3.2De beoordeling van de omvang van het wederrechtelijk verkregen voordeel
De rechtbank heeft kennisgenomen van het met deze vordering samenhangende strafdossier en het rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel.
De veroordeelde is onder meer veroordeeld voor het, in strijd met de CITES-basisverordening en de Vogelrichtlijn, verkopen van vogels. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft een berekening gemaakt van het voordeel dat de veroordeelde daarvan heeft genoten in de periode van 1 januari 2018 tot en met 25 oktober 2021.
Op basis van het onderzoek wordt het aantal door de veroordeelde in de onderzoeksperiode verkochte vogels geschat op 1.368:
CITES-vogels: 145
Vogelrichtlijn-vogels: 122
Overige vogels: 1.101
De verdediging heeft aangevoerd dat bij de berekening van het aantal verkochte vogels is uitgegaan van een te hoge omloopsnelheid. Uit de tapgesprekken, observaties en WhatsApp-berichten blijkt niet dat de veroordeelde in de dagen voor 25 oktober 2021 ruim 450 vogels heeft gekocht of geplaatst.
De rechtbank overweegt daarover als volgt. De veroordeelde heeft in de periode van
5 januari 2020 tot en met 11 oktober 2021 in totaal 157 advertenties op Marktplaats geplaatst waarin (vaak meerdere) vogels te koop werden aangeboden.
De woning van de veroordeelde is in de periode van 23 augustus 2021 tot en met 20 november 2021 geobserveerd. In die periode zijn 56 klanten langs geweest bij de veroordeelde. Ook is gebleken dat verdachte over een groot aantal vogels beschikte, die in het kader van dit onderzoek in beslag zijn genomen.
Verder heeft de veroordeelde in juli 2020 3.600 pootringen besteld.
Het totale aantal van 1.368 vogels komt neer op de verkoop van ongeveer 30 vogels per maand in de gehele onderzoeksperiode. Gelet op het aantal door verdachte geplaatste advertenties, afspraken met klanten en het aantal bestelde pootringen, acht de rechtbank aannemelijk dat de veroordeelde gemiddeld 30 vogels per maand verkocht, en dat hij in de gehele onderzoeksperiode 1.368 vogels heeft verkocht.
In aangetroffen agenda’s, tap- en WhatsAppgesprekken is melding gemaakt van inkoop- en verkoopprijzen van diverse vogels. Op basis daarvan is berekend dat de veroordeelde gemiddeld per vogel een brutowinstmaakte van:
CITES-vogels € 108,48
Vogelrichtlijn-vogels € 86,85
Overige vogels € 112,99
De totale brutowinst wordt daarmee geschat op € 78.651,--.
De rechtbank acht aannemelijk dat de veroordeelde kosten heeft gemaakt voor de dagelijkse verzorging van de vogels. De veroordeelde heeft geen inzicht gegeven in de hoogte van de voerkosten of de duur van het verblijf van de vogels bij de veroordeelde. De rechtbank sluit daarom aan bij de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 13 november 2018waarin de kosten van het voer voor grote vogels worden geschat op € 0,20 per vogel per dag, de kosten van het voer voor kleine vogels op € 0,10 per vogel per dag, en een gemiddeld verblijf van twee weken per vogel.
Omdat de veroordeelde voornamelijk kleine vogels hield, rekent de rechtbank met de prijs voor kleine vogels.
CITES-vogels 145 * € 0,10 * 14 dagen = € 203,--
Vogelrichtlijn-vogels 122 * € 0,10 * 14 dagen = € 171,--
Overige vogels 1.101 * € 0,10 * 14 dagen = € 1.541,--
Totale voerkosten € 1.915,--.
De verdediging heeft betoogd dat de kosten van € 1.491,76 voor de pootringen in mindering moeten worden gebracht op het wederrechtelijk verkregen voordeel. De rechtbank is van oordeel dat kosten slechts voor aftrek in aanmerking komen, voor zover die door de veroordeelde zijn voldaan. De veroordeelde heeft verklaard dat hij de rekening van de pootringen nog niet heeft betaald. Deze rekening komt naar het oordeel van de rechtbank daarom niet voor aftrek in aanmerking.
Bovenstaande levert de volgende berekening op:
Brutowinst € 78.651,--
Kosten
€ 1.915,--
Wederrechtelijk verkregen voordeel € 76.736,--
De rechtbank stelt op grond van wettige bewijsmiddelen de omvang van het wederrechtelijk verkregen voordeel vast op € 76.736,--.