ECLI:NL:RBOVE:2025:1684
Rechtbank Overijssel
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot medewerking aan warme opname in het kader van renovatiewerkzaamheden door Woonstichting De Marken
In deze zaak heeft Woonstichting De Marken een kort geding aangespannen tegen De Financiële Hulpverlener, die als bewindvoerder optreedt voor de heer [betrokkene]. De vordering betreft de medewerking aan een 'warme opname' in het kader van renovatiewerkzaamheden aan een woningcomplex. De huurovereenkomst tussen Woonstichting De Marken en de heer [betrokkene] is op 7 januari 2019 ingegaan, waarbij de Algemene Huurvoorwaarden van toepassing zijn. Woonstichting De Marken heeft herhaaldelijk geprobeerd om met de heer [betrokkene] een afspraak te maken voor de warme opname, maar deze pogingen zijn zonder resultaat gebleven. De heer [betrokkene] heeft wel verklaard te willen meewerken, maar wil eerst goed geïnformeerd worden over de werkzaamheden.
Tijdens de mondelinge behandeling op 10 maart 2025 was De Financiële Hulpverlener niet aanwezig, waardoor verstek is verleend. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vorderingen van Woonstichting De Marken spoedeisend zijn en dat de vorderingen toewijsbaar zijn, gezien het feit dat De Financiële Hulpverlener niet is verschenen en de vorderingen niet onrechtmatig of ongegrond zijn. De kantonrechter heeft de Financiële Hulpverlener veroordeeld om de uitvoering van de werkzaamheden in de woning te gedogen en medewerking te verlenen aan de warme opname. Daarnaast is de Financiële Hulpverlener veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn begroot op € 958,45.
Het vonnis is uitgesproken door mr. M.J.C.M. Manders op 13 maart 2025 en is uitvoerbaar bij voorraad.