ECLI:NL:RBOVE:2025:2746

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
2 mei 2025
Publicatiedatum
2 mei 2025
Zaaknummer
ak_24_3859
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid beroep wegens niet-betaling griffierecht

In deze uitspraak van de Rechtbank Overijssel, gedateerd 2 mei 2025, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de deken van de Orde van Advocaten Den Haag behandeld. Eiser heeft een verzoek ingediend om vrijstelling van het griffierecht, maar dit verzoek is afgewezen omdat eiser geen gegevens over zijn inkomen en vermogen heeft overgelegd. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het griffierecht van € 187,- niet is betaald. De rechtbank heeft eiser meerdere keren verzocht om de benodigde informatie te verstrekken, maar eiser heeft hier niet op gereageerd. De rechtbank legt uit dat het niet tijdig betalen van het griffierecht alleen verontschuldigbaar is als er een goede reden voor is, wat in dit geval niet is aangetoond. De rechtbank besluit daarom het beroep niet-ontvankelijk te verklaren, waardoor het bestreden besluit in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A.P.W. Esmeijer, rechter, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL
Bestuursrecht
zaaknummer: ZWO 24/3859

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser], uit [woonplaats], eiser,

en

de deken van de Orde van Advocaten Den Haag, verweerder.

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de rechtbank over het beroep van eiser tegen het bestreden besluit van verweerder van 22 oktober 2024.
1.1.
Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank komt tot het oordeel dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is omdat het griffierecht niet is betaald en het niet betalen niet verontschuldigbaar is.
De rechtbank legt hierna uit hoe zij tot dit oordeel komt.
Toetsingskader
3. Iemand die beroep instelt, moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41 van de Awb. In een zaak als deze is het griffierecht € 187,-. De griffier van de rechtbank stelt een termijn waarbinnen het griffierecht moet worden betaald. Het hele bedrag moet binnen die termijn zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of dan zijn betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet of niet tijdig is betaald, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht verontschuldigbaar is. Dat betekent dat er een goede reden moet zijn waarom het griffierecht niet (tijdig) is betaald.
Beroep op betalingsonmacht
4. Op 19 december 2024 heeft eiser een verzoek om vrijstelling van het griffierecht wegens betalingsonmacht gedaan. Op 14 januari 2025 heeft de rechtbank aan eiser verzocht om de gegevens over zijn inkomen en vermogen te overleggen. Eiser heeft niet gereageerd.
5. Bij brief van 20 februari 2025 heeft de griffier van de rechtbank het beroep op betalingsonmacht voorlopig afgewezen, omdat eiser geen gegevens over zijn inkomen en vermogen heeft overgelegd. Daarbij is aangegeven dat eiser een nieuwe nota griffierecht ontvangt en is eiser erop gewezen dat, als het griffierecht niet of niet tijdig is bijgeschreven, eiser het risico loopt dat de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaart.
6. De rechtbank is, evenals de griffier, van oordeel dat het verzoek van eiser om vrijstelling van het griffierecht moet worden afgewezen. Eiser heeft geen gegevens over zijn inkomen en vermogen overgelegd. De rechtbank heeft daarom niet kunnen vaststellen dat eiser (inderdaad) niet over (voldoende) inkomen en/ofvermogen beschikt om het griffierecht niet te kunnen betalen. Op 20 februari 2025 is het verzoek daarom voorlopig afgewezen en om dezelfde reden wordt het door de rechter nu definitief afgewezen.
Betaling griffierecht
7. De griffier heeft eiser bij brief van 21 februari 2025 gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht en meegedeeld dat dit binnen vier weken moet zijn voldaan. De griffier heeft vervolgens bij aangetekend verzonden brief van 24 maart 2025 eiser nogmaals in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen binnen vier weken na dagtekening van die brief. Uit informatie van PostNL is gebleken dat de aangetekend verzonden brief op 26 maart 2025 op het in het beroepschrift vermelde adres
[adres] is bezorgd en dat voor ontvangst is getekend.
8. Eiser heeft het griffierecht niet op tijd betaald.
Is het niet tijdig betalen verontschuldigbaar?
9. Eiser heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus geen verontschuldiging voor dit verzuim gebleken.

Conclusie en gevolgen

10. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk. Dat betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en dat het bestreden besluit in stand blijft. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.P.W. Esmeijer, rechter, in aanwezigheid van
S.H.J. van de Looi, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.