ECLI:NL:RBOVE:2025:1739

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
25 maart 2025
Publicatiedatum
27 maart 2025
Zaaknummer
11290188 \ CV EXPL 24-3202
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Non-conformiteit bij de verkoop van een camper en ontbinding van de koopovereenkomst

In deze zaak heeft eiseres een camper gekocht van gedaagde, maar stelt dat de camper niet voldoet aan de overeenkomst vanwege een schadeverleden. Eiseres vordert een verklaring voor recht dat de overeenkomst rechtsgeldig is ontbonden en dat gedaagde de camper terugneemt en het aankoopbedrag terugbetaalt. De kantonrechter oordeelt dat er sprake is van non-conformiteit, omdat de camper niet veilig te gebruiken is en niet aan de APK-normen voldoet. Eiseres heeft de overeenkomst rechtsgeldig ontbonden en gedaagde moet de koopsom terugbetalen en medewerking verlenen aan de overschrijving van de camper. Daarnaast moet gedaagde een deel van de door eiseres gemaakte kosten vergoeden. De kantonrechter wijst de vorderingen van eiseres toe, inclusief de wettelijke rente over de koopsom en de onderzoekskosten.

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: 11290188 \ CV EXPL 24-3202
Vonnis van 25 maart 2025
in de zaak van
[eiseres],
te [woonplaats 1] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiseres] ,
procederend in persoon,
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats 2] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 23 augustus 2024 met producties 1 tot en met 12;
- de conclusie van antwoord van 1 oktober 2024;
- de brief van 7 november 2024 waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de mondelinge behandeling van 28 januari 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De zaak in het kort

2.1.
[eiseres] heeft een camper van [gedaagde] gekocht. [eiseres] stelt dat de camper niet beantwoordt aan de overeenkomst, doordat deze een schadeverleden heeft. [eiseres] stelt dat zij dit niet hoefde te verwachten. [eiseres] vordert een verklaring voor recht dat de overeenkomst rechtsgeldig is ontbonden. Zij wil dat [gedaagde] de camper terugneemt en het aankoopbedrag en de kosten (terug)betaalt.
2.2.
De kantonrechter is van oordeel dat er sprake is van non-conformiteit. [eiseres] heeft de overeenkomst rechtsgeldig ontbonden. [gedaagde] moet de koopsom terugbetalen aan [eiseres] en medewerking verlenen om de camper weer over te schrijven op naam van [gedaagde] . Daarnaast dient [gedaagde] een deel van de door [eiseres] gemaakte kosten te vergoeden.

3.De feiten

3.1.
[eiseres] heeft op 13 juli 2023 van [gedaagde] een Fiat Ducato camper met kenteken [kenteken] (hierna: de camper) gekocht voor een bedrag van € 11.000,00. De camper werd door [gedaagde] aangeboden via Marktplaats.
3.2.
De camper is op verzoek van een vorige eigenaar in april 2023 APK goedgekeurd door [bedrijf] . Op 29 april 2024 heeft [eiseres] de camper wederom bij deze garage aangeboden voor de APK keuring. Toen is gebleken dat de camper op 22 mei 2023 betrokken is geweest bij een eenzijdig ongeval. [bedrijf] heeft hierover op 21 mei 2024 een e-mail naar [eiseres] gestuurd waarin staat:

(…) Deze camper is rond mei/juni 2023 bij ons binnengebracht met een forse front schade.
De bestaande klant van ons is er mee in en greppel terecht gekomen en daardoor was er forse schade ontstaan aan de voorzijde.
Met gevolg dat het front er scheef voor staat en dat de balken voor er behoorlijk scheef onder staan.Na advies van ons is de camper niet klaar gemaakt en heeft de klant de camper zelf afgevoerd
Wat schets onze verbazing, de camper met kenteken [kenteken] wordt ons weer aangeboden voor onderhoud op 29 april-2024
Dus wij dachten dat de schade zal wel volledig zijn gerepareerd.
Helaas bleek dit niet het geval, de frontbalken zijn nog getordeerd, de dwarsbalk voor staat krom en daardoor hangt de radiateur los.
Front staat er dus nog krom voor
Dit vinden wij te onveilig en hebben dus de eigenaar gebeld om dit te delen en te laten zien (…)”
In aanvulling hierop heeft [bedrijf] schriftelijk verklaard:
“(…) Heb de oud eigenaar gesproken en die kon zich niet voorstellen dat de camper weer op de weg heeft gereden.
(…)
En bij deze bevestig ik dat de schade zeker te zien was toen de bumper er af lag
Beide kokerbalken voor staan nog beneden gebogen met het gevolg dat de dwarsbalk voor behoorlijk naar beneden staat en de radiateur er eigenlijk los tussen hangt (…)”
3.3.
Op 30 april 2024 heeft [eiseres] [gedaagde] op de hoogte gesteld van de bevindingen met betrekking tot de camper en schriftelijk verklaard de koopovereenkomst ongedaan te willen maken. [eiseres] heeft de camper vanaf dat moment niet meer gebruikt.
3.4.
Na contact tussen [eiseres] en [gedaagde] is besloten de camper ter onderzoek aan te bieden bij een door [gedaagde] gekozen garage. Die garage heeft aangegeven de camper te kunnen repareren voor een bedrag van ongeveer € 4.000,00. [gedaagde] heeft aangeboden een bedrag van € 1.000,00 te betalen. Hier is [eiseres] niet mee akkoord gegaan.
3.5.
Per aangetekende brief van 20 juni 2024 heeft [eiseres] de overeenkomst buitengerechtelijk ontbonden.
3.6.
Bij brief van 21 juni 2024 heeft [gedaagde] verklaard niet mee te werken aan ontbinding.

4.Het geschil

4.1.
[eiseres] vordert - samengevat - voor recht te verklaren dat de koopovereenkomst op 20 juni 2024 is ontbonden, althans dat deze overeenkomst ontbonden wordt en dat [gedaagde] wordt veroordeeld om aan [eiseres] de koopsom plus wettelijke rente hierover (terug) te betalen. Verder wil [eiseres] dat [gedaagde] , op straffe van een dwangsom, wordt veroordeeld om mee te werken aan overschrijving van het kenteken van de camper op naam van [gedaagde] en dat [gedaagde] wordt verplicht de camper op te halen. [eiseres] vordert daarnaast vergoeding van € 1.129,43 aan reparatie- en onderzoekskosten, € 41,85 per maand aan wegenbelasting vanaf 13 juli 2023 t/m 17 mei 2024, € 66,00 per maand aan motorrijtuigenbelasting vanaf 13 juli 2023 t/m 17 mei 2024 en € 29,10 aan schorsingskosten. Tot slot vordert [eiseres] buitengerechtelijke kosten en proceskosten.
4.2.
[gedaagde] voert verweer. [gedaagde] concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eiseres] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [eiseres] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiseres] in de kosten van deze procedure.
4.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

5.1.
De vorderingen van [eiseres] zijn primair gebaseerd op de stelling dat de camper non-conform is. De kantonrechter zal daarom eerst beoordelen of hiervan sprake is.
De camper beantwoordt niet aan de overeenkomst
5.2.
[eiseres] stelt dat het haar bij bezichtiging van de camper opviel dat de camper een nieuwe bumper had en dat [gedaagde] hierover verklaarde dat dit zou komen doordat er met de camper een hert is aangereden. Voor de rest reed de camper volgens [gedaagde] prima en zou hij technisch in orde zijn. [eiseres] had geen reden om hieraan te twijfelen en verder onderzoek te doen, omdat haar verder geen bijzonderheden waren opgevallen, de camper net een nieuwe APK had, de vraagprijs marktconform was en de camper in de proefrit prima reed. Uit de verklaring van [bedrijf] en een nieuwsartikel blijkt dat de camper 22 mei 2023 betrokken is geweest bij een eenzijdig ongeval. Hierdoor is er forse schade aan de voorzijde ontstaan. De frontbalken zijn getordeerd, de dwarsbalk voor staat krom en de radiateur hangt los. Naar het oordeel van de garage kon de camper hierdoor niet meer veilig de weg op. Het advies was de camper niet te laten repareren, omdat de schade dusdanig groot was dat dit bijna niet meer te herstellen was. [eiseres] stelt dat [gedaagde] de camper desondanks toch in deze staat aan haar verkocht heeft en dat zij dit niet hoefde te verwachten. De camper beantwoordt niet aan de overeenkomst en is er sprake van non-conformiteit, aldus [eiseres] .
5.3.
[gedaagde] voert hiertegen het volgende aan. [gedaagde] heeft de camper particulier verkocht, zonder garantie. [gedaagde] heeft de camper door inruil verkregen. Een ouder koppel was op zoek naar iets groters. Toen [gedaagde] de camper bezichtigde, zag hij dat er een scheur in de bumper zat. Hem is toen verteld dat dit kwam door een aanrijding met een hert. [gedaagde] heeft een tweedehands bumper gekocht en deze heeft hij eronder laten zetten. [gedaagde] heeft de camper zelf maar korte tijd in bezit gehad. Dit alles heeft hij ook verteld aan [eiseres] . Voor [eiseres] was duidelijk dat het geen schadevrije camper was. Aan de buitenkant was aanzienlijke schade zichtbaar en door de camper te kopen heeft [eiseres] zelf het risico genomen dat er ook niet zichtbare schade aanwezig was, aldus [gedaagde] . Verder wijst [gedaagde] erop dat [eiseres] bijna een jaar probleemloos in de camper heeft gereden en dat er geen WOK-melding op het voertuig zat. Ten tijde van de levering bezat de camper de eigenschappen die [eiseres] op grond van de overeenkomst mocht verwachten, waardoor de camper aan de overeenkomst beantwoordt en er geen sprake is van non-conformiteit, aldus [gedaagde] .
5.4.
De kantonrechter stelt voorop dat tussen partijen niet in geschil is dat [gedaagde] de camper als particulier heeft verkocht. Het gaat dus om een koop tussen twee particulieren. Dat betekent dat het consumentenrecht niet van toepassing is. Uitgangspunt is echter ook dan dat een afgeleverde zaak aan de overeenkomst moet beantwoorden, dat wil zeggen aan de gerechtvaardigde verwachting van de koper moet voldoen. De koper mag verwachten dat de zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan hij de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen. De gerechtvaardigde verwachting wordt ingekleurd door de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper heeft gedaan (artikel 7:17 van het Burgerlijk Wetboek, hierna: BW). Als een (tweedehands) auto (of, zoals in dit geval, een camper) wordt gekocht waarvan de verkoper weet dat deze wordt gekocht om daarmee aan het verkeer deel te nemen, beantwoordt deze in principe niet aan de overeenkomst als door een gebrek aan de auto (dat niet op eenvoudige wijze kan worden ontdekt en hersteld) het gebruik van de auto gevaar voor de verkeersveiligheid zou opleveren (HR 15 april 1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1338).
5.5.
De kantonrechter is van oordeel dat de camper ten tijde van de levering niet de eigenschappen bezat die [eiseres] mocht verwachten. Zoals op de mondelinge behandeling niet meer weersproken door [gedaagde] , staat namelijk vast dat de camper op 22 mei 2023 betrokken is geweest bij een eenzijdig ongeval, waarbij schade is ontstaan aan de voorzijde van de camper. Ook staat naar het oordeel van de kantonrechter vast dat de camper in deze staat niet veilig de weg op kan en niet aan de APK normen voldoet. Dit blijkt uit zowel de verklaring van [bedrijf] als uit de Whatsappcorrespondentie van 7 mei 2024, zoals in het geding gebracht door [eiseres] (productie 5 bij dagvaarding). In een Whatsappbericht geeft [gedaagde] immers aan dat zijn garage ‘de camper repareert op een manier zodat qua veiligheid weer wordt voldaan aan de APK normen’. Het enkele feit dat [eiseres] de camper wel twee keer heeft gebruikt, zoals [gedaagde] heeft aangevoerd, is vanwege deze verklaringen niet genoeg om te oordelen dat de camper toen voldeed aan de veiligheidseisen. De schade had bovendien niet op eenvoudige wijze door [eiseres] kunnen worden ontdekt, omdat daarvoor de bumper moet worden losgemaakt. De schade kan ook niet zonder kostbare reparatie worden hersteld. Herstel tot een APK-waardige camper kost volgens de garage van [gedaagde] namelijk circa € 4.000,00.
5.6.
De conclusie van het hiervoor overwogene is dat de camper niet aan de overeenkomst beantwoordt. [gedaagde] heeft nog betoogd dat [eiseres] beter onderzoek had moeten doen, maar dat kan in dit geval niet tot een ander oordeel leiden. [eiseres] mocht, gelet op de aard van de zaak en de mededelingen van [gedaagde] hierover, verwachten dat zij een camper kocht die geschikt was om daarmee veilig aan het verkeer deel te nemen. De camper is immers gekocht om direct te gebruiken, deze zou technisch in orde zijn en er is een marktconforme prijs betaald. De camper bleek echter ten tijde van de aflevering (achteraf gezien) al niet aan deze eisen te voldoen. Of [gedaagde] hier al dan niet van op de hoogte was en dat de camper geen WOK-status had, doet hieraan niets af. Er is sprake van non-conformiteit.
[eiseres] heeft de overeenkomst rechtsgeldig ontbonden
5.7.
Op grond van artikel 6:265 BW geeft iedere tekortkoming van een partij in de nakoming van een verbintenis aan de wederpartij de bevoegdheid om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden, tenzij de tekortkoming, gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis, deze ontbinding en haar gevolgen niet rechtvaardigt. Voor zover nakoming niet blijvend of tijdelijk onmogelijk is, ontstaat de bevoegdheid tot ontbinding pas, wanneer de schuldenaar in verzuim is.
5.8.
[eiseres] stelt dat [gedaagde] is tekortgeschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst, omdat [gedaagde] een non-conforme camper aan [eiseres] heeft verkocht. [eiseres] stelt dat zij de overeenkomst zelf al in een brief van 30 april 2024 rechtsgeldig buitengerechtelijk heeft ontbonden. Indien die brief niet als een rechtsgeldige buitengerechtelijke ontbinding kwalificeert, stelt [eiseres] dat dit in de brief van 20 juni 2024 van haar gemachtigde alsnog op de juiste manier is gebeurd.
5.9.
[gedaagde] voert hiertegen aan dat er geen sprake is van non-conformiteit, waardoor er ook geen sprake is van een tekortkoming in de nakoming van verplichtingen uit de overeenkomst. [eiseres] heeft de overeenkomst volgens [gedaagde] dan ook niet rechtsgeldig ontbonden.
5.10.
De kantonrechter is van oordeel dat [gedaagde] is tekortgeschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst door een non-conforme camper te leveren aan [eiseres] . Die tekortkoming rechtvaardigt ontbinding. In dit geval is geen sprake van nakoming die blijvend of tijdelijk onmogelijk is. Dat betekent dat voor een rechtsgeldige ontbinding onder andere vereist is dat de schuldenaar in verzuim is. Verzuim kan op verschillende manieren intreden (zie artikelen 6:82 en 6:83 BW). De kantonrechter is van oordeel dat de brief van 30 april 2024 niet aan de vereisten van een ingebrekestelling voldoet, omdat [gedaagde] in dat bericht geen redelijke termijn voor de nakoming is gesteld.
5.11.
In dit geval is verzuim zonder ingebrekestelling ingetreden. Na het onderzoek bij de garage van [gedaagde] is duidelijk geworden dat de schade aan de camper op zijn minst ongeveer € 4.000,00 is. [gedaagde] heeft toen uitdrukkelijk aangegeven die kosten niet volledig te gaan betalen. Op grond van artikel 6:81 jo. 6:83 sub c BW is het verzuim toen zonder ingebrekestelling ingetreden, omdat [eiseres] uit de mededeling van [gedaagde] , waarin hij zich bereid toonde maximaal € 1.000,00 te betalen, mocht afleiden dat hij tekort zou schieten. De kantonrechter is van oordeel dat de overeenkomst vervolgens bij brief van 20 juni 2024 rechtsgeldig is ontbonden. De kantonrechter zal de gevorderde verklaring voor recht dan ook toewijzen.
Gevolgen ontbinding overeenkomst
5.12.
In artikel 6:271 BW is bepaald dat de ontbinding van de overeenkomst partijen bevrijdt van de daardoor getroffen verbintenissen. Voor zover verbintenissen reeds zijn nagekomen, ontstaan voor partijen verbintenissen tot ongedaanmaking van de reeds door hen ontvangen prestaties.
5.13.
De kantonrechter is van oordeel dat de koopprijs van € 11.000,00 moet worden terugbetaald door [gedaagde] en dat hij de camper moet (laten) ophalen. [eiseres] heeft gevorderd dat [gedaagde] binnen drie werkdagen na ontvangst van de tenaamstellingscode en het kentekenbewijs moet meewerken aan de overschrijving van het kenteken van de camper alsmede het vrijwaringsbewijs aan [eiseres] moet overleggen. [eiseres] heeft daar een dwangsom aan gekoppeld. De kantonrechter begrijpt de vordering zo dat [eiseres] wil dat [gedaagde] meewerkt aan de overdracht van de camper en dat een dwangsom wordt verbeurd als hij dat niet doet. De kantonrechter zal de vorderingen van [eiseres] toewijzen in die zin dat [gedaagde] binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis de camper moet (laten) ophalen onder afgifte van het vrijwaringsbewijs. De kantonrechter geeft [gedaagde] hiermee ruim de tijd om in onderling overleg met [eiseres] de camper over te nemen onder afgifte van het vrijwaringsbewijs. De kantonrechter acht een dwangsom op zijn plaats indien [gedaagde] de geboden tijd niet gebruikt. De gevorderde dwangsom zal worden beperkt en gemaximeerd zoals in de beslissing is vermeld.
[eiseres] heeft gedeeltelijk recht op schadevergoeding
5.14.
[eiseres] vordert vergoeding van de door haar betaalde:
  • Reparatie- en onderzoekskosten van in totaal € 1.129,43;
  • Verzekeringspremie vanaf 13 juli 2023 t/m 17 mei 2024 van € 41,85 per maand;
  • Motorrijtuigenbelasting vanaf 13 juli 2023 t/m 17 mei 2024 van € 66,00 per maand;
  • Schorsingskosten van € 29,10.
5.15.
Er is vanwege de non-conformiteit sprake van een tekortkoming aan de zijde van [gedaagde] die hem gelet op de feiten en omstandigheden ook kan worden toegerekend. Dit brengt mee dat [gedaagde] de schade die [eiseres] als gevolg van de tekortkoming heeft geleden, moet vergoeden.
5.16.
De vordering van [eiseres] om [gedaagde] te veroordelen tot schadevergoeding, in de vorm van reparatie- en onderzoekskosten van in totaal € 1.129,43, bestaat uit € 371,79 voor een nieuw matras, € 449,00 voor een dakluik, € 235,50 voor een rolgordijn en € 73,14 aan onderzoekskosten van [bedrijf] .
5.17.
De kantonrechter wijst de vordering ten aanzien van het matras, dakluik en rolgordijn af. [eiseres] heeft aan deze vorderingen ten grondslag gelegd dat [gedaagde] door deze reparaties een betere camper terugkrijgt dan hij geleverd heeft en dat hij hierdoor ongerechtvaardigd is verrijkt. [eiseres] heeft echter onvoldoende onderbouwd waarom dit het geval is. Niet duidelijk is waarom deze onderdelen vervangen dienden te worden en waardoor de waarde van de camper gestegen zou zijn ten opzichte van hoe die was bij levering.
5.18.
De onderzoekskosten van € 73,14 wijst de kantonrechter wel toe, aangezien deze kwalificeren als redelijke kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid en derhalve toewijsbaar zijn op grond van artikel 6:96 lid 2 sub b BW. [gedaagde] heeft ook geen verweer gevoerd tegen deze vordering.
5.19.
Ten aanzien van de verzekeringspremie en motorrijtuigenbelasting geldt dat, omdat de kantonrechter hiervoor heeft vastgesteld dat de camper niet aan de overeenkomst beantwoordt, deze kosten in beginsel voor rekening van [gedaagde] komen op grond van artikel 6:275 BW jo. artikel 3:120 lid 2 BW. Nu [eiseres] tot 29 april 2024 (het moment waarop zij de gebreken ontdekte) van de camper gebruik heeft gemaakt, is de kantonrechter van oordeel dat de verzekeringspremie en wegenbelasting tot die datum ook voor haar rekening moeten komen. De kosten die nadien zijn gemaakt, komen voor vergoeding in aanmerking. [eiseres] vordert deze kosten tot en met 17 mei 2024. Aangezien dit binnen een maand na 29 april 2024 is, wijst de kantonrechter deze kosten voor één maand toe. [gedaagde] moet aan [eiseres] dus € 41,85 aan verzekeringspremie en € 66,00 aan motorrijtuigenbelasting vergoeden.
5.20.
De vergoeding van de kosten voor schorsing van de auto wordt toegewezen. Uit de stukken (productie 12 bij dagvaarding) volgt dat de auto met ingang van 17 mei 2024 is geschorst en dat [eiseres] daarvoor € 29,10 heeft betaald. Deze kosten zouden niet zijn gemaakt indien [gedaagde] correct was nagekomen.
Wettelijke rente
5.21.
[eiseres] vordert de wettelijke rente over de koopsom en over de reparatie- en onderzoekskosten vanaf 7 juli 2024.
5.22.
In artikel 6:119 BW is bepaald dat de schuldenaar wettelijke rente is verschuldigd over de tijd dat de schuldenaar in verzuim is met de voldoening van de vordering. De datum van verzuim moet ten aanzien van de terugbetalingsverplichting apart worden beoordeeld. Op grond van artikel 6:81 BW jo artikel 6:82 BW is van verzuim sprake als aan de schuldenaar schriftelijk een termijn wordt gesteld voor nakoming en de nakoming binnen die termijn uitblijft.
5.23.
Bij brief van 20 juni 2024 heeft [eiseres] gelijktijdig met de ontbinding (terug)betaling gevraagd van de koopsom en voornoemde kosten. Hiervoor is een termijn gesteld tot 7 juli 2024. Aangezien [gedaagde] niet binnen deze termijn heeft betaald, verkeert hij vanaf die datum in verzuim ten aanzien van de terugbetalingsverplichting. De kantonrechter zal de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW daarom toewijzen vanaf 7 juli 2024 over de koopsom van € 11.000,00 en de toegewezen onderzoekskosten van € 73,14.
Buitengerechtelijke incassokosten
5.24.
[eiseres] vordert vergoeding van buitengerechtelijk incassokosten. De kantonrechter wijst deze vordering af. [eiseres] heeft onvoldoende gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. [eiseres] heeft, op één brief van een advocaat na, alle correspondentie zelf verzorgd.
Proceskosten
5.25.
[gedaagde] is grotendeels in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten betalen. Nu [eiseres] geen gemachtigde heeft gesteld wijst de kantonrechter geen ‘salaris gemachtigde’ en ‘nakosten’ toe. Omdat [eiseres] bij de zitting is verschenen, wordt ambtshalve een forfaitair bedrag van € 50,00 aan reis-, verblijf- en verletkosten toegekend.
De proceskosten van [eiseres] worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
135,97
- griffierecht
706,00
- reis-, verblijf- en verletkosten
50,00
Totaal
891,97
De kosten van betekening worden toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

6.De beslissing

De kantonrechter
6.1.
verklaart voor recht dat de tussen [eiseres] en [gedaagde] gesloten koopovereenkomst per 20 juni 2024 is ontbonden,
6.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres] terug te betalen een bedrag van € 11.000,00 aan koopsom, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 7 juli 2024 tot aan de dag der algehele voldoening,
6.3.
veroordeelt [gedaagde] om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis de camper op te (laten) halen bij [eiseres] , met afgifte aan [eiseres] van een vrijwaringsbewijs, op straffe van een door [gedaagde] aan [eiseres] te betalen dwangsom van € 50,00 voor iedere dag dat [gedaagde] hieraan niet voldoet, met een maximum van € 10.000,00,
6.4.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres] te betalen een bedrag van € 73,14 aan onderzoekskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 juli 2024 tot aan de dag der algehele voldoening,
6.5.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres] te betalen een bedrag van € 41,85 aan verzekeringspremie,
6.6.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres] te betalen een bedrag van € 66,00 aan motorrijtuigenbelasting,
6.7.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres] te betalen een bedrag van € 29,10 aan schorsingskosten,
6.8.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 891,97, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
6.9.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
6.10.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.N.R. Wegerif en in het openbaar uitgesproken op 25 maart 2025.