Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.[eiser 1] en [eiseres 1] ,
2.
[eiser 2]en
[eiseres 2],
3.
[eiser 3]en
[eiseres 3],
4. de vennootschap onder firma
[eiseres 4] V.O.F.,
[eiseres 5] B.V., gevestigd te [vestigingsplaats 2] , en de heer
[eiser 4], wonende te [woonplaats 4] ,
5.
[eiser 5]en
[eiseres 6],
6.
[eiser 6]en
[eiseres 7],
7.
[eiser 7],
8.
[eiser 8],
9.
[eiser 9],
[gedaagde] N.V.,
1.De procedure
- de producties 1 tot en met 11 van [gedaagde] ,
- nadere producties 17 en 18 van [eiser c.s.] ,
- de mondelinge behandeling van 30 december 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt,
- de pleitnota van [eiser c.s.] ,
- de pleitnota van [gedaagde] .
2.De feiten
Als gevolg van een voor [gedaagde] N.V. relevante wijziging in de fiscale wetgeving, welke voor de gemeente financieel nadelig is, hebben de gemeente en [gedaagde] N.V. het voornemen om de gronden die bij [gedaagde] N.V. in eigendom zijn weer terug over te dragen aan de gemeente. In dat kader is zekerheidshalve besloten om het voornemen tot het aangaan van deze overeenkomst tot overdracht van deze gronden op en rondom het [gebied] , te publiceren. In deze publicatie wordt gemotiveerd waarom de gemeente als enige serieuze gegadigde in aanmerking komt voor de gronden van [gedaagde] N.V.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Didam Have/Monterferland en Groenstaete, ECLI:NL:HR:2021:1778). In die zaak heeft de gemeente de voormalige gemeentehuislocatie verkocht aan een vastgoedontwikkelaar. Die locatie maakte deel uit van een groter projectgebied. In dat projectgebied zou op de gemeentelocatie een vestiging van een supermarktketen komen en op de locatie waar die vestiging toen was een vestiging van een andere supermarktketen. Verder zou bestaande bebouwing in het projectgebied worden gesloopt. Op die plaats zou een parkeerterrein komen. De gemeente en de vastgoedontwikkelaar hebben hierover een aantal jaren onderhandeld. De vastgoedontwikkelaar zou de kosten dragen en had in de tussentijd de nodige grond in eigendom verworven. In die periode heeft de exploitant van een vestiging van weer een derde supermarktketen, gevraagd in aanmerking te mogen komen voor verhuizing naar het projectgebied. Nadat genoemde exploitant daarop geen positieve reactie had gekregen, heeft zij in kort geding een gebod gevorderd dat inhoudt dat de gemeente de gemeentehuislocatie alleen mag verkopen in een procedure, waarin (potentiële) gegadigden zijn uitgenodigd mee te dingen naar de locatie. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad eisende partij daarin gelijk gegeven. De Hoge Raad overweegt onder meer het volgende in zijn arrest:
RZG/ComforMed). Dan kunnen de regels die de Hoge Raad in zijn arrest van 26 november 2021 geformuleerd heeft ook niet van toepassing zijn op het (privaatrechtelijk) handelen van [gedaagde] .
In 2007 heeft de gemeente Kampen (hierna: ‘de gemeente’) besloten om het beheer van de gronden die gelegen zijn in het agrarisch gebied van het [gebied] en omstreken te Kampen op afstand te zetten. De gemeente heeft hiertoe op 23 oktober 2007 (onder meer) een nieuwe vennootschap, [gedaagde] N.V. opgericht en bij akte van dezelfde datum alle registergoederen die in volle eigendom dan wel in eigendom bezwaard met een zakelijk beperkt recht (opstalrecht of erfpachtrecht) aan de gemeente toebehoren en gelegen zijn in het agrarisch gebied van het [gebied] en omstreken te Kampen ingebracht in [gedaagde] N.V. De gemeente is 100% aandeelhouder van [gedaagde] N.V.”
De van de gemeente Kampen in eigendom verkregen onroerende zaken met a. de aanhorigheden, opstallen en wateren plaatselijk bekend [gebied] en omstreken, te beleggen in de zin van artikel 28 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 met toepassing van het beginsel van risicospreiding teneinde de aandeelhouders in de opbrengst van de beleggingen te doen delen, alsmede al hetgeen met het vorenstaande verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, in de ruimste zin van het woord, terwijl zij dat doel tracht te bereiken door a.de gronden voor eigen rekening in pacht uit te geven, te bezwaren, met recht van erfpacht of opstal en in huur of gebruik af te staan en b. al hetgeen te doen dat met vorenstaande in de ruimste zin verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn.”
[gebied] kent een rijke historie. De gronden op en rondom [gebied] worden reeds sinds de dertiende eeuw door de gemeente verpacht. Het wordt om die reden zowel door [gedaagde] N.V. als de gemeente noodzakelijk geacht dat de Objecten[voorzieningenrechter: alle door [gedaagde] aan de gemeente over te dragen onroerende goederen]
eigendom blijven van de gemeente.”
[gedaagde] N.V. is door de gemeente opgericht met als doel het beleggen van de door de gemeente ingebrachte Objecten teneinde de gemeente in de opbrengst van de beleggingen te doen delen. Vóór 2007 was de gemeente eigenaar van de Objecten (voorzieningenrechter: alle in 2007 aan [gedaagde] overgedragen onroerende goederen). De gemeente is sinds 2007 wel actief betrokken gebleven bij het beheer van de Objecten, onder meer door het formuleren van Kaderstellende beleidsregels ten aanzien van het beheer.”
NV is een fiscale beleggingsinstelling (FBI). FBI’s die rechtstreeks in Nederlands vastgoed beleggen kunnen tot 1 januari 2025 gebruik maken van het 0%-tarief in de vennootschapsbelasting. [gedaagde] NV belegt in Nederlands vastgoed. Door een wetswijziging kan dit met ingang van 1 januari 205 niet meer. Gevolg hiervan is dat de winst van [gedaagde] NV met ingang van het boekjaar 2025 belast wordt met het reguliere tarief (in 2025 19% over de eerste € 200.000 van de winst en 25,8% over de rest van de winst). Gevolg hiervan is dat aanzienlijk minder dividend uitgekeerd kan worden aan aandeelhouder gemeente Kampen. Dit is ongewenst. Afhankelijk van met name de inkomsten van de NV, die jaarlijks vooral beïnvloed worden door de hoogte van de pachtnorm, derft de gemeente Kampen tussen de 0,3 ml. en 0,5 mln. aan dividendinkomsten.” Deze argumentatie keert terug in het voorstel van 19 november 2024 van het college van burgemeester en wethouders aan de gemeenteraad van de gemeente Kampen om krediet beschikbaar te stellen voor het kopen van het onroerend goed van [gedaagde] (productie 6 van [gedaagde] ).