Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
voorbereidingshandelingen zoals bedoeld in laatstgenoemd artikel
verstrekken en/of vervoeren, en/of
3.De beoordeling van de procesafspraken
- bewezen verklaard kan worden het onder 2 ten laste gelegde feit;
- de officier van justitie eist een gevangenisstraf voor de duur van achttien maanden waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren.
- alle feiten en omstandigheden uit het strafdossier zoals in de tenlastelegging vervat, onder de procesafspraak vallen;
- de procesafspraak geen bekentenis van schuld is;
- verdachte afziet van het indienen van onderzoekswensen;
- door de verdediging geen bewijsverweren worden gevoerd;
- door de verdediging en het Openbaar Ministerie geen hoger beroep wordt ingesteld indien de rechtbank komt tot een bewezenverklaring en strafoplegging conform de tussen de verdachte/verdediging en het Openbaar Ministerie gemaakte afspraken plaatsvindt, waarbij niet meer of minder dan 3 maanden gevangenisstraf van de eis zal worden afgeweken;
- verdachte afstand doet van alle in beslag genomen goederen;
- het eventueel vorderen van een maatregel kostenverhaal milieuschade geen onderdeel uitmaakt van de procesafspraken;
- het Openbaar Ministerie in het kader van de onderhavige strafbare feiten geen ontnemingsvordering tegen de verdachte aanhangig zal maken.
26Trevino’. Dit onderzoek is gestart naar aanleiding van een aan het onderzoeksteam verstrekt proces-verbaal van het Team Criminele Inlichting (TCI), waarin onder meer stond dat een schuur aan de [adres 2] wordt gebruikt als productielocatie voor synthetische drugs. Middels onder andere de inzet van een politiecamera werd vanaf 14 maart 2024 zicht verkregen op de bewuste schuur. Op 22 maart 2024 werd door de politie een nader onderzoek in deze schuur ingesteld. Aldaar werd een in werking zijnde productieruimte voor het vervaardigen van MDMA aangetroffen waarbij sprake was van het op grootschalige en professionele wijze produceren van MDMA. In de schuur werden medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] op heterdaad aangehouden. Uit camerabeelden, opgenomen communicatie en observatie is gebleken dat verdachte [verdachte] onder meer (meerdere keren) bij een ketelbouwer en in de schuur aan de [adres 2] is geweest. [3]
5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
medeplegen van om een feit, bedoeld in het vierde/vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, voorwerpen/stoffen voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit.
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De toegepaste wettelijke voorschriften
9.De beslissing
medeplegen van om een feit, bedoeld in het vierde/vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, voorwerpen/stoffen voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit;
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) maanden;
6 (zes) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte zich voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarenschuldig maakt aan een strafbaar feit;
hefthet geschorste bevel tot voorlopige hechtenis
opmet ingang van heden.