In deze uitspraak van de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, wordt het beroep van eiseres tegen de vaststelling van haar arbeidsongeschiktheid door het UWV beoordeeld. Eiseres had sinds 4 augustus 2017 recht op een loongerelateerde WIA-uitkering, die in 2018 werd omgezet naar een vervolguitkering. Op 19 december 2023 meldde zij zich toegenomen arbeidsongeschikt, waarna het UWV haar arbeidsongeschiktheid per 19 december 2023 vaststelde op 63,01%. Eiseres maakte bezwaar tegen deze beslissing, waarna de rechtbank het beroep op 21 november 2024 behandelde. De rechtbank oordeelde dat het UWV de arbeidsongeschiktheid terecht had vastgesteld, en dat de rapporten van de verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen zorgvuldig waren opgesteld en geen tegenstrijdigheden vertoonden. Eiseres voerde aan dat haar gezondheidsklachten onvoldoende waren meegewogen, maar de rechtbank concludeerde dat de medische informatie geen aanleiding gaf om de beoordeling te wijzigen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af.