ECLI:NL:RBOVE:2025:2361

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
20 maart 2025
Publicatiedatum
15 april 2025
Zaaknummer
11498884 \ CV EXPL 25-204
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelvonnis inzake proceskosten en buitengerechtelijke incassokosten in civiele procedure

In deze zaak heeft de stichting Woonstichting Vechthorst, gevestigd te Nieuwleusen, een verzoek ingediend bij de kantonrechter om verbetering van een eerder gewezen vonnis van 11 maart 2025. Dit verzoek was ingediend via e-mail op 17 maart 2025, omdat de proceskosten niet correct waren opgeteld en de toegewezen buitengerechtelijke incassokosten niet in de beslissing waren vermeld. De kantonrechter heeft op 20 maart 2025 geoordeeld dat er sprake was van een kennelijke fout in het vonnis van 11 maart 2025, die eenvoudig te herstellen was. De kantonrechter heeft het verzoek van Vechthorst toegewezen en de proceskosten aangepast. De aanpassing betrof onder andere de correctie van de totale proceskosten van € 1.225,15 naar € 1.255,15, en de toevoeging van een bedrag van € 318,74 aan buitengerechtelijke incassokosten. De verbeteringen zijn genoteerd met de datum van 20 maart 2025 op de minuut van het oorspronkelijke vonnis. Tevens is gelast dat partijen de ontvangen stukken van het eerdere vonnis aan de griffie dienen te retourneren. Dit herstelvonnis is uitgesproken door kantonrechter R.F. van Aalst.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer : 11498884 \ CV EXPL 25-204
Herstelvonnis van 20 maart 2025
in de zaak van
de stichting
WOONSTICHTING VECHTHORST,
gevestigd te Nieuwleusen,
eisende partij, hierna te noemen Vechthorst,
gemachtigde: mr. Th. van Wijngaarden,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde partij, hierna te noemen [gedaagde],
procederend in persoon.

1.Het verzoek tot verbetering

1.1.
Bij e-mail van 17 maart 2025 is namens Vechthorst de kantonrechter verzocht om verbetering van het op 11 maart 2025 in deze zaak gewezen vonnis, in die zin dat de proceskosten niet juist zijn opgeteld en dat de toegewezen buitengerechtelijke incassokosten niet in de beslissing staan vermeld.

2.De beoordeling

2.1.
De kantonrechter is van oordeel dat in het vonnis van 11 maart 2025 sprake is van een kennelijke fout, die zich voor eenvoudig herstel leent.
2.2.
De kantonrechter zal het verzoek dan ook toewijzen als volgt.

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
bepaalt dat nr. 4.8. van het op 11 maart 2025 tussen Vechthorst en [gedaagde] gewezen vonnis waar staat:
“4.8. [gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten (inclusief nakosten) worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Vechthorst worden begroot op:
- dagvaarding € 146,15
- griffierecht € 514,00
- salaris gemachtigde € 476,00 (2 punten x tarief € 238,00)
- nakosten €119,00
Totaal € 1.225,15.”
wordt gewijzigd in
“4.8. [gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten (inclusief nakosten) worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Vechthorst worden begroot op:
- dagvaarding € 146,15
- griffierecht € 514,00
- salaris gemachtigde € 476,00 (2 punten x tarief € 238,00)
- nakosten €
119,00
Totaal € 1.255,15.”
3.2.
bepaalt dat nr. 5.4. van het op 11 maart 2025 tussen Vechthorst en [gedaagde] gewezen vonnis waar staat:
“5.4. veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, aan de zijde van Vechthorst tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 1.225,15 te betalen binnen veertien dagen na de betekening van dit vonnis, te vermeerderen met de kosten van betekening;”
wordt gewijzigd in
“5.4. veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, aan de zijde van Vechthorst tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 1.255,15 te betalen binnen veertien dagen na de betekening van dit vonnis, te vermeerderen met de kosten van betekening;”
3.3.
bepaalt dat aan nr. 5.3. van het op 11 maart 2025 tussen Vechthorst en [gedaagde] gewezen vonnis wordt toegevoegd:
“3. een bedrag van € 318,74 aan buitengerechtelijke incassokosten;”
3.4.
bepaalt dat deze verbeteringen onder de vermelding van de datum van 20 maart 2025 worden vermeld op de minuut van het vonnis van 11 maart 2025;
3.5.
gelast elk van partijen, voor zover zij dit niet reeds hebben gedaan, de ontvangen grosse dan wel het ontvangen afschrift van het vonnis van 11 maart 2025 na ontvangst van dit herstelvonnis aan de griffie van het team kanton en handelsrecht van deze rechtbank te retourneren.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.F. van Aalst, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 20 maart 2025. (jjm).