4.3.1Vaststelling van de feiten
De rechtbank stelt op basis van het dossier en van hetgeen ter terechtzitting is besproken de volgende feiten en omstandigheden vast.
Op 9 september 2024 om 18:15 uur waren douaneambtenaren belast met accijnscontroles en bevonden zij zich op de rijksweg A1. Ter hoogte van Holten zagen zij een witte bestelbus rijden van het merk Opel, type Movano met het kenteken [kenteken]. Dit voertuig had vanuit Duitsland, rijdend op de A1, om 17:43 uur de landsgrens gepasseerd.De verbalisanten zagen dat de Opel Movano naar links overhelde, hetgeen vaak het gevolg is van een te zware en verkeerde belading. Hierop besloten de verbalisanten de Opel Movano te onderwerpen aan een accijnscontrole. De bestuurder van de Opel Movano identificeerde zich met een Duits rijbewijs en bleek te zijn [verdachte] (verder: verdachte). De verbalisanten zagen in de laadruimte een pallet met daarop twaalf blauwe plastic vaten. Op de etiketten stond de tekst “VK regular”. Verdachte gaf desgevraagd aan dat hij niet wist wat de inhoud van de blauwe vaten was en dat hij deze had ingeladen in Duitsland. Later wijzigde hij zijn verklaring en stelde dat het laden in Polen had plaatsgevonden. Verdachte overhandigde een pakbon waarop was vermeld dat de pallet met vaten was geladen in Polen met als bestemming Oekraïne. Het gewicht van de lading betrof 300 kilogram. De verbalisanten hebben een vat geopend en troffen daarin een zwarte zak aan, waarin zich een hoeveelheid kristalachtig wit poeder bevond. Tevens roken de verbalisanten een sterke chemische lucht. Ten behoeve van een voorlopige vaststelling van de aanwezige stoffen, hebben de verbalisanten het poeder bemonsterd en met behulp van een First Defender identificatieapparaat getest. Uit de test kwam naar voren dat de stof hoofdzakelijk bestond uit ketamine hydrochloride. De zaak is vervolgens overgedragen aan de politie.Verbalisanten van de politie hebben de twaalf blauwe vaten inclusief inhoud in beslag genomen.Tijdens de aanhouding van verdachte om 20:35 uur werden twee mobiele telefoons, te weten een Samsung Galaxy A04 en een Samsung Galaxy A03, en een geldbedrag van € 1.925,-- in beslag genomen.In de Opel Movano werd een huurcontract aangetroffen waaruit volgde dat verdachte in de periode van 14 augustus 2024 tot en met 28 augustus 2024 voornoemd voertuig had gehuurd van [bedrijf] GmbH te [vestigingsplaats] in Duitsland.
In ieder vat werd een hoeveelheid wit kristalachtig poeder aangetroffen en bemonsterd. De twaalf monsters zijn onderzocht door het Nederlands Forensisch Instituut (verder: NFI). Blijkens het onderzoeksrapport van 12 november 2024 bestonden alle twaalf monsters uit (vrijwel) zuivere ketamine HCI.Uit een productbeoordeling van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd van 5 december 2024 volgt dat de inbeslaggenomen producten voldoen aan de omschrijving van het begrip werkzame stof als bedoeld in artikel 1, eerste lid onder x.1., van de Geneesmiddelenwet.
Verdachte beschikte niet over een bevoegdheid tot het verrichten van activiteiten met een werkzame stof als bedoeld in artikel 38, eerste lid, van de Geneesmiddelenwet.
4.3.2Overwegingen van de rechtbank
4.3.2.1 Ketamine: een geneesmiddel of werkzame stof?
Verdachte wordt onder de feiten 1 en 2 primair verweten dat hij driehonderd kilogram van het geneesmiddel ketamine heeft ingevoerd en voorhanden heeft gehad, zonder dat hij in het bezit was van de daarvoor vereiste vergunning. De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of ketamine dient te worden aangemerkt als geneesmiddel zoals bedoeld in de Geneesmiddelenwet en overweegt hierover als volgt.
Het NFI heeft vastgesteld dat de twaalf onderzochte monsters bestaan uit (vrijwel) zuivere ketamine. Het NFI vermeldt dat ketamine jarenlang is verwerkt als werkzame stof in geneesmiddelen voor mensen. Deze geneesmiddelen werden onder meer gebruikt als algeheel verdovingsmiddel en als zeer sterke pijnstiller. Tegenwoordig wordt ketamine in Nederland veelal verhandeld en gebruikt in het drugscircuit.
Uit de productbeoordeling van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd van 5 december 2024 blijkt dat de twaalf monsters uit substanties bestaan die geen farmaceutische vorm hebben. Ketamine is een stof van chemische oorsprong met pijnstillende en verdovende eigenschappen. De in beslag genomen en onderzochte monsters worden geclassificeerd als werkzame stof als bedoeld in artikel 1, eerste lid onder x.1., van de Geneesmiddelenwet.
Nu niet kan worden vastgesteld dat ketamine een geneesmiddel is in de zin van de Geneesmiddelenwet, is de rechtbank van oordeel dat het onder 1 en 2 primair ten laste gelegde niet bewezen is.
4.3.2.2 Ten aanzien van het onder 2 subsidiair ten laste gelegde
4.3.2.2.1 In voorraad hebben en invoeren
Uit de hiervoor weergegeven feiten en omstandigheden volgt dat op 9 september 2024 in een Opel Movano, waarvan verdachte de bestuurder was, driehonderd kilogram van de werkzame stof ketamine is aangetroffen. De Opel Movano was voorzien van een Duits kenteken en bevond zich op dat moment op de A1 ter hoogte van Holten. Blijkens de gegevens op de pakbon waren de blauwe vaten met ketamine ingeladen in Polen. Verdachte heeft verklaard dat hij vanuit Polen, via Duitsland naar Nederland is gereden. Dat verdachte een half uur voor de controle de landsgrens was gepasseerd wordt bevestigd door de ANPR gegevens. De rechtbank stelt daarmee vast dat verdachte met de ketamine onderweg was en daarover kon beschikken.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank bewezen dat verdachte driehonderd kilogram ketamine in voorraad heeft gehad en binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht. Aan verdachte was geen registratie verleend in de zin van artikel 38, eerste lid, van de Geneesmiddelenwet.
Verdachte heeft bij de politie en ter terechtzitting verklaard dat hij niet wist dat er ketamine in de blauwe vaten zat die hij vervoerde. De rechtbank stelt voorop dat overtreding van artikel 38, eerste lid, van de Geneesmiddelenwet een economisch delict betreft. Volgens vaste jurisprudentie volstaat in het economisch strafrecht zogenoemd “kleurloos opzet”: het opzet moet gericht zijn op de feitelijk omschreven gedraging. Het opzet hoeft niet mede op het overtreden van het verbod te zijn gericht. In onderhavige economische strafzaak betekent het dat voor een bewezenverklaring van het bestanddeel opzet niet is vereist dat verdachtes opzet gericht was op het niet-naleven van een wettelijke regeling, te weten de verplichting uit de Geneesmiddelenwet om een registratie te hebben voor het in voorraad hebben en invoeren van ketamine als zogenoemde werkzame stof. Verdachte heeft verklaard dat hij de Opel Movano heeft gehuurd om spullen voor zijn kennis “[naam 1]” te vervoeren. De blauwe vaten zijn ingeladen in Polen. Verdachte heeft verder verklaard dat hij wist dat hij “iets chemisch” vervoerde. Dat verdachte niet wist dat het specifiek om ketamine ging, doet er niet toe. Het vereiste opzet is hiermee gegeven.
De rechtbank acht dan ook bewezen dat verdachte opzettelijk zonder registratie de werkzame stof ketamine in voorraad heeft gehad en heeft ingevoerd.
Tijdens de aanhouding van verdachte is een Samsung Galaxy A04 aangetroffen en in beslag genomen. Deze mobiele telefoon is door de politie onderzocht. In de data van de telefoon zijn tekst- en spraakberichten aangetroffen tussen de gebruiker en het contact “[naam 2]”. Hieruit blijkt het volgende.
Op 9 september 2024 om 19:05 uur zijn door het contact “[naam 2]” de volgende spraakberichten naar verdachte verstuurd:
“Jij bent alleen maar de chauffeur”
“Weet niet eens wat dat is”
“Jij rijdt naar dinges”
“Wat ophalen”
“En dat was het”
“Zoals gezegd”
“Wis jij alles van zijn/jouw mobieltje”
Op 9 september 2024 om 19:22 uur zijn door het contact “[naam 2]” de volgende spraakberichten naar verdachte verstuurd:
“Rij verder”“Of dat spul blijft daar”“Tot ze het naar het laboratorium brengen”
Uit de hiervoor weergegeven spraakberichten leidt de rechtbank af dat “[naam 2]” als opdrachtgever functioneerde door instructies te geven aan verdachte terwijl hij werd onderworpen aan een controle door opsporingsambtenaren van de Douane. Deze instructies duiden op een zodanige afstemming en samenwerking dat kan worden gesproken van een nauwe en bewuste samenwerking gericht op de invoer van ketamine in Nederland en dus de totstandkoming van het strafbare feit. De rechtbank acht daarom het medeplegen ook wettig en overtuigend bewezen.