Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
"Verleen voorrang aan de bestuurders op de kruisende weg", -met daaronder aangebracht onderbord OB503, inhoudende: “Fietsers/bromfietsers uit beide richtingen”, waren geplaatst,
- in strijd met artikel 3 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 niet aan zijn verplichting heeft voldaan, zoveel mogelijk rechts te houden en/of
- niet of in onvoldoende mate heeft opgelet en/of is blijven opletten op eventueel naderend verkeer en/of de verkeerssituatie ter plaatse en/of
- niet of in onvoldoende mate naar het verkeer op de Vriezenveenseweg heeft gekeken en/of is blijven kijken en/of zich niet of in onvoldoende mate heeft vergewist of over die Vriezenveenseweg verkeer naderde en/of
- in strijd met het gestelde in artikel 19 van voormeld reglement zijn snelheid niet zodanig heeft geregeld dat hij, verdachte, in staat was voormeld voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij genoemde weg kon overzien en waarover deze vrij was en/of
- geen voorrang heeft verleend aan een op die Vriezenveenseweg rijdend, toen hem dicht van links genaderd zijnde fietser en/of
- (vervolgens) is gebotst tegen, althans in aanrijding is gekomen met de fiets en/of de bestuurder van die fiets, ten gevolge waarvan of waarbij de bestuurder van die fiets ten val is gekomen,
"Verleen voorrang aan de bestuurders op de kruisende weg", -met daaronder aangebracht onderbord OB503, inhoudende: “Fietsers/bromfietsers uit beide richtingen”, waren geplaatst,
- in strijd met artikel 3 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 niet aan zijn verplichting heeft voldaan, zoveel mogelijk rechts te houden en/of
- niet of in onvoldoende mate heeft opgelet en/of is blijven opletten op eventueel naderend verkeer en/of de verkeerssituatie ter plaatse en/of
- niet of in onvoldoende mate naar het verkeer op de Vriezenveenseweg heeft gekeken en/of is blijven kijken en/of zich niet of in onvoldoende mate heeft vergewist of over die Vriezenveenseweg verkeer naderde en/of
- in strijd met het gestelde in artikel 19 van voormeld reglement zijn snelheid niet zodanig heeft geregeld dat hij, verdachte, in staat was voormeld voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij genoemde weg kon overzien en waarover deze vrij was en/of
- geen voorrang heeft verleend aan een op die Vriezenveenseweg rijdend, toen hem dicht van links genaderd zijnde fietser en/of
- (vervolgens) is gebotst tegen, althans in aanrijding is gekomen met de fiets en/of de bestuurder van die fiets, ten gevolge waarvan of waarbij de bestuurder van die fiets ten val is gekomen,
zou kunnen leiden:
3.De bewijsmotivering
terwijl hij een vrachtauto beroepsmatig bestuurde en terwijl hij op de door hem bereden weg, de Vriezenveenseweg, een t-splitsing naderde en terwijl voor voormelde t-splitsing aan de rechterzijde van die weg (de Vriezenveenseweg) in zijn, verdachtes, rijrichting gekeerd bord B6 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990: inhoudende:
"Verleen voorrang aan de bestuurders op de kruisende weg", -met daaronder aangebracht onderbord OB503, inhoudende: “Fietsers/bromfietsers uit beide richtingen”, waren geplaatst,
- in strijd met artikel 3 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 niet aan zijn verplichting heeft voldaan, zoveel mogelijk rechts te houden en
- niet of in onvoldoende mate heeft opgelet en is blijven opletten op eventueel naderend verkeer en de verkeerssituatie ter plaatse en
- niet of in onvoldoende mate naar het verkeer op de Vriezenveenseweg heeft gekeken en is blijven kijken en zich niet of in onvoldoende mate heeft vergewist of over die Vriezenveenseweg verkeer naderde en
- in strijd met het gestelde in artikel 19 van voormeld reglement zijn snelheid niet zodanig heeft geregeld dat hij, verdachte, in staat was voormeld voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij genoemde weg kon overzien en waarover deze vrij was en
- geen voorrang heeft verleend aan een op die Vriezenveenseweg rijdend, toen hem dicht van links genaderd zijnde fietser en
- (vervolgens) is gebotst tegen de fiets en de bestuurder van die fiets, ten gevolge waarvan of waarbij de bestuurder van die fiets ten val is gekomen,
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van verdachte
6.De op te leggen straf of maatregel
7.De toegepaste wettelijke voorschriften
8.De beslissing
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
80 (tachtig) uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
40 (veertig) dagen;
ontzegtde verdachte de
bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigenvoor de duur van
12 (twaalf) maanden,
voorwaardelijkmet een
proeftijd van 1 (een) jaar.
- het zicht voor de bestuurder van de bedrijfsauto in de richting van de fietsster, gereden zoals omschreven bij methode 2, volledig of nagenoeg volledig werd belemmerd door de linker buitenspiegel van de bedrijfsauto.
- zoals eerder gesteld zijn zichtfoto's een weergave statische situatie. Dat zicht is minder dan het zicht dat rijdend en dus dynamisch verkregen kan worden. De posities van zicht belemmerende voorwerpen, zoals spiegels, raam- en deurstijlen, ten opzichte van de omgeving veranderen onder dynamische omstandigheden;
- desondanks is te zien dat de schuin ingedraaide positie van de bedrijfsauto (methode 2) het zicht voor de bestuurder naar links in hoge mate vermindert, ten opzichte van de positie van methode 1.
Met gebruikmaking van de positie van de aangetroffen sporen op het wegdek, afgetekend door de fiets, werd de bedrijfsauto op de plaats van het verkeersongeval geplaatst. Doordat een collega van de basispolitiezorg die als eerste ter plaatse was na het ongeval een foto had genomen van de situatie zoals hij deze had aangetroffen, hadden wij beeld bij de eind positie van de fiets en fietsster na het ongeval. Hierdoor werd duidelijk waar de voertuigen bij
benadering hadden gereden op het moment van botsen. Hieruit bleek ons dat de fietsster rechts op de rijbaan, gezien vanuit haar rijrichting, had gereden. Het krasspoor, te zien op afbeelding 25, afgetekend door de fiets, toont aan dat de fiets naar achteren geschoven is, voordat deze op de eind positie tot stilstand kwam. Deze richting betreft de gereden richting van de bedrijfsauto. Hieruit bleek ons dat de bedrijfsauto de bocht naar links schuin aangesneden had om zijn weg te vervolgen op de Vriezenveenseweg (afbeelding 27).
- Gedurende 27 seconden de geregistreerde gemiddelde snelheid 20,5 km/u was (tussen punt 1 en punt 2);
- De geregistreerde snelheid vanaf 07:22:40 terugliep van 19 km/u naar 0 km/u (tussen punt 2 en punt 3);
- De bestuurder van de bedrijfsauto een remming had gemaakt met een gemiddelde vertraging van 2,5 m/s;
- de remming aanving bij een snelheid van 19 km/u;
- de bestuurder van de bedrijfsauto de laatste 8 seconden voordat de remming werd ingezet, had gereden met eenrelatief constante snelheid tussen 18 en 19 km/u.
betrokken is bij het ongeval. Ik zag dat de twee dames op de fiets over de Vriezenveenseweg fietste en uit de richting van Daarleveen kwamen. De dames wilde rechtdoor over het fietspad om Vroomshoop in te fietsen. Ik zag dat de vrachtwagen vaart hield tijdens het nemen van de bocht en niet echt afremde, ondanks de haaientanden op de weg.
Ik zag dat één van de dames werd aangereden door de vrachtwagen. Ik zag dat de vrachtwagen haar met de linker voorkant raakte."