Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.De zaak in het kort
2.De procedure
- de dagvaarding van 2 juli 2024 met 33 producties
- de conclusie van antwoord met 13 producties
- de brief waarin een mondelinge behandeling is gepland
- de later ingediende producties 34 tot en met 45 van [eiseres]
- de mondelinge behandeling van 5 december 2024, waarop beide partijen hun standpunten aan de hand van spreekaantekeningen hebben toegelicht en waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt.
3.De feiten
Op basis van deze 30 m3 in deze mix is een normale exploitatie haalbaar.
In aanmerking nemende:
door opdrachtgeverlager wordt gesteld dan 25 m3 per dag wordt door de opdrachtgever een vergoeding betaald van € 60,-- per minder geproduceerde m3.
4.Het geschil
5.De beoordeling
- kosten van de dagvaarding € 115,22
- griffierecht € 6.617,00
- salaris advocaat € 7.004,00 (twee punten à € 3.502,00)
- nakosten € 178,00 (plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
6.De beslissing
- een bedrag van € 60.733,70, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW, gerekend vanaf 29 juni 2024 tot aan de dag van volledige betaling;
- een bedrag van € 406.014,34, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW, gerekend vanaf 29 juni 2024 tot aan de dag van volledig betaling;
- een bedrag van € 3.956,58 aan buitengerechtelijke incassokosten;