In deze uitspraak van de Rechtbank Overijssel, gedateerd op 17 maart 2025, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om een uitkering op grond van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz) beoordeeld. Eiser, een zelfstandige, had eerder een Bbz-uitkering ontvangen, maar zijn aanvraag voor verlenging van deze uitkering werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Deventer. De rechtbank oordeelt dat het college geen te beperkte uitleg heeft gegeven aan artikel 18 van het Bbz, dat bepaalt dat verlenging van de bijstandsperiode alleen mogelijk is bij externe omstandigheden van tijdelijke aard. De rechtbank concludeert dat de omstandigheden van eiser, zoals de coronapandemie en andere persoonlijke problemen, niet als externe omstandigheden kunnen worden aangemerkt. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen recht heeft op de gevraagde verlenging van de bijstandsverlening. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.