ECLI:NL:RBOVE:2025:2690

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
29 april 2025
Publicatiedatum
1 mei 2025
Zaaknummer
11407819 \ CV EXPL 24-4116
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Volmacht voor collectieve inkoop energie en geschil over overeenkomsten met energieleverancier

In deze zaak hebben FLM Preserved B.V. en FLM Frozen B.V. (hierna: FLM c.s.) een volmacht verstrekt aan Censo om collectief energie in te kopen bij ENGIE Energie Nederland N.V. (hierna: ENGIE). Na intrekking van de volmacht ontstond een geschil over de vraag of de overeenkomsten voor de levering van energie in 2024 en 2025 tot stand zijn gekomen vóór de intrekking van de volmacht. FLM c.s. vorderen een verklaring voor recht dat zij niet gebonden zijn aan de overeenkomsten met ENGIE, terwijl ENGIE in reconventie vordert dat FLM c.s. wel gebonden zijn aan deze overeenkomsten en betaling van een bedrag van € 6.271,90.

De kantonrechter heeft de vordering van FLM c.s. in conventie afgewezen en de vordering van ENGIE in reconventie gedeeltelijk toegewezen. De rechter oordeelde dat ENGIE voldoende heeft aangetoond dat de overeenkomsten zijn gesloten tijdens de actieve volmacht. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de inkoop van energie door Censo namens FLM c.s. heeft plaatsgevonden vóór de intrekking van de volmacht, en dat FLM c.s. dus gebonden zijn aan de overeenkomsten en de bijbehorende tarieven. De vordering tot betaling van € 6.271,90 werd echter afgewezen omdat ENGIE deze onvoldoende had onderbouwd.

De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 29 april 2025.

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: 11407819 \ CV EXPL 24-4116
Vonnis van 29 april 2025
in de zaak van

1.FLM PRESERVED B.V.,2. FLM FROZEN B.V.,

te Ittervoort,
eisende partijen in conventie,
verwerende partijen in reconventie,
hierna FLM Preserved, FLM Frozen en samen te noemen: FLM c.s.,
gemachtigde: mr. J. Stokmans,
tegen
ENGIE ENERGIE NEDERLAND N.V.,
te Zwolle,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: ENGIE,
gemachtigde: mr. R.J.H. van der Burgt.

1.De zaak in het kort

1.1.
FLM c.s. hebben Censo een volmacht verstrekt om namens hen (collectief) energie in te kopen bij onder andere ENGIE. FLM c.s. hebben de volmacht aan Censo op enig moment ingetrokken waarna een geschil tussen FLM c.s. en ENGIE is ontstaan over de vraag of de overeenkomsten voor de levering van energie in 2024 en 2025 tot stand zijn gekomen vóór intrekking van de volmacht. Volgens FLM c.s. heeft ENGIE dat onvoldoende aangetoond. FLM c.s. vorderen daarom in deze procedure een verklaring voor recht dat zij niet gebonden zijn aan de overeenkomsten met ENGIE, althans dat zij niet gebonden zijn aan de volgens ENGIE overeengekomen tarieven. ENGIE is het daar niet mee eens. Volgens ENGIE heeft Censo de betreffende overeenkomsten tijdens de actieve volmacht gesloten en hebben FLM c.s. op basis van die overeenkomsten nog een betalingsverplichting voor de afgenomen energie. Zij vordert daarom in reconventie een verklaring voor recht dat FLM c.s. gebonden zijn aan de door Censo gesloten overeenkomsten voor de levering van energie in 2024 en 2025 en betaling van een bedrag van € 6.271,90 voor de afgenomen energie.
1.2.
De kantonrechter zal de vordering van FLM c.s. in conventie afwijzen en zal de vordering van ENGIE in reconventie gedeeltelijk toewijzen. De kantonrechter zal hierna uitleggen waarom.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord in conventie met eis in reconventie
- de conclusie van antwoord in reconventie
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald
- de akte overlegging producties en vermeerdering van eis van 26 maart 2025 met producties van ENGIE
- de mondelinge behandeling van 1 april 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
2.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

3.De feiten

3.1.
De rechtsvoorgangers van FLM c.s. hebben op 29 juni 2022 een bemiddelingsovereenkomst gesloten met Hit Energie, de rechtsvoorganger van Censo Energy B.V. (hierna Censo) en hebben daarbij een volmacht verstrekt om namens hen energiecontracten af te sluiten met energieleveranciers. Door collectief energie in te kopen kon Censo (mogelijk) lagere tarieven bedingen bij energieleveranciers.
3.2.
Op basis van de volmacht hebben Censo namens FLM c.s. meerdere overeenkomsten gesloten. Zij heeft ook op diverse momenten in 2022 ‘inkoopbevestigingen’ naar FLM c.s. gestuurd. Bij brief van 24 mei 2023 hebben FLM c.s. zich erop beroepen de bemiddelingsovereenkomst met Censo op grond van dwaling te vernietigen, althans de overeenkomst te ontbinden en hebben zij de verstrekte volmacht ingetrokken.
3.3.
Bij brief van 7 november 2023 hebben FLM c.s. bij Censo navraag gedaan of zij voor de jaren 2024 en 2025 namens FLM c.s. overeenkomsten heeft gesloten. Censo heeft daarop gereageerd dat er tijdens de actieve volmacht overeenkomsten voor de levering van energie voor de jaren 2024 en 2025 zijn gesloten met ENGIE en heeft verwezen naar de inkoopbevestiging elektriciteit van 12 juli 2022. Omdat daaruit volgens FLM c.s. niet bleek dat er een rechtsgeldige overeenkomst met ENGIE tot stand is gekomen, hebben zij bij brief van 13 december 2023 bij ENGIE navraag gedaan naar de betreffende overeenkomsten. ENGIE heeft daarop gereageerd dat de overeenkomsten voor de levering van energie voor de jaren 2024 en 2025 tijdens de actieve volmacht tot stand zijn gekomen en heeft daarbij verwezen naar leveringsbevestigingen die ENGIE op 9 en 20 juni 2023 aan FLM c.s. heeft verstuurd. Partijen hebben vervolgens tot november 2024 gecorrespondeerd over de vraag of de betreffende overeenkomsten rechtsgeldig tot stand zijn gekomen.
3.4.
FLM c.s. zijn gas en elektriciteit van ENGIE blijven afnemen, waarvoor ENGIE de volgens haar overeengekomen tarieven heeft gefactureerd. Omdat er volgens FLM c.s. geen rechtsgeldige overeenkomsten tot stand zijn gekomen, hebben FLM c.s. alleen de (lagere) dagprijs betaald en hebben zij van elke factuur een gedeelte onbetaald gelaten.

4.Het geschil

in conventie
4.1.
FLM c.s. vorderen - samengevat - een verklaring voor recht dat FLM c.s. niet gebonden zijn aan de overeenkomsten die bij brieven van 9 en 20 juni 2023 door ENGIE zijn bevestigd, althans dat zij niet zijn gebonden aan de tarieven voor de leveringen zoals die volgen uit het e-mailbericht van Censo van 15 december 2023, met veroordeling van ENGIE in de kosten van de procedure.
4.2.
ENGIE voert verweer. ENGIE concludeert tot niet-ontvankelijkheid van FLM c.s., dan wel tot afwijzing van de vorderingen van FLM c.s., met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van FLM c.s. in de kosten van deze procedure.
in reconventie
4.3.
ENGIE vordert - samengevat - na vermeerdering van eis een verklaring voor recht dat FLM c.s. gebonden zijn aan de overeenkomsten die door ENGIE zijn bevestigd op 9 en 20 juni 2023 en de door Censo bevestigde tarieven en betaling van een bedrag van € 6.271,90, te vermeerderen met de na 20 januari 2025 opeisbaar geworden vorderingen, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente, incassokosten en met veroordeling van FLM c.s. in de proceskosten.
4.4.
FLM c.s. voeren verweer. FLM c.s. concluderen tot niet-ontvankelijkheid van ENGIE, dan wel tot afwijzing van de vorderingen van ENGIE in reconventie, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van ENGIE in de kosten van deze procedure.
4.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

in conventie en reconventie
5.1.
De kantonrechter overweegt het volgende. Partijen zijn het erover eens dat FLM c.s. een volmacht aan Censo hebben verstrekt voor het (collectief) inkopen van energie bij onder andere ENGIE. Ook zijn zij het erover eens dat FLM c.s. de volmacht op 24 mei 2023 hebben ingetrokken. Partijen verschillen echter van mening over de vraag of Censo vóór het intrekken van de volmacht, overeenkomsten met ENGIE heeft gesloten voor de levering van energie in 2024 en 2025, met de daarbij behorende tarieven.
5.2.
Omdat de vorderingen in conventie en reconventie nauw met elkaar verbonden zijn (FLM c.s. vorderen in conventie een verklaring voor recht dat zij niet gebonden zijn aan de overeenkomsten en ENGIE vordert in reconventie een verklaring voor recht dat FLM c.s. wél gebonden zijn aan de overeenkomsten) zullen de vorderingen gezamenlijk worden behandeld. Omdat ENGIE zich beroept op de rechtsgevolgen van haar stelling dat er overeenkomsten met FLM c.s. bestaan op basis waarvan FLM c.s. een betalingsverplichting heeft, rust op ENGIE de stelplicht en bewijslast voor het bestaan van die overeenkomst.
De overeenkomsten zijn voor de intrekking van de volmacht tot stand gekomen
5.3.
ENGIE voert aan dat Censo vóór het intrekken van de volmacht op 24 mei 2023, namens FLM c.s. kleinverbruik gas heeft ingekocht voor het jaar 2024 en 2025 en dat zij zowel klein- als grootverbruik elektriciteit heeft ingekocht voor het jaar 2025. Ter onderbouwing verwijst zij onder andere naar de leveringsbevestigingen die zij heeft verstuurd op 9 en 20 juni 2023 en naar de inkoopbevestigingen die door Censo aan FLM c.s. zijn gestuurd.
5.4.
FLM c.s. betwisten dat de overeenkomsten rechtsgeldig tot stand zijn gekomen en voeren daartoe het volgende aan. FLM c.s. hebben op 24 mei 2023 de volmacht ingetrokken en zijn op 15 december 2023 door Censo op de hoogte gesteld van de tarieven voor de levering van energie. Omdat er pas op 15 december 2023 – dus na het intrekken van de volmacht – duidelijkheid bestond over alle essentiële elementen van de overeenkomst (namelijk de prijs en de leveringsvoorwaarden), kon er voor die tijd geen rechtsgeldige overeenkomst tot stand zijn gekomen. Ook wanneer aangenomen moet worden dat de overeenkomsten niet pas op 15 december 2023 tot stand zijn gekomen, blijkt uit het feit dat ENGIE op 9 en 20 juni 2023 leveringsbevestigingen heeft gestuurd, dat de overeenkomsten in ieder geval na de intrekking van de volmacht op 24 mei 2023 zijn gesloten, aldus FLM c.s. Tot slot volgt uit de inkoopbevestigingen dat het gaat om zogenaamde ‘klikcontracten’ waarbij de daadwerkelijke inkoop - volgens FLM c.s. - op meerdere momenten in het jaar plaatsvindt en de overeenkomsten waarschijnlijk na het intrekken van de volmacht tot stand zijn gekomen. De kantonrechter oordeelt als volgt.
5.5.
ENGIE heeft met de door haar overgelegde inkoopbevestigingen van Censo, haar leveringsbevestigingen van 9 en 20 juni 2023 en haar toelichting tijdens de mondelinge behandeling, voldoende onderbouwd dat er door Censo ten behoeve van FLM c.s. tijdens de actieve volmacht gas voor de jaren 2024 en 2025 is ingekocht en elektriciteit voor 2025. Zoals ENGIE tijdens de mondelinge behandeling heeft toegelicht koopt Censo op basis van volmachten collectief energie in bij onder andere ENGIE en werkt zij bij de inkoop drie jaar vooruit. Op het moment dat Censo energie inkoopt, stuurt zij een automatische inkoopbevestiging aan de volmachtgever, in dit geval FLM c.s. Vervolgens stuurt zij aan het einde van een jaar een definitieve lijst van alle afnemers aan ENGIE, op basis waarvan ENGIE intern leveringscontracten aanmaakt en, wanneer zij alles intern heeft verwerkt, leveringsbevestigingen stuurt aan de afnemers.
5.6.
Uit de door ENGIE overgelegde inkoopbevestigingen van Censo van 15 juli 2022 en 13 augustus 2022 volgt dat Censo, conform de hiervoor toegelichte methode, op die data namens FLM c.s. energie heeft ingekocht bij ENGIE. Uit de inkoopbevestiging van 15 juli 2022 volgt dat er voor de jaren 2024 en 2025 gas is ingekocht en uit de inkoopbevestiging van 13 augustus 2022 volgt dat er elektriciteit is ingekocht voor 2025. ENGIE heeft de inkoop intern verwerkt en heeft vervolgens op 9 en 20 juni 2023 leveringsbevestigingen aan FLM c.s. gestuurd.
5.7.
Anders dan FLM c.s. aanvoert, volgt uit het feit dat er nog geen definitieve prijs per eenheid bekend was op het moment van inkoop, niet dat er geen koopovereenkomst tot stand is gekomen. Er bestond tussen partijen wel overeenstemming over de prijs, namelijk dat er een zogenaamd ‘klikcontract’ werd gesloten, waarbij de prijs later zou worden vastgesteld. Zoals ENGIE heeft aangevoerd is inherent aan een ‘klikcontract’ dat het tarief bij het aangaan van de overeenkomst nog niet vastgesteld is. Die prijs wordt door de afnemer op een later moment ‘vastgeklikt’, om zo (mogelijk) te kunnen profiteren van een lagere marktwaarde. De kantonrechter volgt FLM c.s. dus niet in hun stelling dat de overeenkomsten pas tot stand zijn gekomen op het moment dat de (vastgeklikte) energietarieven door Censo aan FLM c.s. werden medegedeeld op 15 december 2023.
5.8.
Ook volgt de kantonrechter FLM c.s. niet in hun stelling dat de overeenkomsten pas tot stand zijn gekomen op 9 en 20 juni, het moment dat ENGIE de leveringsbevestigingen heeft gestuurd. Zoals door ENGIE is toegelicht worden de leveringsbevestigingen verstuurd nadat de collectieve inkoop door Censo intern is verwerkt. Die leveringsbevestigingen zijn daarom niet bepalend voor het moment waarop de overeenkomst tot stand komt. Bepalend is het moment waarop Censo heeft ingekocht en daarvan inkoopbevestigingen aan FLM c.s. heeft gestuurd. De overeenkomsten zijn daarom zoals hiervoor overwogen, tot stand gekomen op15 juli 2022, 13 augustus 2022 en 5 oktober 2022, de momenten waarop Censo heeft ingekocht en daarvan bevestigingen aan FLM c.s. heeft gestuurd.
5.9.
FLM c.s. hebben tijdens de mondelinge behandeling nog aangevoerd dat uit de
e-mail van 30 november 2023 van Hit Energie aan ENGIE volgt dat er ook na het sturen van de definitieve lijst van afnemers aan ENGIE, nog mutaties op die lijst kunnen plaatsvinden en FLM c.s. daarom niet gebonden zijn aan de door Censo in 2022 gesloten overeenkomsten. De kantonrechter volgt hen daarin niet. Uit het enkele feit dat er nog een mutaties konden plaatsvinden op de lijst afnemers volgt niet dat er op het moment dat Censo namens FLM c.s. energie inkocht, geen bindende overeenkomsten tot stand zijn gekomen. Zoals ENGIE tijdens de mondelinge behandeling heeft toegelicht, werden er in een aantal gevallen nog deelnemers toegevoegd aan de definitieve lijst of werden er deelnemers van de lijst gehaald vanwege bijvoorbeeld een faillissement. Dat die mutaties plaatsvonden betekent verder ook niet, zoals FLM c.s. lijken te stellen, dat de overeenkomsten nog kosteloos ontbonden konden worden door de afnemer ‘van de lijst’ te halen.
5.10.
Gelet op het voorgaande heeft ENGIE voldoende onderbouwd dat de inkoop van de energie conform de door haar op 9 en 20 juni 2023 gestuurde leveringsbevestigingen, heeft plaatsgevonden vóór de intrekking van de volmacht door FLM c.s. Dat betekent dat FLM c.s. gebonden zijn aan de overeenkomsten en de daarbij bijbehorende tarieven, zoals door Censo is bevestigd. De door FLM c.s. in conventie gevorderde verklaring voor recht wordt daarom afgewezen en de door ENGIE in reconventie gevorderde verklaring voor recht wordt toegewezen.
Vordering tot betaling van € 6.271,90
5.11.
ENGIE vordert in reconventie ook betaling van € 6.271,90, te vermeerderen met de na 20 januari 2025 opeisbaar geworden vorderingen voor de levering van energie conform de overeengekomen tarieven. Zij legt daaraan ten grondslag dat FLM c.s. nog wel energie afnemen maar daarvoor de dagprijzen betalen in plaats van het overeengekomen tarief, en dat FLM c.s. daardoor structureel een gedeelte van de facturen niet betalen. Het totaal onbetaalde bedrag is inmiddels opgelopen tot € 6.271,90. Ook verwacht ENGIE dat FLM c.s. voor de toekomstige levering slechts de dagprijs zullen betalen. Ter onderbouwing van de hoogte van het totaalbedrag verwijst ENGIE naar een overzicht van de door haar gestuurde facturen. De kantonrechter oordeelt als volgt.
5.12.
Zoals hiervoor onder 5.10. is overwogen rust op FLM c.s. een betalingsverplichting voor de afgenomen energie, conform de door Censo bevestigde tarieven. ENGIE heeft haar vordering tot betaling van de € 6.271,90 echter onvoldoende onderbouwd. Zoals de kantonrechter ENGIE tijdens de mondelinge behandeling heeft voorgehouden, vordert ENGIE betaling door FLM c.s. van het totale achterstallige bedrag maar heeft zij niet toegelicht welke betalingsverplichting op FLM Preserved respectievelijk FLM Frozen rust. Dat is voor de kantonrechter (en FLM c.s.) ook niet uit het door ENGIE overgelegde overzicht af te leiden omdat alleen debiteurnummers op het overzicht zijn vermeld. Bovendien staan er meer dan twee debiteurennummers op het overzicht, waardoor het onduidelijk is of er ook facturen op naam van andere partijen dan FLM Preserved en FLM Frozen in het overzicht zijn opgenomen. Het is daardoor onduidelijk hoeveel energie er door hen is afgenomen en tegen welk tarief.
5.13.
ENGIE heeft tijdens de mondelinge behandeling nog aangevoerd dat er een hoofdelijke betalingsverplichting op FLM c.s. rust, maar heeft niet gemotiveerd waar dat uit volgt. Ook heeft zij op de vragen van de kantonrechter geantwoord dat zij niet kon aangeven op welke entiteit de debiteurnummers zien en dat zij dat nader zou moeten toelichten. Voor zover dit als een aanbod moet worden beschouwd om de vordering alsnog nader te onderbouwen en de onderliggende facturen in het geding te brengen, geldt dat ENGIE in de conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie heeft geschreven dat zij er bewust voor heeft gekozen de onderliggende facturen niet in het geding te brengen omdat dit een te groot aantal betreft.
5.14.
Deze bewuste keuze om de facturen niet te overleggen en haar overzicht niet nader toe te lichten komt voor risico van ENGIE. In de conclusie van antwoord in reconventie hebben FLM c.s. al aangevoerd dat niet kan worden uitgegaan van de juistheid van het overzicht dat ENGIE heeft overgelegd en dat ENGIE haar vordering tot betaling nader moet onderbouwen met onder andere het volume dat FLM Preserved en FLM Frozen hebben afgenomen en welke prijs ENGIE daarvoor in rekening heeft gebracht. Uit het voorgaande volgt dat FLM c.s. zich, zoals zij tijdens de mondelinge behandeling nogmaals hebben benadrukt, niet adequaat tegen de vordering kunnen verweren wanneer de onderliggende facturen niet in het geding worden gebracht, althans wanneer ENGIE het overzicht niet nader toelicht. Het had daarom op de weg van ENGIE gelegen om in ieder geval na ontvangst van de conclusie van antwoord in reconventie de stukken alsnog vóór de mondelinge behandeling in het geding te brengen. Ook had van haar verwacht mogen worden dat zij tijdens de mondelinge behandeling zou toelichten op welke entiteit de debiteurnummers zien. Dat heeft zij niet gedaan. Tot slot volgt de kantonrechter ENGIE niet in haar stelling dat het pakket facturen te omvangrijk is om in het geding te brengen, althans dat dit voor ENGIE te belastend is. Het gaat immers om een beperkt aantal van 28 facturen. Voor zover ENGIE een aanbod heeft gedaan haar vordering nader te onderbouwen, is zij daarmee gelet op het voorgaande te laat en zal zij daartoe niet meer in de gelegenheid worden gesteld.
5.15.
Uit het voorgaande volgt dat weliswaar kan worden vastgesteld dat op FLM c.s. een betalingsverplichting rust conform de door Censo bevestigde tarieven maar dat de vordering tot betaling van € 6.271,90 zal worden afgewezen omdat ENGIE die vordering onvoldoende heeft onderbouwd.
Proceskosten
5.16.
FLM c.s. zijn in conventie in het ongelijk gesteld maar zullen niet in de proceskosten van ENGIE worden veroordeeld. De advocaat van FLM c.s. heeft sinds eind 2023 ENGIE verzocht om onderbouwing van de met ENGIE gesloten overeenkomsten. Ondanks de diverse sommaties heeft ENGIE pas bij conclusie van antwoord in deze procedure haar standpunt nader toegelicht en onderbouwd met de benodigde stukken, waardoor FLM c.s. in hun belangen zijn geschaad. Dat is ENGIE aan te rekenen. Bij die stand van zaken bestaat geen aanleiding FLM in conventie te veroordelen in de door ENGIE gemaakte proceskosten. Voor de reconventie geldt dat beide partijen deels in het ongelijk zijn gesteld. De kantonrechter zal de proceskosten in zowel conventie als reconventie tussen partijen compenseren, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

6.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
6.1.
wijst de vorderingen van FLM c.s. af,
in reconventie
6.2.
verklaart voor recht dat FLM c.s. gebonden zijn aan de overeenkomsten die door ENGIE zijn bevestigd op 9 en 20 juni 2023 en de door Censo bevestigde tarieven,
6.3.
wijst het meer of anders gevorderde af.
in conventie en reconventie
6.4.
compenseert de kosten van de procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.W.G. Wijnands en in het openbaar uitgesproken op 29 april 2025.(mb)