ECLI:NL:RBOVE:2025:2579
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring bezwaar tegen handhavingsverzoek inzake strijdig gebruik van agrarische gronden
In deze uitspraak van de Rechtbank Overijssel, gedateerd op 24 april 2025, wordt het beroep van eisers tegen de niet-ontvankelijkverklaring van hun bezwaar tegen een handhavingsverzoek behandeld. Eisers, bestaande uit [eiseres] B.V., [eiser 1] en [eiser 2], hebben bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van hun handhavingsverzoek door het college van burgemeester en wethouders van Olst-Wijhe. Het college heeft het bezwaar van eisers niet-ontvankelijk verklaard, omdat zij volgens het college geen belanghebbenden zijn bij het handhavingsverzoek. De rechtbank oordeelt dat het college terecht heeft gesteld dat eisers geen rechtstreeks feitelijke gevolgen ondervinden van het gestelde strijdig gebruik van gronden door belanghebbende. De rechtbank legt uit dat eisers geen belanghebbenden zijn, omdat de gevolgen van het gebruik van de gronden voor hun woon- of bedrijfssituatie dermate gering zijn dat er geen persoonlijk belang bij het besluit bestaat. De rechtbank wijst erop dat de vrees voor eventuele klachten van belanghebbende over overlast niet kan worden gezien als een rechtstreeks feitelijk gevolg. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor de niet-ontvankelijkheidsverklaring van het bezwaar in stand blijft. Eisers krijgen geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.