Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.De zaak in het kort
2.De procedure
- de nagezonden producties 4 t/m 7 van [eiser];
- de conclusie van antwoord met 11 producties;
Rechtbank Overijssel
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Overijssel op 16 januari 2025, hebben partijen een geschil over de parate executie van onroerende zaken van eiser, [eiser] B.V. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er geen sprake is van misbruik van recht aan de zijde van gedaagde, [gedaagde] B.V., als executant. Eiser had gevorderd dat de executieveiling van de panden gestaakt of geschorst zou worden, maar deze vordering is afgewezen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat eiser vanaf medio 2023 zijn (rente)verplichtingen uit de geldleningsovereenkomst niet is nagekomen, en dat de titel van de executie niet in geschil is. Eiser had geen redelijk voorstel voor een spoedige verkoop van de panden gedaan, wat de voorzieningenrechter als onvoldoende heeft beoordeeld. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat gedaagde een redelijk belang heeft bij de parate executie en dat er geen grond is voor het aannemen van misbruik van recht. Eiser is in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten betalen, die zijn begroot op € 1.999,00, te vermeerderen met wettelijke rente indien niet tijdig betaald.