ECLI:NL:RBOVE:2025:2082

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
7 april 2025
Publicatiedatum
7 april 2025
Zaaknummer
08-402041-24 en 08-400247-24 (gev. ttz) (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Plaatsing in inrichting voor stelselmatige daders na diefstal en wederrechtelijk binnendringen

Op 7 april 2025 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de zaken met parketnummers 08-402041-24 en 08-400247-24. De rechtbank legt aan een 48-jarige man de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders op voor de duur van twee jaren. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het binnendringen van een Albert Heijn supermarkt, terwijl hem met ingang van 9 december 2024 schriftelijk de toegang tot die winkel was ontzegd voor de duur van 24 maanden. Daarnaast is hij schuldig bevonden aan diefstal van een blok kaas. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en de verdediging, waarbij de raadsvrouw zich heeft gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De rechtbank acht de tenlasteleggingen wettig en overtuigend bewezen, op basis van de bekennende verklaring van de verdachte en andere bewijsmiddelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte een actieve veelpleger is met een uitgebreide justitiële voorgeschiedenis en dat hij kampt met een hardnekkige alcoholverslaving. De reclassering heeft geadviseerd om de ISD-maatregel op te leggen, omdat er geen mogelijkheden voor gedragsverandering zijn zonder langdurige klinische behandeling. De rechtbank heeft de ISD-maatregel opgelegd, omdat de verdachte een hoog recidiverisico heeft en er onvoldoende waarborgen zijn voor een voorwaardelijke veroordeling. De beslissing is gebaseerd op de artikelen 138 en 310 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 38m, 38n en 57 Sr.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummers: 08-402041-24 en 08-400247-24 (gev. ttz) (P)
Datum vonnis: 7 april 2025
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1977 in [geboorteplaats] ,
nu verblijvende in de [verblijfplaats] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 24 maart 2025.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en zijn raadsvrouw mr. F. Atto, advocaat in Enschede, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte in Hengelo (O):
08-402041-24: een blok kaas heeft gestolen;
08-400247-24: wederrechtelijk bij de Albert Heijn is binnengedrongen.
Voluit luiden de tenlasteleggingen aan verdachte, dat:
08-402041-24
hij op of omstreeks 18 december 2024 te Hengelo, gemeente Hengelo (O) een blok kaas, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Ma Biquette, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
08-400247-24
hij op of omstreeks 17 december 2024 te Hengelo, gemeente Hengelo (O) in het besloten lokaal gelegen op/aan de Thiemsbrug 19 bij de Albert Heijn, althans bij een ander of anderen dan bij verdachte, in gebruik wederrechtelijk is binnengedrongen immers was hem, verdachte, met ingang van 9 december 2024 schriftelijk de toegang tot die winkel ontzegd voor de duur van 24 maanden.

3.De bewijsmotivering

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 08-402041-24 en
08-400247-24 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich voor wat betreft beide verdenkingen gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht het ten laste gelegde onder 08-402041-24 en 08-400247-24 wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank komt tot een bewezenverklaring op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit – conform artikel 359, derde lid, laatste volzin, van het Wetboek van Strafvordering, zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen [1] .
08-402041-24 en 08-400247-24
- Het proces-verbaal van de terechtzitting van 24 maart 2025, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
08-402041-24
- Het proces-verbaal van aangifte van [aangever] van 18 december 2024, p. 5-6;
08-400247-24
- Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] van 17 december 2024, p. 5-6.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
08-402041-24
hij op 18 december 2024 te Hengelo, gemeente Hengelo (O) een blok kaas, dat aan Ma Biquette toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen;
08-400247-24
hij op 17 december 2024 te Hengelo, gemeente Hengelo (O) in het besloten lokaal gelegen aan de Thiemsbrug 19 bij de Albert Heijn wederrechtelijk is binnengedrongen, immers was hem, verdachte, met ingang van 9 december 2024 schriftelijk de toegang tot die winkel ontzegd voor de duur van 24 maanden.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 138 en 310 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
08-402041-24
het misdrijf: diefstal;
08-400247-24
het misdrijf: in het besloten lokaal bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringen.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat aan verdachte de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (hierna: ISD-maatregel) wordt opgelegd voor de duur van twee jaren, zonder aftrek van de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich primair op het standpunt gesteld dat in het geval de rechtbank de oplegging van een ISD-maatregel aan verdachte passend acht, deze geheel voorwaardelijk dient te worden opgelegd. Subsidiair heeft zij verzocht om aan verdachte een (langdurige) klinische behandeling op te leggen.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Verdachte heeft in een korte tijd twee strafbare feiten gepleegd die schade en overlast voor de betrokkenen en de samenleving hebben veroorzaakt. De rechtbank rekent dit verdachte aan.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het over verdachte opgemaakte reclasseringsadvies van 18 maart 2025. Hieruit komt naar voren dat verdachte staat geregistreerd als actieve veelpleger en is besproken binnen het veiligheidshuis Twente. Er wordt instabiliteit op meerdere leefgebieden geconstateerd. Verdachte kampt met een hardnekkige alcoholverslaving en hoewel hij diverse keren voor hulp bij Tactus Verslavingszorg is aangemeld, is hij steeds niet op de intakegesprekken verschenen. Hierdoor is hulpverlening voor zijn hardnekkige middelenproblematiek niet van de grond gekomen. Verder is verdachte in het verleden verschillende keren uit zijn huurwoning(en) gezet vanwege aanhoudend grensoverschrijdend en overlastgevend gedrag, waardoor hij op dit moment geen (vaste) verblijfplaats heeft. Door de jaren heen is tijdens meerdere toezichten geprobeerd verdachte te begeleiden en te behandelen om gedragsverandering te bewerkstelligen, maar verdachte blijft zich steeds aan de voorwaarden onttrekken en hij blijft recidiveren. Daar komt bij dat het verdachte ontbreekt aan voldoende zelf- en probleeminzicht. Dit beperkte inzicht in samenhang met de hardnekkige middelenproblematiek maken dat door de reclassering het recidiverisico en het risico op onttrekken aan voorwaarden als hoog worden ingeschat. De reclassering ziet geen mogelijkheden voor gedragsverandering en risicobeperking in het kader van een voorwaardelijke veroordeling. Het delictpatroon kan alleen worden doorbroken als verdachte voor zijn verslaving (langdurig) klinisch wordt behandeld. Gelet op het voorgaande acht de reclassering de oplegging van de ISD-maatregel noodzakelijk. Binnen de ISD-maatregel kan opnieuw diagnostisch onderzoek worden uitgevoerd, zodat een actueel behandelplan kan worden opgesteld.
De rechtbank heeft ook acht geslagen op een uittreksel uit de Justitiële Documentatie van verdachte van 28 februari 2025, waaruit blijkt dat verdachte een uitgebreide justitiële voorgeschiedenis heeft. Het strafblad telt op dit moment 19 pagina’s. Verdachte is vaak met politie en justitie in aanraking gekomen, met name voor vermogensdelicten. In 2020 is aan verdachte een ISD-maatregel voor de duur van twee jaren opgelegd, maar ook na die maatregel is verdachte meermaals voor misdrijven veroordeeld.
De rechtbank stelt vast dat aan de vereisten voor het opleggen van de ISD-maatregel is voldaan. Verdachte is in de vijf jaar voorafgaand aan de huidige feiten veelvuldig veroordeeld, onder meer tenminste driemaal voor misdrijven tot een vrijheidsbenemende straf. Die betreffende veroordelingen zijn onherroepelijk en de onderhavige bewezenverklaarde feiten zijn begaan na tenuitvoerlegging van deze straffen.
De rechtbank overweegt dat ook is voldaan aan de gestelde voorwaarden in de Richtlijn voor Strafvordering bij meerderjarige veelplegers.
De rechtbank onderschrijft de conclusie van de reclassering dat verdachte behandeling middels langdurige klinische opname nodig heeft. Ook is het van belang dat er opnieuw diagnostisch onderzoek wordt gedaan naar de persoon van verdachte. Zonder een langdurige behandeling van verdachte binnen een klinische setting moet er ernstig rekening mee worden gehouden dat verdachte - ondanks zijn ter zitting beleden motivatie - zijn huidige levenswijze niet vrijwillig kan en zal veranderen en ook in de toekomst misdrijven zal blijven plegen.
Een langdurige klinische behandeling zou als voorwaarde kunnen worden opgelegd. Verdachte heeft bij de reclassering, maar ook ter zitting, weliswaar gezegd dat hij een klinische behandeling wil proberen, maar hij verbindt daar telkens zijn eigen voorwaarden aan. Van een intrinsieke motivatie voor een langdurige klinische behandeling is de rechtbank niet gebleken. Een klinische behandeling in een voorwaardelijk kader is daarom naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende om ervoor te zorgen dat verdachte stopt met het plegen van strafbare feiten. De beveiliging van de maatschappij en de beëindiging van verdachtes criminele recidive eisen het opleggen van de ISD-maatregel.
Het opleggen van een voorwaardelijke ISD-maatregel biedt naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende waarborgen om te voorkomen dat verdachte opnieuw strafbare feiten zal plegen.
De rechtbank is van oordeel dat het van belang is dat aan verdachte een langdurige en intensieve behandeling en begeleiding wordt geboden om de kans op recidive te beperken en de kans op gedragsbeïnvloeding te vergroten. Daarvoor dient voldoende tijd genomen te worden. De ISD-maatregel zal daarom worden opgelegd voor de duur van twee jaren. Gelet op het doel van de maatregel en de persoon van verdachte, ziet de rechtbank geen reden het voorarrest in mindering te brengen op de duur van de maatregel.

7.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 38m, 38n en 57 Sr.

8.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 08-402041-24 en 08-400247-24 ten laste gelegde feit heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
08-402041-24, het misdrijf: diefstal;
08-400247-24, het misdrijf: in het besloten lokaal bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringen;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 08-402041-24 en 08-400247-24 bewezen verklaarde;
maatregel
- legt aan verdachte op de maatregel tot
plaatsing in een inrichting voor stelselmatige dadersvoor de duur van
2(
twee) jaren.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.H. Kapinga, voorzitter, mr. E.J.M. Bos en
mr. P.M.F. Schreurs, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S.R. Kuiper, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 7 april 2025.
Mr. *** is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2024591869 en PL0600-2024590074. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door