ECLI:NL:RBOVE:2025:2654
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening tegen verlenging van een tijdelijk gebiedsverbod in Enschede
Op 29 april 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker, die een gebiedsverbod had gekregen van de burgemeester van Enschede, een verzoek om voorlopige voorziening indiende. Het gebiedsverbod was oorspronkelijk opgelegd op 26 november 2024 en verlengd op 27 februari 2025. Verzoeker had bezwaar gemaakt tegen de verlenging van het gebiedsverbod, dat gold voor het centrum van Enschede. De voorzieningenrechter oordeelde dat de vraag of de burgemeester terecht had geoordeeld dat er ernstige vrees was voor verstoring van de openbare orde, een nadere beoordeling vereiste die niet in de voorlopige voorzieningenprocedure kon plaatsvinden. De voorzieningenrechter weegt het belang van verzoeker om zich vrijelijk te kunnen bewegen in de binnenstad zwaarder dan het belang van de openbare orde. Daarom werd het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen en het besluit tot verlenging van het gebiedsverbod geschorst. Tevens werd de burgemeester veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van verzoeker, die op € 1.814,- werden vastgesteld. De uitspraak werd gedaan in het openbaar en is niet vatbaar voor hoger beroep of verzet.