschede
Zaaknummer : 10772427 \ CV EXPL 23-3961
Vonnis van 20 februari 2024
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats 1],
eisende partij,
hierna te noemen: [eiseres],
gemachtigde: mr. S.A.M. Lageschaar, verbonden aan Stichting Univé Rechtshulp,
gevestigd en kantoorhoudende te Assen,
tegen
[gedaagde],
handelend als eenmanszaak onder de naam
[eenmanszaak]
wonende en zaakdoende te [woonplaats 2],
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde],
procederende in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 7 november 2023,
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling na antwoord d.d. 23 januari 2024;
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] heeft met [gedaagde] een overeenkomst van aanneming van werk gesloten, inhoudende het verleggen van een warmwaterleiding van de cv-ketel op de eerste verdieping, naar de badkamer op de tweede verdieping van de woning van [eiseres].
2.2.
[gedaagde] is op 12 juli 2022 begonnen met de werkzaamheden. [gedaagde] heeft tijdens het werk een gat in het plafond van de verdiepingsvloer geboord. [gedaagde] heeft tijdens het boren een koudwaterleiding geraakt, waardoor er waterschade aan de muren, plafond en vloer in de cv-ruimte is ontstaan.
2.3.
Op 13 juli 2022 heeft [gedaagde] de beschadigde koudwaterleiding afgedopt, hetgeen de lekkage niet heeft verholpen. Om de oorsprong van de lekkage te kunnen vinden, heeft [gedaagde] op dezelfde dag de badkamervloer opengebroken. Hierna is gebleken dat [gedaagde] tijdens de boorwerkzaamheden zowel de afvoerbuis van de wastafel als de afgedopte koudwaterleiding heeft geraakt.
2.4.
Op 20 juli 2022 heeft [gedaagde] de nieuwe warmwaterleiding aangelegd en de badkamervloer gedicht met cement.
2.5.
[eiseres] heeft een verslag gemaakt van de gebeurtenissen, welke verslag door [gedaagde] op 21 juli 2022 mede is ondertekend. In de rapportage is onder meer opgenomen:|
[… .]
Totale schade:CV-ruimte:
-
aan de muur waterschade en viezigheid. [… .]
-
Plafond stukken afgebroken en gaten. [… .]
-
De binnenmuur aan de buitenzijde van de ruimte is ook vies en beschadigd geraakt [… .]
Badkamer 2e verdieping
-
Vloer is opengebroken en daarna gedicht met cement. Tegelwerk is kapot gebroken. [… .]
Woonkamer:
-
Waterschade aan plafond en muur op meerdere plekken [… .]
-
Naden van laminaat staat omhoog. [… .]
2.6.
Op 22 juli 2022 e-mailt [eiseres] aan [gedaagde] onder meer het navolgende:
[… .]
Hierbij stel ik je aansprakelijk voor de schade die ik geleden heb in mijn koopwoning aan de [adres] naar aanleiding van de loodgietersklus die jij hebt uitgevoerd welke gestart is op 12 juli en geëindigd is op 21 juli.
Het getekende document heb ik je op 21 juli overhandigd. [… .]
[… .]
2.7.
Op 10 augustus 2022 schrijft [gedaagde] aan [eiseres] onder meer het navolgende:
[… .]
We willen u op de hoogte stellen over de wijze waarop we de schade willen herstellen.
[… .]
We willen de werkzaamheden z.s.m. aanpakken uiteraard in overleg met u. [… .]
2.8.
Op 2 november 2022 bericht de rechtsbijstandsverzekeraar, hierna Univé, van [eiseres] aan [gedaagde] onder meer het navolgende:
[… .]
Cliënte heeft schade geleden tijdens de uitvoering van de overeenkomst
[… .]
U bent aansprakelijk voor de geleden schade
[… .]
Cliënte kiest ervoor om niet in te gaan op uw voorstel
Uit uw voorstel van 10 augustus jl. maak ik op dat uzelfeen aantal schadeposten van cliënte wil herstellen.
[… .]
Graag ziet cliënte dat de schademelding doorgezet wordt naar uw verzekeraar.
[… .]
Cliënte heeft de schade geïnventariseerd
De schade van cliënte komt neer op een bedrag van € 18.602,46. De offerte en de specificatie van deze kosten, heb ik als bijlage 1 en 2 aan deze brief gehecht.
[… .]
2.9.
Op 29 november 2022 schrijft [gedaagde] aan Univé onder meer het navolgende:
[… .]
Met de schade m.b.t. bovengenoemd dossier kan ik u mededelen dat door mijn boekhouder de verzekering is opgezegd per 1-1-2022 [… .]
U heeft daarentegen een offerte laten opstellen waar ik mijn verbazing over uitspreek en het zou kenmerken als onvoorstelbaar absurd. [… .]
2.10.
Op 7 december 2022 kondigt Univé een deskundigenonderzoek aan en wordt [gedaagde] uitgenodigd om bij het onderzoek op 9 januari 2023 aanwezig te zijn. [gedaagde] geeft te kennen bij het onderzoek niet aanwezig te zijn. In een gedetailleerd bouwtechnische rapportage zijn de directe (herstel-)kosten en de gevolgschade begroot op respectievelijk een bedrag van € 794,98 en een bedrag van € 12.315,80, inclusief btw.
2.11.
Op 4 september 2023 schrijft Univé aan [gedaagde] onder meer het navolgende:
[… .]
Op 2 mei 2023 heeft mijn collega [… .] u een e-mailbericht gestuurd met het verzoek om in onderling overleg tot een oplossing te komen [… .].
Ook was het uw laatste kans om vervolgstappen te voorkomen. [… .] U hebt deze kans laten liggen en aangegeven dat u niet weet hoe u cliënte tegemoet moet komen. U verkeert daardoor in verzuim. De huidige stand van zaken is dat u, ondanks diverse verzoeken van cliënte, niet bent gestart met herstelwerkzaamheden. Ook bent u niet overgegaan tot vergoeding van de gevolgschade.
Ontbinding
Vanwege de tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst en het ingetreden verzuim, ontbindt cliënte de overeenkomst. Door de tekortkoming in het werk heeft cliënte schade geleden welke u gehouden bent te vergoeden.
[… .]

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert - samengevat - dat de kantonrechter:
voor recht verklaart dat de tussen [eiseres] en [gedaagde] gesloten overeenkomst met het schrijven van 4 september 2023 (buitengerechtelijk) is ontbonden;
althans de tussen partijen gesloten overeenkomst ontbindt;
en
dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt om aan [eiseres] te betalen een bedrag van:
€ 13.110,78, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag, ter zake schadevergoeding;
€ 906,10, ter zake buitengerechtelijke kosten;
€ 980,10, ter zake onderzoekskosten;
alsmede dat de kantonrechter:
[gedaagde] veroordeelt in de kosten van deze procedure;
ten aanzien van het gevorderde onder a t/m f een zodanige beslissing te neemt, die zij redelijk acht.
3.2.
[gedaagde] verweert zich tegen de vordering van [eiseres].
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

met betrekking tot het tussenvonnis:

4.1.
Bij vonnis van 7 november 2023 heeft de kantonrechter een mondelinge behandeling bevolen. Deze mondelinge behandeling is gehouden op dinsdag 23 januari 2024. [eiseres] is in persoon verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. [gedaagde] is, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet ter mondelinge behandeling verschenen.
met betrekking tot de aansprakelijkheid
4.2.
Tussen partijen staat vast dat [gedaagde] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de verplichtingen voortvloeiende uit de overeenkomst van aanneming van werk tot het verleggen van een warmwaterleiding in de woning van [gedaagde]. Meer concreet heeft [gedaagde] tijdens de werkzaamheden een koudwaterleiding geraakt, waardoor er waterschade aan de muren, plafond en vloer in de cv-ruimte is ontstaan. [gedaagde] kan zich niet verschuilen achter het feit dat hij de plek waar is geboord, in overleg met [eiseres] heeft vastgesteld. [gedaagde] is in deze professional en hij had zich, alvorens te gaan boren, moeten vergewissen waar de leidingen in de vloer exact liepen. Door dit na te laten heeft hij een onverantwoord risico genomen en is hij aansprakelijk voor de veroorzaakte
(gevolg-)schade.
met betrekking tot de buitengerechtelijke ontbinding
4.3.
Onweersproken is door [eiseres] gesteld dat [gedaagde] bij e-mail van 2 mei 2023 in de gelegenheid is gesteld om in onderling overleg tot een oplossing te komen. [gedaagde] heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt, althans niet gereageerd. Op basis hiervan is de kantonrechter van oordeel dat [eiseres] er in redelijkheid van uit mocht gaan dat [gedaagde] de onderhavige kwestie niet wilde oplossen en [gedaagde] zodoende in verzuim is komen te verkeren. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat [eiseres] op goede gronden de tussen partijen bestaande overeenkomst bij brief van 4 september 2023 buitengerechtelijk heeft ontbonden.
met betrekking tot de geleden schade
4.4.
[eiseres] vordert van [gedaagde] betaling van een bedrag van € 13.110,78, als gevolg van de tekortkomingen in de uitvoering van de overeenkomst door [gedaagde]. Ter onderbouwing heeft [eiseres] een rapportage van 13 februari 2023 van het Expertise Bureau Noord in het geding gebracht. [gedaagde] kwalificeert het gevorderde bedrag aan (gevolg-)schade als absurd.
4.5.
Zoals aangegeven onderbouwt [eiseres] haar schadevordering met een rapportage van Expertise Bureau Noord. Dit bureau heeft de schade gedetailleerd vastgesteld op voornoemd totaalbedrag. De kantonrechter zal de schade vaststellen op het hierna te noemen bedrag, rekening houdend met de schadebeperkingsplicht waartoe [eiseres] gehouden is. De kantonrechter zal de kosten voor de ontruiming van het toilet, de bovenverdieping en de woonkamer beperken tot één bedrag van € 500,00, exclusief btw. De gevorderde vergoeding ad € 1.750,00, exclusief btw, voor vervangende woonruimte zal de kantonrechter achterwege laten, nu de noodzaak daartoe in redelijkheid niet aanwezig wordt geacht. Ook het begrote bedrag voor het tweemaal sausen van het plafond (37,5 m²) inclusief het voorbehandelen ad € 1.200,00 exclusief btw zal door de kantonrechter worden beperkt, mede in het licht van de ook opgevoerde algemene kosten. Een bedrag van € 750,00 exclusief btw acht de kantonrechter redelijk. Een en ander betekent dat de kantonrechter een bedrag van € 8.269,27, inclusief btw, aan schadevergoeding zal toewijzen. Dit bedrag is als volgt gespecificeerd:
totale directe kosten € 5.773,00
algemene bouwkosten 5%
€ 288,65
€ 6.061,65
algemene kosten 7%
€ 424,32
€ 6.485,97
winst + risico 5%
€ 324,30
€ 6.810,27
Car 0,35%
€ 23,84
€ 6.834,11
21% btw
€ 1.435,16
€ 8.269,27
========
met betrekking tot de buitengerechtelijk kosten
4.6.
De kantonrechter acht de vordering ter zake buitengerechtelijke kosten toewijsbaar en zal het toe te wijzen bedrag berekenen over het hiervoor toegewezen schadebedrag. Gebaseerd op het bepaalde in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten, is een bedrag van € 788,46 aan buitengerechtelijke kosten toewijsbaar, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf heden.
met betrekking tot de expertisekosten
4.7.
De kantonrechter is van mening dat [eiseres] op goede gronden heeft kunnen besluiten een deskundige in te schakelen om de door haar geleden schade ten gevolge van de tekortkoming aan de zijde van [gedaagde] te kunnen onderbouwen. Het is dan ook redelijk dat de hiermee gepaard gaande kosten ad € 980,10 voor rekening van [gedaagde] komen, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 18 oktober 2023.
met betrekking tot de proceskosten
4.8.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van deze procedure, inclusief de nakosten, worden veroordeeld, tot op heden aan de zijde van [eiseres] gevallen op € 1.324,13, - waarbij een gedeelte groot € 449,00 van het in rekening gebrachte griffierecht als nodeloos veroorzaakt voor rekening van [eiseres] zal worden gelaten - als volgt gespecificeerd:
  • dagvaarding € 133,13
  • griffierecht € 244,00
  • salarisgemachtigde € 812,00 (2 punten x tarief € 406,00)
  • nakosten
totaal € 1.324,13.
4.9.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
verklaart voor recht dat de tussen [eiseres] en [gedaagde] gesloten overeenkomst bij brief van 4 september 2023 is ontbonden;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiseres] te betalen:
  • € 8.269,27, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 oktober 2023 tot aan de dag van algehele voldoening;
  • € 788,46, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf heden tot aan de dag van algehele voldoening;
  • € 980,10, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 oktober 2023 tot aan de dag van algehele voldoening;
5.3.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres] gevallen op € 1.324,13, te vermeerderen met de wettelijke rente als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn voldaan tot aan de dag van algehele voldoening;
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M.S. Kuipers, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 20 februari 2024.
(PR(O)