In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 11 maart 2025 een beschikking gegeven in het kader van de verzekerde bewaring van een gefailleerde, hierna te noemen '[verzoeker]'. De rechtbank heeft het verzoek van [verzoeker] om hem uit de verzekerde bewaring te ontslaan, dan wel deze te schorsen, afgewezen. Tevens heeft de rechtbank het verzoek van de curator tot verlenging van de verzekerde bewaring met dertig dagen toegewezen. De rechtbank oordeelt dat [verzoeker] onvoldoende en onware inlichtingen heeft verstrekt aan de curator, wat aanleiding geeft tot de verlenging van de bewaring. De rechtbank heeft vastgesteld dat [verzoeker] in het verleden onjuiste informatie heeft gegeven over zijn verblijfplaatsen en financiële situatie. De curator heeft aangetoond dat [verzoeker] beschikt over bankpassen van derden en cryptocurrency, en dat hij niet naar waarheid heeft verklaard over zijn financiële middelen. De rechter-commissaris heeft bevestigd dat [verzoeker] niet voldoet aan zijn informatieverplichting en dat er voldoende gronden zijn om de verzekerde bewaring voort te zetten. De rechtbank heeft de proportionaliteit van de inbreuk op de persoonlijke vrijheid van [verzoeker] afgewogen en geconcludeerd dat deze gerechtvaardigd is, gezien de omstandigheden van de zaak. De rechtbank heeft de beslissing om de verzekerde bewaring te verlengen gemotiveerd en de verzoeken van [verzoeker] afgewezen.