ECLI:NL:RBOVE:2025:1832

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
31 maart 2025
Publicatiedatum
31 maart 2025
Zaaknummer
07-653035-10
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging terbeschikkingstelling en afwijzing verzoek tot voorwaardelijke beëindiging van verpleging

Op 31 maart 2025 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van een betrokkene, geboren in 1969. De rechtbank heeft het verzoek van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar toegewezen en het verzoek tot het onderzoeken van de mogelijkheden voor een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege afgewezen. De betrokkene is eerder ter beschikking gesteld na bewezenverklaring van verschillende misdrijven, waaronder diefstal en afpersing. De terbeschikkingstelling is ingegaan op 7 april 2012 en is sindsdien meerdere keren verlengd. De rechtbank heeft kennisgenomen van het verlengingsadvies van de kliniek, waaruit blijkt dat de betrokkene lijdt aan verschillende stoornissen, waaronder een antisociale persoonlijkheidsstoornis. De rechtbank oordeelt dat de veiligheid van anderen eist dat de maatregel van terbeschikkingstelling wordt verlengd, gezien het recidiverisico en de aanwezige stoornissen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een gedegen behandelplan ligt vanuit de kliniek, maar dat het nog te vroeg is om de mogelijkheden voor een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging te onderzoeken. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 07-653035-10
Datum uitspraak: 31 maart 2025
Beslissing op de vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] 1969 in [geboorteplaats] ,
nu verblijvende in [verblijfplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene.

1.De aanleiding

Betrokkene is bij arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 2 februari 2012 ter
beschikking gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege, na bewezenverklaring van
de misdrijven:
- diefstal;
- diefstal, voorafgegaan van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en;
- afpersing.
De terbeschikkingstelling is ingegaan op 7 april 2012. Bij beslissing van deze rechtbank van
1 oktober 2019 is de verpleging van overheidswege voorwaardelijk beëindigd. Bij beslissing
van deze rechtbank van 10 september 2020 is de hervatting van de verpleging van
overheidswege gelast. Op 7 april 2023 is de terbeschikkingstelling verlengd voor de duur van een jaar, en ten aanzien van het bevel verpleging is de beslissing aangehouden.
Bij beslissing van 23 oktober 2023 heeft deze rechtbank een nader aanhoudingsverzoek afgewezen en het verzoek tot voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van
overheidswege afgewezen. De terbeschikkingstelling is laatstelijk verlengd bij beslissing van 25 maart 2024 en eindigt, behoudens nadere voorziening, op 28 maart 2025.

2.De stukken

De rechtbank heeft kennis genomen van de op grond van artikel 6:6:12 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) overgelegde stukken, te weten:
  • het verlengingsadvies van [verblijfplaats] (hierna: de kliniek) van 17 december 2024, opgemaakt en ondertekend door [medewerker GGZ] , regiebehandelaar en verpleegkundig specialist GGZ en H. Beintema, behandelend psychiater, en S. Wopereis, GZ-psycholoog en;
  • een afschrift van de wettelijke aantekeningen over de periode van 21 november 2023 tot en met 5 februari 2024.

3.De procedure

Het Openbaar Ministerie heeft op 21 februari 2025 een vordering ingediend tot verlenging van bovenvermelde termijn met één jaar.
Het onderzoek van de zaak heeft plaatsgevonden op de openbare terechtzitting van 17 maart 2025. De rechtbank heeft op de openbare terechtzitting gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. S. Marjanovic, advocaat te
  • de officier van justitie;
  • [medewerker GGZ] , voornoemd, als deskundige.
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij de vordering tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling met een jaar.
Betrokkene en zijn raadsvrouw hebben verzocht de duur van de verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling te beperken tot een jaar en de definitieve beslissing over de verpleging van overheidswege voor maximaal drie maanden aan te houden opdat de reclassering de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging zal onderzoeken.

4.De beoordeling

De vordering is op 21 februari 2025 ingediend. Dit is tijdig.
De rechtbank neemt bij haar overweging het over betrokkene opgemaakte advies van de kliniek en de toelichting van de deskundige ter zitting in aanmerking.
Het verlengingsadvies van de kliniek
Het verlengingsadvies van de kliniek houdt, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende in. Bij betrokkene is sprake van een antisociale persoonlijkheidsstoornis met narcistische trekken, een stoornis in cannabisgebruik, een stoornis in alcoholgebruik (in remissie in een gereguleerde omgeving) een stoornis in het gebruik van cocaïne (ernstig, in remissie in een gereguleerde omgeving) en een stoornis in het gebruik in een hypnoticum of anxiolyticum (ernstig, in remissie in een gereguleerde omgeving). Daarnaast is bij betrokkene sprake van een beperkt intellectueel vermogen en een laag niveau van sociaal emotioneel functioneren.
Betrokkene is op 5 februari 2024 met een transmurale verlofmachtiging overgeplaatst naar [locatie 1] . Deze overplaatsing bracht voor betrokkene veel spanningen met zich mee. Ondanks deze spanningen heeft betrokkene in de [locatie 1] zijn vrijheden snel opgebouwd, conform het stappenplan. Betrokkene bleef last houden van opbouwende spanningen, onder meer omtrent aanvragen die hij bij de begeleiding had gedaan. Betrokkene bleef vasthouden aan de opvatting dat hij geen behandeling nodig had, waardoor hij herhaaldelijk terugkwam op zijn traject. Volgens hem zou dit traject in een versneld tempo kunnen worden doorlopen. Verder moest betrokkene een hartkatherisatie ondergaan, wat in combinatie met andere stressfactoren resulteerde in een ongeoorloofde afwezigheid tijdens zijn verlof op 28 juni 2024. Tijdens zijn onttrekking kreeg betrokkene hartproblemen en heeft er een spoedoperatie plaatsgevonden. Na zijn opname in het ziekenhuis is betrokkene voor een time-out geplaatst in het [verblijfplaats] .
Op 2 september 2024 is betrokkene teruggekeerd naar [locatie 1] . De behandeling bij [locatie 1] is vervolgens op 17 oktober 2024 stopgezet, vanwege oplopende samenwerkingsproblemen. De [locatie 1] concludeerde dat zij niet konden bieden wat betrokkene nodig had om niet terug te vallen in delictgerelateerd gedrag, waardoor betrokkene is teruggeplaatst naar het [verblijfplaats] op de afdeling [locatie 2] .
Betrokkene zal de komende periode toewerken naar een plaatsing op de transmurale voorziening van de kliniek. Een complicerende factor hierbij is dat het ministerie de machtiging Transmuraal verlof van betrokkene heeft ingetrokken en pas weer een machtiging wil afgeven nadat er een analyse is gedaan op de terugplaatsing vanuit de [locatie 1] . Na toekenning van het ministerie zullen vanuit de kliniek de begeleide verloven weer worden hervat om uiteindelijk toe te werken naar onbegeleide verloven. Vanuit de transmurale voorziening zal vervolgens toegewerkt worden naar een beschermd wonen voorziening in de omgeving van [plaats] . Gelet op de voornoemde ontwikkelingen adviseert de kliniek om de terbeschikkingstelling met dwangverpleging met één jaar te verlengen.
De deskundige ter terechtzitting
Op de zitting heeft [medewerker GGZ] het advies gehandhaafd en in aanvulling op het rapport naar voren gebracht dat het doel was om betrokkene te plaatsen op een plek waar hij zelfstandig kon functioneren. Toen deze plek gevonden was, werd door het ATV geen positief advies gegeven waardoor de beschikbare plek kwam te vervallen. Vanuit het ATV is nu enkel positief advies om betrokkene te plaatsen op beveiligingsniveau 2 en betrokkene kan binnenkort op zo’n plek geplaatst worden. Betrokkene zit nu nog in de opbouwfase voor onbegeleid verlof. Eventueel proefverlof zal pas kunnen starten nadat betrokkene is geplaatst bij een vervolgvoorziening. Op dit moment is er nog geen zicht op die vervolgvoorziening.
Al met al is voor dit traject nog wel enige tijd nodig.
Het oordeel van de rechtbank
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen eist dat de maatregel van terbeschikkingstelling wordt verlengd. Op grond van wat in het verlengingsadvies van de kliniek en ter zitting is
toegelicht, stelt de rechtbank vast dat sprake is van een aanwezige stoornissen en dat sprake is van recidiverisico. Aan de criteria voor de verlenging van de terbeschikkingstelling is
daarom voldaan.
Betrokkene is teruggekeerd naar de kliniek en zal in de komende periode toewerken naar een plaatsing op de transmurale voorziening van de kliniek. De rechtbank overweegt dat er vanuit de kliniek een gedegen plan ligt. De verloven zullen (na toekenning van de machtiging) weer worden hervat en daarna zal er worden toegewerkt worden naar onbegeleide verloven. Vervolgens zal vanuit de transmurale voorziening worden toegewerkt naar een beschermd wonen voorziening in de omgeving van [plaats] .
Gelet op het gedegen plan van de kliniek en hetgeen door de deskundige ter zitting nader is toegelicht, acht de rechtbank het in dit stadium van de behandeling te vroeg om de reclassering de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege te laten onderzoeken De rechtbank zal het verzoek van de raadsvrouw om de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging te onderzoeken daarom afwijzen en de terbeschikkingstelling met één jaar verlengen.
5.
De beslissing
De rechtbank:
  • wijst afhet verzoek tot het doen onderzoeken van de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege;
  • verlengt de terbeschikkingstelling met bevel verpleging van
Aldus gegeven door mr. A. van Holten, voorzitter, mr. S.K. Huisman en mr. R. Horstink, rechters, in tegenwoordigheid van E. Bauhuis als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 31 maart 2025.
mr. R. Horstink is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.