ECLI:NL:RBOVE:2025:2743
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Geschil over erfdienstbaarheden tussen twee percelen met betrekking tot de uitoefening en wijziging van de erfdienstbaarheid
In deze zaak gaat het om een geschil tussen partij A en partij B over de uitoefening van erfdienstbaarheden die in 1988 en 2005 zijn gevestigd tussen hun percelen. Partij A vordert een verklaring voor recht dat partij B geen aanspraak kan maken op wijziging van de erfdienstbaarheid uit 2005 en wenst dat de schuifpoort op de huidige plek blijft staan. Partij B verzoekt om de erfdienstbaarheid uit 2005 te mogen uitoefenen over een strook van 6 meter die eerder is aangewezen voor de erfdienstbaarheid uit 1988 en vraagt om verplaatsing van de schuifpoort naar haar perceel. De overlegrechter heeft vastgesteld dat partij B binnen de wettelijke grenzen de uitoefening van de erfdienstbaarheid kan wijzigen, maar dat dit niet de door partij B gewenste wijziging betreft. De verzoeken van beide partijen zijn afgewezen, waarbij is opgemerkt dat partij B niet verplicht is om de schuifpoort en het hekwerk op haar terrein te dulden. De procedure is behandeld door de Overijsselse Overlegrechter, waarbij partijen niet tot een onderlinge oplossing zijn gekomen. De kosten van de procedure worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.