ECLI:NL:RBOVE:2025:1721

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
27 maart 2025
Publicatiedatum
27 maart 2025
Zaaknummer
08-191971-24 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Online oplichting via Facebook Marketplace met meerdere slachtoffers

Op 27 maart 2025 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan online oplichting. De verdachte is veroordeeld tot een taakstraf van 200 uren, waarvan 80 uren voorwaardelijk, en moet schadevergoedingen betalen aan de slachtoffers. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte tussen 20 september 2023 en 6 april 2024 via Facebook Marketplace goederen heeft aangeboden zonder deze daadwerkelijk te leveren. In totaal hebben 17 personen aangifte gedaan van oplichting, waarbij de verdachte hen heeft bewogen tot betaling voor goederen die nooit zijn geleverd. De rechtbank heeft de verklaringen van de slachtoffers en de verdachte in overweging genomen en vastgesteld dat de verdachte gebruik heeft gemaakt van valse accountnamen om zijn oplichtingspraktijken te verbergen. De rechtbank heeft geoordeeld dat er sprake is van een gewoonte, zoals bedoeld in artikel 326e van het Wetboek van Strafrecht, en heeft de verdachte schuldig bevonden aan het primair ten laste gelegde feit. De rechtbank heeft rekening gehouden met de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte bij het opleggen van de straf.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08-191971-24 (P)
Datum vonnis: 27 maart 2025
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 2002 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [woonplaats 1] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 13 maart 2025.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. J. de Haan, advocaat in Zwolle, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte een beroep of gewoonte heeft gemaakt van online oplichting door via Facebook aan 17 personen goederen te verkopen zonder de intentie die goederen te leveren,
dan weldat hij die personen heeft opgelicht.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 20 september 2023 tot
en met 6 april 2024 in de gemeente Zwolle, in elk geval in Nederland, een beroep of
gewoonte heeft gemaakt van het door middel van een geautomatiseerd werk
verkopen van goederen tegen betaling, met het oogmerk om zonder (volledige)
levering zich en/of een ander van de betaling van die goederen te verzekeren ten
einde zich wederrechtelijk te bevoordelen en zodoende:
- [slachtoffer 1] op of omstreeks 20 september 2023 te Zwolle, in elk geval in Nederland,
heeft bewogen tot de betaling/afgifte van een geldbedrag van € 81,95, door op
Facebook een advertentie te plaatsen waarin een telefoon te koop wordt
aangeboden, terwijl die [slachtoffer 1] die/dat goed(eren) niet geleverd heeft gekregen
en/of,
- [slachtoffer 2] op of omstreeks 21 oktober 2023 te Zwolle, in elk geval in Nederland,
heeft bewogen tot de betaling/afgifte van een geldbedrag van € 24,00, door op
Marketplace van Facebook een advertentie te plaatsen waarin een game te koop
wordt aangeboden, terwijl die [slachtoffer 2] die/dat goed(eren) niet geleverd heeft
gekregen en/of,
- [slachtoffer 3] op of omstreeks 17 oktober 2023 te Zwolle, in elk geval in Nederland,
heeft bewogen tot de betaling/afgifte van een geldbedrag van € 126,00, door op
Marketplace van Facebook een advertentie te plaatsen waarin een telefoon te koop
wordt aangeboden, terwijl die [slachtoffer 3] die/dat goed(eren) niet geleverd heeft
gekregen en/of,
- [slachtoffer 4] op of omstreeks 9 november 2023 te Zwolle, in elk geval in
Nederland, heeft bewogen tot de betaling/afgifte van een geldbedrag van € 24,00,
door op Facebook een advertentie te plaatsen waarin een game te koop wordt
aangeboden, terwijl die [slachtoffer 3] die/dat goed(eren) niet geleverd heeft gekregen
en/of,
- [slachtoffer 5] op of omstreeks 17 november 2023 te Zwolle, in elk geval in Nederland,
heeft bewogen tot de betaling/afgifte van een geldbedrag van € 12,00, door op
Marketplace van Facebook een advertentie te plaatsen waarin een game te koop
wordt aangeboden, terwijl die [slachtoffer 5] die/dat goed(eren) niet geleverd heeft gekregen
en/of,
- [slachtoffer 6] op of omstreeks 9 december 2023 te Zwolle, in elk geval in Zwolle, heeft
bewogen tot de betaling/afgifte van een geldbedrag van € 140,00, door op
Marketplace van Facebook een advertentie te plaatsen waarin een föhn te koop
wordt aangeboden, terwijl die [slachtoffer 6] die/dat goed(eren) niet geleverd heeft
gekregen en/of,
- [slachtoffer 7] op of omstreeks 14 december 2023 te Zwolle, in elk geval in
Nederland, heeft bewogen tot de betaling/afgifte van een geldbedrag van € 60,00,
door op Marketplace van Facebook een advertentie te plaatsen waarin een telefoon
te koop wordt aangeboden, terwijl die [slachtoffer 7] die/dat goed(eren) niet geleverd
heeft gekregen en/of,
- [slachtoffer 8] op of omstreeks 25 december 2023 te Zwolle, in elk geval in
Nederland, heeft bewogen tot de betaling/afgifte van een geldbedrag van € 65,00,
door op Marketplace van Facebook een advertentie te plaatsen waarin een speaker
te koop wordt aangeboden, terwijl die [slachtoffer 8] die/dat goed(eren) niet geleverd
heeft gekregen en/of,
- [slachtoffer 9] op of omstreeks 7 januari 2024 te Zwolle, in elk geval in Nederland, heeft
bewogen tot de betaling/afgifte van een geldbedrag van € 135,00, door op Facebook
een advertentie te plaatsen waarin een telefoon te koop wordt aangeboden, terwijl
die [slachtoffer 9] die/dat goed(eren) niet geleverd heeft gekregen en/of,
- [slachtoffer 10] op of omstreeks 4 februari 2024 te Zwolle, in elk geval in
Nederland, heeft bewogen tot de betaling/afgifte van een geldbedrag van € 55,00,
door op Facebook een advertentie te plaatsen waarin een telefoon te koop wordt
aangeboden, terwijl die [slachtoffer 10] die/dat goed(eren) niet geleverd heeft
gekregen en/of,
- [slachtoffer 11] op of omstreeks 20 februari 2024 te Zwolle, in elk geval in Nederland,
heeft bewogen tot de betaling/afgifte van een geldbedrag van € 50,00, door op
Marketplace van Facebook een advertentie te plaatsen waarin een telefoon te koop wordt aangeboden, terwijl die [slachtoffer 11] die/dat goed(eren) niet geleverd heeft
gekregen en/of,
- [slachtoffer 12] op of omstreeks 21 februari 2024 te Zwolle, in elk geval in Nederland,
heeft bewogen tot de betaling/afgifte van een geldbedrag van € 40,00, door op
Marketplace van Facebook een advertentie te plaatsen waarin een speaker te koop
wordt aangeboden, terwijl die [slachtoffer 12] die/dat goed(eren) niet geleverd heeft
gekregen en/of,
- [slachtoffer 13] op of omstreeks 29 maart 2024 te Zwolle, in elk geval in
Nederland, heeft bewogen tot de betaling/afgifte van een geldbedrag van € 55,00,
door op Marketplace van Facebook een advertentie te plaatsen waarin een telefoon
te koop wordt aangeboden, terwijl die [slachtoffer 13] die/dat goed(eren) niet
geleverd heeft gekregen en/of,
- [slachtoffer 14] op of omstreeks 23 maart 2024 te Zwolle, in elk geval in
Nederland, heeft bewogen tot de betaling/afgifte van een geldbedrag van € 80,00,
door op Marketplace van Facebook een advertentie te plaatsen waarin een telefoon
en een speaker te koop worden aangeboden, terwijl die [slachtoffer 14] die/dat
goed(eren) niet geleverd heeft gekregen en/of,
- [slachtoffer 15] op of omstreeks 1 april 2024 te Zwolle, in elk geval in
Nederland, heeft bewogen tot de betaling/afgifte van een geldbedrag van € 55,95,
door op Marketplace van Facebook een advertentie te plaatsen waarin een telefoon
te koop wordt aangeboden, waarna door die [slachtoffer 15] die/dat goed(eren) niet
geleverd heeft gekregen en/of,
- [slachtoffer 16] op of omstreeks 7 april 2024 te Zwolle, in elk geval in Nederland,
heeft bewogen tot de betaling/afgifte van een geldbedrag van € 85,00, door op
Marketplace van Facebook advertenties te plaatsen waarin een telefoon en een
speaker te koop worden aangeboden, terwijl die [slachtoffer 16] die/dat goed(eren)
niet geleverd heeft gekregen en/of,
- [slachtoffer 17] heeft bewogen tot afgifte van enig goed, te weten een geldbedrag
van € 40,95, door op Marketplace van Facebook een advertentie te plaatsen waarin
een speaker te koop wordt aangeboden, terwijl die [slachtoffer 17] die/dat goed(eren) niet
geleverd heeft gekregen,
in elk geval genoemde personen (telkens) heeft bewogen tot de betaling/afgifte van
een geldbedrag, (telkens) zonder het goed te leveren dat tussen verdachte en
genoemde personen was overeengekomen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 20 september 2023 tot en met 6 april 2024 te
Zwolle, in elk geval in Nederland, meermalen althans eenmaal, (telkens) met het
oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen, (telkens)
door het aannemen van een valse naam en/of valse hoedanigheid en/of listige
kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
- [slachtoffer 1] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten een geldbedrag van
€ 81,95, op [rekeningnummer 1] , door die [slachtoffer 1] een telefoon aan te bieden op
Facebook en die telefoon niet te leveren en/of,
- [slachtoffer 2] heeft bewogen tot afgifte van enig goed, te weten een geldbedrag van
€ 24,00, op [rekeningnummer 2] , door die [slachtoffer 2] een game aan te bieden op
Marketplace van Facebook en die game niet te leveren en/of,
- [slachtoffer 3] heeft bewogen tot afgifte van enig goed, te weten een geldbedrag van €
126,00, op [rekeningnummer 3] , door die [slachtoffer 3] een telefoon aan te bieden op
Marketplace van Facebook en die telefoon niet te leveren en/of,
- [slachtoffer 4] heeft bewogen tot afgifte van enig goed, te weten een geldbedrag van
€ 24,00, op [rekeningnummer 2] , door die [slachtoffer 4] een game aan te bieden op
Facebook en die game niet te leveren en/of,
- [slachtoffer 5] heeft bewogen tot afgifte van enig goed, te weten een geldbedrag van €
12,00, op [rekeningnummer 4] , door die [slachtoffer 5] een game aan te bieden op
Marketplace van Facebook en die game niet te leveren en/of,
- [slachtoffer 6] heeft bewogen tot afgifte van enig goed, te weten een geldbedrag van €
140,00, op [rekeningnummer 5] , door die [slachtoffer 6] een föhn aan te bieden op
Marketplace van Facebook en die föhn niet te leveren en/of,
- [slachtoffer 7] heeft bewogen tot afgifte van enig goed, te weten een geldbedrag
van € 60,00, op [rekeningnummer 5] , door die [slachtoffer 7] een telefoon aan te
bieden op Marketplace van Facebook en die telefoon niet te leveren en/of,
- [slachtoffer 8] heeft bewogen tot afgifte van enig goed, te weten een geldbedrag van
€ 65,00, op [rekeningnummer 1] , door die [slachtoffer 8] een speaker aan te bieden
op Marketplace van Facebook en die speaker niet te leveren en/of,
- [slachtoffer 9] heeft bewogen tot afgifte van enig goed, te weten een geldbedrag van €
135,00, op [rekeningnummer 6] , door die [slachtoffer 9] een telefoon aan te bieden op
Facebook en die telefoon niet te leveren en/of,
- [slachtoffer 10] heeft bewogen tot afgifte van enig goed, te weten een
geldbedrag van € 55,00, op [rekeningnummer 6] , door die Lohuizen een
telefoon aan te bieden op Facebook en die telefoon niet te leveren en/of,
- [slachtoffer 11] heeft bewogen tot afgifte van enig goed, te weten een geldbedrag van €
50,00, op [rekeningnummer 6] , door die [slachtoffer 11] een telefoon aan te bieden op
Marketplace van Facebook en die telefoon niet te leveren en/of,
- [slachtoffer 12] heeft bewogen tot afgifte van enig goed, te weten een geldbedrag van €
40,00, op [rekeningnummer 6] , door die [slachtoffer 12] een speaker aan te bieden op
Marketplace van Facebook en die speaker niet te leveren en/of,
- [slachtoffer 13] heeft bewogen tot afgifte van enig goed, te weten een
geldbedrag van € 55,00, op [rekeningnummer 7] , door die [slachtoffer 13]
een telefoon aan te bieden op Marketplace van Facebook en die telefoon niet te
leveren en/of,
- [slachtoffer 14] heeft bewogen tot afgifte van enig goed, te weten een
geldbedrag van € 80,00, op [rekeningnummer 6] , door die [slachtoffer 14] een
telefoon en een speaker aan te bieden op Marketplace van Facebook en die telefoon
en speaker niet te leveren en/of,
- [slachtoffer 15] heeft bewogen tot afgifte van enig goed, te weten een
geldbedrag van € 55,95, op [rekeningnummer 6] , door die [slachtoffer 15] een
telefoon aan te bieden op Marketplace van Facebook en die telefoon niet te leveren
en/of,
- [slachtoffer 16] heeft bewogen tot afgifte van enig goed, te weten een geldbedrag
van € 85,00, op [rekeningnummer 6] , door die [slachtoffer 16] een telefoon en een
speaker aan te bieden op Marketplace van Facebook en die telefoon en speaker niet
te leveren en/of,
- [slachtoffer 17] heeft bewogen tot afgifte van enig goed, te weten een geldbedrag
van € 40,95, op [rekeningnummer 6] , door die [slachtoffer 17] een speaker aan te
bieden op Marketplace van Facebook en die speaker niet te leveren.

3.De bewijsmotivering

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het primair ten laste gelegde feit wettig en overtuigend kan worden bewezen verklaard.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte moet worden vrijgesproken van het primair ten laste gelegde feit, omdat niet kan worden bewezen dat verdachte de advertenties op Facebook marketplace heeft geplaatst. Ten aanzien van het subsidiair ten laste gelegde feit heeft de raadsman vrijspraak bepleit voor wat betreft de aangevers [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] , [slachtoffer 5] , [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] vanwege het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs. Voor het overige heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt op grond van de inhoud van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting de volgende feiten en omstandigheden vast.
Uit het dossier blijkt dat zeventien personen aangifte hebben gedaan van internetoplichting in de periode van 25 september 2023 tot en met 14 april 2024. De aangevers hebben gereageerd op advertenties op Facebook. Na contact en overeenstemming met de adverteerder hebben de aangevers een betaalverzoek betaald. De aangevers hebben de gekochte goederen niet ontvangen. De aangevers ontvingen ook geen reactie meer op hun berichten. Meerdere aangevers zijn geblokkeerd door het account waarvan zij het product hadden gekocht nadat zij hadden betaald of nadat zij hadden gevraagd wanneer het product zou worden verzonden.
De verklaringen van verdachte
Verdachte heeft verklaard dat hij vanaf december 2023 zelf via messenger van Facebook is gaan communiceren en spullen via Facebook heeft verkocht zonder deze te leveren. Dit was via de advertenties die al op zijn telefoon stonden en die eerder door anderen waren geplaatst. Verdachte heeft verder zelf een advertentie geplaatst waarin een FIFAspel werd aangeboden. Na overeenstemming over de prijs en verzending van de aangeboden artikelen heeft verdachte betaalverzoeken gestuurd. Verdachte heeft het geld van de kopers ontvangen en daarna heeft hij niet meer gereageerd op hun berichten. Verdachte heeft hierbij gebruikgemaakt van de accountnamen [accountnaam 1] , [accountnaam 2] , [accountnaam 3] , [accountnaam 4] , [accountnaam 5] en [accountnaam 6] . Vóór december 2023 en los van de door verdachte geplaatste advertentie met betrekking tot het FIFA-spel, heeft een ander dan verdachte de advertenties geplaatst en het contact met ‘kopers’ onderhouden, zo heeft verdachte verklaard. Verdachte heeft toen wel de betalingen van die ‘kopers’ ontvangen op bankrekeningen die op zijn naam gesteld waren, aldus verdachte.
De aangiftes in de periode tot december 2023
Aangever [slachtoffer 2] heeft op 21 oktober 2023 gereageerd op een advertentie van ‘ [accountnaam 5] ’ waarin een FIFAspel werd aangeboden. Aangever [slachtoffer 4] heeft op 9 november 2023 gereageerd op een advertentie van ‘ [accountnaam 6] ’ waarin een FIFAspel werd aangeboden. Aangevers [slachtoffer 2] en [slachtoffer 4] hebben geld overgemaakt naar een ING-rekening met rekeningnummer [rekeningnummer 3] . Deze rekening staat op naam van verdachte. [slachtoffer 2] en [slachtoffer 4] hebben het gekochte spel niet ontvangen.
Gelet op het voorgaande stelt de rechtbank vast dat verdachte de advertentie voor het FIFAspel heeft geplaatst, de betalingen heeft ontvangen van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 4] en de producten niet heeft verzonden.
Verdachte heeft zich aldus schuldig gemaakt aan de verkoop van goederen tegen betaling zonder die goederen daadwerkelijk te leveren.
Gelet op de inhoud van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting kan niet wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte goederen heeft verkocht aan aangevers [slachtoffer 1] in september 2023, [slachtoffer 3] in oktober 2023 en [slachtoffer 5] in november 2023. Het ‘verkopen’ van goederen, zoals opgenomen in artikel 326 e Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr), omvat naar het oordeel van de rechtbank meer dan het enkel ontvangen van een betaling. Op basis van het dossier kan niet vastgesteld worden dat verdachte de advertenties met betrekking tot deze aangevers zelf heeft geplaatst dan wel dat hij zelf contacten heeft onderhouden met deze ‘kopers’. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van dat deel van de tenlastelegging.
De aangiftes in de periode vanaf december 2023
De aangevers [slachtoffer 6] , [slachtoffer 7] , [slachtoffer 8] , [slachtoffer 9] , [slachtoffer 10] , [slachtoffer 11] , [slachtoffer 12] , [slachtoffer 13] , [slachtoffer 14] , [slachtoffer 15] , [slachtoffer 16] en [slachtoffer 17] hebben in de periode van 9 december 2023 tot en met 14 april 2024 gereageerd op advertenties op Facebook waarin goederen werden aangeboden.
Aangevers [slachtoffer 6] en [slachtoffer 9] hebben gereageerd op advertenties van het account met de naam ‘ [accountnaam 4] ’. Aangevers [slachtoffer 7] en [slachtoffer 8] hebben gereageerd op advertenties van gebruiker ‘ [accountnaam 6] ’. Aangevers [slachtoffer 10] , [slachtoffer 11] en [slachtoffer 13] hebben gereageerd op advertenties van het account met de naam ‘ [accountnaam 1] ’. Aangevers [slachtoffer 12] en [slachtoffer 15] hebben gereageerd op advertenties van gebruiker ‘ [accountnaam 3] ’. Aangevers [slachtoffer 14] , [slachtoffer 16] en [slachtoffer 17] hebben gereageerd op advertenties van het account met de naam ‘ [accountnaam 2] ’. Verdachte heeft gebruik gemaakt van deze accountnamen.
Aangever [slachtoffer 8] heeft geld overgemaakt naar een ABNrekening met rekeningnummer [rekeningnummer 1] . Aangevers [slachtoffer 9] , [slachtoffer 10] , [slachtoffer 11] , [slachtoffer 12] , [slachtoffer 13] , [slachtoffer 14] , [slachtoffer 15] ,, [slachtoffer 16] en [slachtoffer 17] hebben geld overgemaakt naar een Revolutrekening met rekeningnummer [rekeningnummer 6] .
Aangevers [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] hebben geld overgemaakt naar een SNSrekening met rekeningnummer [rekeningnummer 5] . Deze bankrekeningen staan op naam van verdachte en zijn door hem geopend.
Gelet op het voorgaande, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte via de genoemde Facebookaccounts met de aangevers overeenstemming heeft bereikt over de verkoop van de goederen, de betaalverzoeken heeft gestuurd en de betalingen heeft ontvangen, en dat verdachte de producten vervolgens niet heeft verzonden. Verdachte heeft zich aldus schuldig gemaakt aan de verkoop van goederen tegen betaling zonder die goederen daadwerkelijk te leveren.
Oogmerk
Verdachte heeft telkens contacten onderhouden met de ‘kopers’ en na een gesloten ‘deal’ geld op zijn rekeningen gestort gekregen waarna hij niet meer heeft gereageerd of de ‘kopers’ heeft geblokkeerd. Verdachte wist dat de gekochte goederen nooit geleverd zouden worden. Naar het oordeel van de rechtbank is dan ook bewezen dat verdachte het oogmerk had om de goederen niet te leveren, maar zich wel van de betaling van die goederen te verzekeren.
Gewoonte
Gelet op het aantal aangevers en de modus operandi (via Facebook met valse accountnamen) die naar voren komt in de aangiftes, is sprake van het meermalen verrichten van gelijksoortige feiten, die in onderling verband staan en gericht zijn op het ontvangen van gelden van derden die vervolgens de betaalde goederen niet geleverd krijgen. Het voorgaande leidt de rechtbank tot het oordeel dat sprake is van een gewoonte als bedoeld in artikel 326e Sr.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde feit heeft begaan.
3.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat:
hij
opin de periode van 20 september 2023 tot en met 6 april 2024 in Nederland, een
beroep ofgewoonte heeft gemaakt van het door middel van een geautomatiseerd werk verkopen van goederen tegen betaling, met het oogmerk om zonder
(volledige)levering zich van de betaling van die goederen te verzekeren ten einde zich wederrechtelijk te bevoordelen en zodoende:
- [slachtoffer 2] en,
- [slachtoffer 4] en,
- [slachtoffer 6] en,
- [slachtoffer 7] en,
- [slachtoffer 8] en,
- [slachtoffer 9] en,
- [slachtoffer 10] en,
- [slachtoffer 11] en,
- [slachtoffer 12] en,
- [slachtoffer 13] en,
- [slachtoffer 14] en,
- [slachtoffer 15] en,
- [slachtoffer 16] en,
- [slachtoffer 17] ,
telkens heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag, telkens zonder het goed te leveren dat tussen verdachte en genoemde personen was overeengekomen.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in artikel 326e Sr. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
het misdrijf:
een gewoonte maken van het door middel van een geautomatiseerd werk verkopen van goederen tegen betaling met het oogmerk om zonder levering zich van de betaling van die goederen te verzekeren.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het bewezenverklaarde feit.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 200 uren, met aftrek van de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft voorgesteld om een taakstraf van 160 uren, waarvan 80 uren voorwaardelijk, op te leggen met de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
De ernst van het feit
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan online handelsfraude via Facebook. Met zijn handelen heeft verdachte niet alleen misbruik gemaakt van het door de slachtoffers in hem gestelde vertrouwen, maar heeft hij hen ook financieel benadeeld. Verdachte heeft enkel oog gehad voor zijn eigen financiële gewin. Ook zorgt een dergelijk feit in het algemeen voor een aantasting van het vertrouwen in online handel.
De persoon van de verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van verdachte van 13 maart 2025. Hieruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor vermogensdelicten.
Daarnaast heeft de rechtbank gelet op de inhoud van het reclasseringsadvies van Tactus reclassering van 4 maart 2025. De reclassering heeft beschreven dat verdachte op vrijwillige basis in een beschermde woonvorm woont en dat de begeleiding stagneert omdat verdachte begeleiding afwijst. Het lukt verdachte niet om een betaalde baan vast te houden en hij heeft veel schulden. Verdachte heeft een negatief sociaal netwerk en hij laat zich makkelijk beïnvloeden door anderen. De reclassering adviseert om bijzondere voorwaarden op te leggen, omdat het niet lukt om in het huidige vrijwillige kader te komen tot gedragsverandering bij verdachte. Er is behoefte aan diagnostisch onderzoek om een passend plan van aanpak te kunnen maken. De reclassering heeft geadviseerd tot oplegging van een meldplicht, ambulante behandeling, beschermd of begeleid wonen, dagbesteding en meewerken aan schuldhulpverlening.
De strafoplegging
Bij het bepalen van de straf en de omvang daarvan neemt de rechtbank de door het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) vastgestelde oriëntatiepunten als uitgangspunt. Het oriëntatiepunt voor fraude met een benadelingsbedrag tot € 10.000,-- is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf of een onvoorwaardelijke taakstraf. De rechtbank zal een taakstraf opleggen, waarvan een deel voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren, om verdachte ervan te weerhouden opnieuw een strafbaar feit te plegen.
De rechtbank overweegt dat verdachte behandeling en begeleiding nodig heeft om herhaling te voorkomen en dat het nodig is dat verdachte meewerkt aan diagnostiek zodat de reclassering tot een passend plan van aanpak kan komen. De rechtbank zal daarom, zoals door de reclassering is geadviseerd, de volgende bijzondere voorwaarden opleggen: meldplicht, meewerken aan diagnostiek en ambulante behandeling, begeleid of beschermd wonen, dagbesteding en medewerking aan schuldhulpverlening.
Alles overwegend, acht de rechtbank een taakstraf van 200 uren, waarvan 80 uren voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar passend en geboden, met de bijzondere voorwaarden zoals hiervoor genoemd.

7.De schade van benadeelden

7.1
De vordering van de benadeelde partijen
Negen aangevers hebben zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partijen vorderen verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen, te vermeerderen met de daartoe geldende wettelijke rente, en hebben tevens verzocht tot oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
In de tabel onder punt 7.2 worden de benadeelde partijen en de door hen gevorderde totaalbedragen weergegeven.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat op de vorderingen van de benadeelde partijen kan worden beslist conform de kolom ‘
Standpunt OvJ toewijsbaar tot’in onderstaande tabel.
Voor zover de officier van justitie ten aanzien van de benadeelde partijen het standpunt heeft ingenomen dat (een gedeelte van) de gevorderde schade toewijsbaar is, is dit omdat de benadeelde partijen rechtstreeks schade hebben geleden door het ten laste gelegde handelen van verdachte.
Nr.
Benadeelde partij
Vordering materiële schade
Vordering immateriële schade
Standpunt OvJ toewijsbaar tot
1
[slachtoffer 7]
€60,-- (telefoon)
€ 500,--
-
2
[slachtoffer 6]
€ 140,-- (föhn)
-
€ 140,--
3
[slachtoffer 16]
€ 85,-- (telefoon en speaker)
-
€ 85,--
4
[slachtoffer 3]
€ 100,-- (telefoon)
€ 150,--
€ 100,--
5
[slachtoffer 14]
€ 169,39 (telefoons en speaker)
-
€ 80,-- (speaker en Samsung-telefoon)
6
[slachtoffer 2]
€ 24,-- (spel)
-
€ 24,--
7
[slachtoffer 17]
€ 40,95 (speaker)
-
€ 40,95
8
[slachtoffer 9]
€ 135,-- (telefoons)
-
€ 135,--
9
[slachtoffer 15]
€ 55,95 (telefoon)
-
€ 55,95
10
[slachtoffer 8]
€ 65,-- (speaker)
-
€ 65,--
7.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partijen [slachtoffer 6] en [slachtoffer 3] nietontvankelijk moeten worden verklaard vanwege de bepleite vrijspraak. De raadsman heeft bepleit dat de vordering van benadeelde partij [slachtoffer 7] moet worden afgewezen, omdat de materiële schade reeds is vergoed en er geen grondslag is voor vergoeding van immateriële schade. Wat betreft benadeelde partij [slachtoffer 14] heeft de raadsman bepleit dat de vordering voor zover die ziet op een Iphone (€ 89,39) moet worden afgewezen vanwege het ontbreken van causaal verband tussen het ten laste gelegde feit en de gevorderde schade. Voor het overige heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
Nietontvankelijkheid [slachtoffer 3]
Omdat verdachte van het feit wordt vrijgesproken ten aanzien van de benadeelde partij [slachtoffer 3] , zal de rechtbank voornoemde benadeelde partij op de voet van artikel 361, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.
Vordering [slachtoffer 7]
De rechtbank stelt vast dat de door [slachtoffer 7] gevorderde materiële schade reeds is vergoed. De vordering zal dan ook worden afgewezen. De benadeelde partij heeft daarnaast immateriële schade gevorderd vanwege stress- en angstklachten. Een benadeelde partij heeft volgens artikel 6:106 sub b van het Burgerlijk Wetboek recht op vergoeding van immateriële schade in het geval dat de benadeelde partij op andere wijze in de persoon is aangetast. De benadeelde partij heeft een dergelijke aantasting echter niet onderbouwd met (voldoende) concrete gegevens. Het is in dit geval niet zo dat de aard en ernst van de normschending meebrengt dat de daardoor geleden schade zo voor hand ligt, dat een aantasting in de persoon in dit geval kan worden aangenomen.
Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om de gestelde immateriële schade alsnog nader te onderbouwen levert een onevenredige belasting van het strafgeding op. De rechtbank zal de benadeelde partij die gelegenheid niet bieden. De rechtbank zal de benadeelde partij daarom in de vordering niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Vorderingen [slachtoffer 6] , [slachtoffer 16] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 17] , [slachtoffer 15] , [slachtoffer 9] en [slachtoffer 8]
Voor de benadeelde partijen [slachtoffer 6] , [slachtoffer 16] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 17] , [slachtoffer 15] , [slachtoffer 9] en [slachtoffer 8] geldt dat door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partijen. De opgevoerde schadeposten zijn niet betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk.
Vordering [slachtoffer 14]
De vordering van [slachtoffer 14] is niet betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk, voor zover de vordering betrekking heeft op de Samsung telefoon en een JBL speaker. De rechtbank zal de vordering van [slachtoffer 14] daarom toewijzen tot een bedrag van € 80,--. Voor zover de vordering betrekking heeft op de Iphone, is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake van rechtstreekse schade ten gevolge van een door verdachte gepleegd strafbaar feit. De rechtbank zal de benadeelde partij [slachtoffer 14] daarom niet-ontvankelijk verklaren in dit deel van de vordering.
Conclusie
De rechtbank zal gelet op het voorgaande de vorderingen toewijzen tot de hierna vermelde bedragen:
2. [slachtoffer 6] : € 140,--
3. [slachtoffer 16] : € 85,--
5. [slachtoffer 14] : € 80,--
6. [slachtoffer 2] : € 24,--
7. [slachtoffer 17] : € 40,95
8. [slachtoffer 9] : €135,--
9. [slachtoffer 15] : € 55,95
10. [slachtoffer 8] : € 65,--
7.5
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partijen hebben verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partijen naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door de feiten is toegebracht.
Als door de verdachte niet volledig wordt betaald, kan deze verplichting worden aangevuld met het aantal dagen gijzeling zoals genoemd in het dictum, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c en 22d Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
het misdrijf:
een gewoonte maken van het door middel van een geautomatiseerd werk verkopen van goederen tegen betaling met het oogmerk om zonder levering zich van de betaling van die goederen te verzekeren.
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het primair bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
200 (tweehonderd) uren;
- beveelt, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
100 (honderd) dagen;
- bepaalt dat van deze taakstraf een gedeelte van
80 (tachtig) uren niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
De rechter kan de tenuitvoerlegging ook gelasten indien de verdachte gedurende de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende bijzondere voorwaarden
niet is nagekomen:
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich gedurende de proeftijd meldt bij Tactus Reclassering, Dr. Stolteweg 58 in Zwolle. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. Verdachte werkt ook mee aan huisbezoeken en houdt zich aan aanwijzingen gegeven door de reclassering;
- meewerkt aan diagnostiek en zich ambulant laat behandelen door Tactus Verslavingszorg of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
- verdachte verblijft bij RIBW Overijssel of een andere instelling voor beschermd wonen, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
- verdachte spant zich in voor het vinden en behouden van betaald werk, onbetaald werk en/of vrijetijdsbesteding, met een vaste structuur;
- verdachte werkt mee aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Verdachte geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden;
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- beveelt dat de tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de taakstraf in mindering wordt gebracht, waarbij als maatstaf geldt dat voor de eerste zestig dagen doorgebracht in verzekering of voorlopige hechtenis, twee uren per dag aftrek plaatsvindt;
schadevergoeding
- bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer 3] in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer 3] en de verdachte ieder de eigen kosten dragen;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 7] af ten aanzien van de materiële schade en bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer 7] ten aanzien van de immateriële schade nietontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor zover deze niet-ontvankelijk is slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer 7] en de verdachte ieder de eigen kosten dragen;
-
wijstde vordering van elk van de in de hierna weergegeven tabel genoemde benadeelden
toetot het bedrag zoals dat in de tabel in de kolom ‘toegewezen’ staat vermeld en veroordeelt verdachte tot betaling van dat bedrag aan de betreffende benadeelde partij, bestaande uit materiële schade, iedere vordering telkens te vermeerderen met de wettelijke rente zoals in de kolom ‘wettelijke rente per’ ten aanzien van elke toegewezen vordering is gespecificeerd.
Benadeelde partij
Toegewezen
Wettelijke rente per
Aantal dagen gijzeling
[slachtoffer 6]
€ 140,--
9 december 2023
2
[slachtoffer 16]
€ 85,--
7 april 2024
1
[slachtoffer 2]
€ 24,--
21 oktober 2023
1
[slachtoffer 14]
€ 80,--
23 maart 2023
1
[slachtoffer 17]
€ 40,95
6 april 2024
1
[slachtoffer 9]
€135,--
7 januari 2024
2
[slachtoffer 15]
€ 55,95
1 april 2024
1
[slachtoffer 8]
€ 65,--
25 december 2023
1
- bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer 14] voor het overige nietontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt ter zake van elke toegewezen vordering als vermeld in de tabel in de kolom ‘toegewezen’
telkensaan verdachte
de maatregelop dat verdachte ter zake van het bewezen verklaarde feit ten behoeve van de desbetreffende benadeelde partij (telkens) verplicht is tot betaling aan de Staat der Nederlanden van het bedrag zoals dat in de tabel in genoemde kolom bij iedere benadeelde partij afzonderlijk is vermeld, iedere toegewezen vordering telkens te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum zoals in de tabel in de kolom ‘wettelijke rente per’ ten aanzien van elke toegewezen vordering is gespecificeerd, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt,
dat telkens het aantal dagen gijzeling zoals in de tabel in de kolom ‘aantal dagen gijzeling’ is vermeld, kan worden toegepast. De tenuitvoerlegging van de gijzeling ter zake van een toegewezen vordering als in de vorige zin vermeld laat de betalingsverplichting ter zake van die vordering onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.N. Neumann, voorzitter, mr. D.E. Schaap en mr. M.W. Eshuis, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A. Lautenbag, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 27 maart 2025.
Buiten staat
De voorzitter is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer 2023527282. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 13 maart 2025, inhoudende de verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven:
Vanaf december 2023 heb ik berichten ontvangen van kopers en ook geschreven aan die kopers over advertenties op Facebook Marketplace. Ik heb hen een Tikkie betaalverzoek gestuurd en ik heb het geld ontvangen. Ik heb daarna niet meer gereageerd. De advertentie van het Fifaspel heb ik zelf geplaatst. Ik heb gebruik gemaakt van Facebookaccounts met de namen [accountnaam 4] , [accountnaam 5] en [accountnaam 6] . De ING-rekening met rekeningnummer [rekeningnummer 3] , de ABNrekening met rekeningnummer [rekeningnummer 1] en de Revolutrekening met rekeningnummer [rekeningnummer 6] heb ik zelf geopend. Ik heb de SNSrekening met rekeningnummer [rekeningnummer 5] blijkbaar zelf geopend; ik heb mijn identiteitsgegevens of identiteitsbewijs nooit aan iemand anders uitgeleend.
2.
Het procesverbaal van verhoor verdachte van 19 april 2024, pagina 138, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
V: Even terug naar je verklaring uit het vorige verhoor betreft welke fraude jij zelfstandig gedaan zou hebben op Facebook. Welke heb jij zelfstandig gedaan?
A: Die op mijn telefoon in de chats stonden, van Facebook Messenger.
V: Hoeveel keer heb jij dit gedaan?
A: Best vaak. Meer dan 20 sowieso.
V: Welke advertenties waren dit? Welke producten bood jij aan die je niet hebt geleverd?
A: Speakers en telefoons.
V: Je verklaarde dat jij zelf de fraudes hebt gedaan met Revolut bankrekening ( [rekeningnummer 6] ) hebt gedaan. Dus geld dat op deze rekening binnen is gekomen van mensen die een product van jouw Facebook advertentie kochten, dat jij niet hebt geleverd. Klopt dit?
A: Ja.
V: Welke gebruikersnamen gebruikte jij voor deze advertenties op Facebook Marketplace?
A: [accountnaam 1] , [accountnaam 2] en [accountnaam 3] .
V: Zijn dan alle aangiftes tegen jou waarin deze 3 gebruikersnamen werden gebruikt, dan van jou?
A: De afgelopen tijd was wel van mij. December 2023, ben ik zelf begonnen.
3.
Het procesverbaal van aangifte van [slachtoffer 2] van 30 oktober 2023, pagina’s 2526, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
"Feit : Fraude met online handel
Pleegdatum : 21 oktober 2023
20 oktober zag ik een Spel voor de playstation 4 online staan bij [accountnaam 5] via FB Marktplaats, dus ik berichten met haar om dit spel te laten opsturen afgelopen Zaterdagmiddag netjes alles besproken en via een Tikkie betaald kreeg ik te horen het gaat op de post nu is het 27 Oktober en tot heden geen spel en ook geen Reactie meer
Gebruikte de verkoper een naam? Ja [accountnaam 5]
Advertentietitel: FC 24 playstation 4 (Fifa 24)
Welke omschrijving staat er bij deze betaling op uw rekeningafschrift? [verdachte] [rekeningnummer 3]
Wat is het bedrag of de waarde van de betaling?: 24,00
4.
Het procesverbaal van aangifte van [slachtoffer 4] van 17 november 2023, pagina’s 3334, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Feit : Fraude met online handel
Pleegdatum : 9 november 2023
Ik kocht game via Facebook maar ik heb later niks meer gehoord
Heeft de verkoper iets geleverd? Nee
Gebruikte de verkoper een naam? Ja [accountnaam 6]
Product: FIFA 2024 PS5
Bankrekeningnummer andere partij: [rekeningnummer 3]
Welke omschrijving staat er bij deze betaling op uw rekeningafschrift?: [verdachte]
Wat is het bedrag of de waarde van de betaling?: 24,00
5.
Het procesverbaal van aangifte van [slachtoffer 6] van 27 december 2023, pagina’s 41-42, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Feit : Fraude met online handel
Pleegdatum: 9 december 2023
Via marketplace op Facebook stond een Dyson airwrap te Koop op 9 december. Haar naam was [accountnaam 4] . Ik heb een bod gedaan en de klant accepteerde het bod. Ik heb toen vragen gesteld
en daarna betaald. Ze reageerde op mijn vragen en kwamen tot online betaling en ze vroeg om de gegevens om te kunnen verzenden. Daarna niets meer vernomen. Ik heb meerdere berichten gestuurd en uiteindelijk werd ik 13 december geblokkeerd.
Voldeed het product aan uw verwachtingen? Nee Niet ontvangen
Gebruikte de verkoper een naam? [accountnaam 4]
Advertentietitel: Dyson airwrap
Bankrekeningnummer andere partij: [rekeningnummer 5]
Naam rekeninghouder andere partij: [verdachte]
6.
Het procesverbaal van aangifte van [slachtoffer 7] van 27 december 2023, pagina’s 45-46, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Feit : Fraude met online handel
Pleegdatum: 14 december 2023
Telefoon gekocht op marketplace Facebook. Verkoper stuurde betaalverzoek via ideal. Volgens link naar sns bank 60 euro overgemaakt.
Heeft de verkoper iets geleverd? Nee
Gebruikte de verkoper een naam? Ja [accountnaam 6]
Advertentietitel: SAMSUNG GALAXY S10 PLUS
Bankrekeningnummer andere partij: [rekeningnummer 5]
Naam rekeninghouder andere partij: [verdachte]
Wat is het bedrag of de waarde van de betaling?: 60,00
7.
Het procesverbaal van aangifte van [slachtoffer 8] van 5 januari 2024, pagina’s 52-53, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Feit : Fraude met online handel
Pleegdatum: 25 december 2023
Op 23 december heb ik via marketplace verkoop op Facebook een Sonos Play 1 gekocht via verkoper [accountnaam 6] , deze heb ik betaald op 25 december. Via een overboeking op een door hem/haar doorgegeven rekening nummer De persoon reageerde netjes totdat ik betaald had, Daarna reageerde deze niet meer. Vanmorgen heb ik een collega laten reageren op diezelfde advertentie of deze nog beschikbaar was,
binnen no time een reactie dat deze nog beschikbaar was.
Product: SONOS SPEAKER
Het product is: Niet geleverd
Accountnaam andere partij: [accountnaam 6]
Bankrekeningnummer andere partij: [rekeningnummer 1]
Naam rekeninghouder andere partij: [verdachte]
Wat is het bedrag of de waarde van de betaling?: 65,00
8.
Het procesverbaal van aangifte van [slachtoffer 9] van 20 februari 2024, pagina’s 63-64, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Feit : Fraude met online handel
Pleegdatum: 7 januari 2024
Zou u een product per post toegestuurd krijgen? Ja
Heeft u een bewijs van verzending ontvangen? Nee
Gebruikte de verkoper een naam? Ja [accountnaam 4]
Producten: SAMSUNG S21 SAMSUNG S10
Bankrekeningnummer andere partij: [rekeningnummer 6]
Wat is het bedrag of de waarde van de betaling?: 135,00
9.
Het procesverbaal van aangifte van [slachtoffer 10] van 21 februari 2024, pagina’s 68-69, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Feit : Fraude met online handel
Pleegdatum: 4 februari 2024
Heeft de verkoper iets geleverd? Nee
Heeft u een bewijs van verzending ontvangen? Nee Na betalen geblokt.
Gebruikte de verkoper een naam? Ja [accountnaam 1]
Product: SAMSUNG S21
Bankrekeningnummer andere partij: [rekeningnummer 6]
Wat is het bedrag of de waarde van de betaling?: 55,00
10.
Het procesverbaal van aangifte van [slachtoffer 11] van 22 februari 2024, pagina’s 72-73, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Feit : Fraude met online handel
Pleegdatum: 20 februari 2024
Ik heb via marktplaats op Facebook een telefoon gekocht. De prijs was 100 euro. De afspraak was, dat ik eerst 50 euro betaal en bij ontvangst nog eens 50 euro. Nadat ik 50 euro had betaald, wilde de verkoper nog eens 50 euro. Dit hadden wij niet afgesproken. Ik heb aangegeven dat ik het misschien
verkeerd had begrepen en vroeg mijn 50 euro terug. Verkoper zei nee, dit zijn servicekosten en heeft mij geblokkeerd
Heeft de verkoper iets geleverd? Nee
Gebruikte de verkoper een naam? Ja [accountnaam 1]
Product: SAMSUNG GALAXY 21+
Bankrekeningnummer andere partij: [rekeningnummer 6]
Wat is het bedrag of de waarde van de betaling?: 50,00
11.
Het procesverbaal van aangifte van [slachtoffer 12] van 6 maart 2024, pagina’s 92-93, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Feit : Fraude met online handel
Pleegdatum: 21 februari 2024
Ik heb via facebook marketplace een bluetooth speaker van JBL "gekocht". Geld overgemaakt, maar geen product ontvangen. De verkoopster reageert niet op mijn berichten.
Gebruikte de verkoper een naam? Ja [accountnaam 3]
Product: SPEAKER JBL CHARGE 5
Het product is: Niet geleverd
Bankrekeningnummer andere partij: [rekeningnummer 6]
Wat is het bedrag of de waarde van de betaling?: 40,00
12.
Het procesverbaal van aangifte van [slachtoffer 13] van 2 april 2024, pagina’s 9697, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Feit : Fraude met online handel
Pleegdatum: 29 maart 2024
Op 29/03/24 vond ik een mobiel op Facebook Marktplaats, ik schreef de verkoper of hij beschikbaar was en hij antwoordde me ja, later vroeg ik hem of hij het kon opsturen, aangezien hij niet woonde
waar ze de advertentie had gepubliceerd (Lelystad), en hij antwoordde me dat hij het kon opsturen. Toen ik de overschrijving had gedaan, vertelde hij me dat hij het zou opsturen. Ik maakte de overschrijving op 29/03/24 via mijn bank. Ik schreef hem verschillende keren om te weten of hij de telefoon had opgestuurd en hij antwoordde niet tot hij me de volgende ochtend blokkeerde.
Gebruikte de verkoper een naam? Ja [accountnaam 1]
Product: SAMSUNG GALAXY S10
Het product is: Niet geleverd
Bankrekeningnummer andere partij: [rekeningnummer 6]
Wat is het bedrag of de waarde van de betaling?: 55,00
13.
Het procesverbaal van aangifte van [slachtoffer 14] van 2 april 2024, pagina’s 101102, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Feit : Fraude met online handel
Pleegdatum: 23 maart 2024
Ik had met een verkoper op facebook afgesproken dat de verkoper het zou opsturen nadat ik een betaling per bank had overgemaakt maar na de betaling heeft de verkoper me geblokkeerd en nooit meer iets laten weten.
Producten:
JBL CHARGE 5 Het product is: Niet geleverd
SAMSUNG GALAXY S10 Het product is: Niet geleverd
Accountnaam andere partij: [accountnaam 2]
Bankrekeningnummer andere partij: [rekeningnummer 6]
Wat is het bedrag of de waarde van de betaling?: 80,00
14.
Het procesverbaal van aangifte van [slachtoffer 15] van 8 april 2024, pagina’s 105-106, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Feit : Fraude met online handel
Pleegdatum: 1 april 2024
Zou u een product per post toegestuurd krijgen? Hij reageert niet meer
Gebruikte de verkoper een naam? Ja [accountnaam 3]
Product: SAMSUNG GALAXY S10
Het product is: Niet geleverd
Bankrekeningnummer andere partij: [rekeningnummer 6]
Wat is het bedrag of de waarde van de betaling?: 55,95
15.
Het procesverbaal van aangifte van [slachtoffer 16] van 10 april 2024, pagina’s 109-110, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Feit : Fraude met online handel
Pleegdatum: 7 april 2024
Ik ben via Facebook Marketplace opgelicht door iemand die ook nog eens een foto van iemand anders blijkt te gebruiken, ik kocht iets en na betaling reageerde de persoon nergens meer op, ik kon geen contact meer krijgen.
Gebruikte de verkoper een naam? Ja [accountnaam 2]
Producten:
SAMSUNG GALAXY S10 ZWART Het product is: Niet geleverd
JBL CHARGE 5 Het product is: Niet geleverd
Bankrekeningnummer andere partij: [rekeningnummer 6]
Wat is het bedrag of de waarde van de betaling?: 85,00
16.
Het procesverbaal van aangifte van [slachtoffer 17] van 14 april 2024, pagina’s 118-119, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Feit : Fraude met online handel
Pleegdatum: 6 april 2024
Ik heb via marketplace van Facebook een JBL boxje gekocht. Ik heb het bedrag plus verzendkosten overgemaakt. Betaling gedaan. Vervolgens niets meer gehoord. Uiteraard diverse keren navraag gedaan wanneer het verzonden zou worden, maar ben geblokt.
Gebruikte de verkoper een naam? Ja [accountnaam 2]
Product: JBL CHARGE 5
Het product is: Niet geleverd
Bankrekeningnummer andere partij: [rekeningnummer 6]
Wat is het bedrag of de waarde van de betaling?: 40,95
17.
Het procesverbaal verstrekking gevorderde identificerende gegevens bij banken van 27 februari 2024, pagina 244, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
De voornoemde bank is gevorderd om de beschikbare identificerende en/of productgegevens te verstrekken gerelateerd aan: [rekeningnummer 5]
Door de voornoemde banken (en) zijn de volgende identificerende gegevens verstrekt:
Geboortedatum: [geboortedatum] -2002
Achternaam: [verdachte]
Voornaam: [verdachte]
Rol: Rekeninghouder