ECLI:NL:RBOVE:2025:2782

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
8 mei 2025
Publicatiedatum
7 mei 2025
Zaaknummer
08.730664.17
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde met een persoonlijkheidsstoornis

Op 8 mei 2025 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1958 in Suriname. De terbeschikkinggestelde was eerder ter beschikking gesteld door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden na een veroordeling voor poging tot zware mishandeling. De terbeschikkingstelling was ingegaan op 15 november 2022 en zou oorspronkelijk eindigen op 4 november 2024. Het Openbaar Ministerie heeft op 27 september 2024 een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren, welke vordering op 28 november 2024 is behandeld. Tijdens deze zitting heeft de terbeschikkinggestelde een wrakingsverzoek ingediend, dat door de wrakingskamer ongegrond is verklaard. De behandeling is hervat op 24 april 2025, waar de rechtbank de officier van justitie, de raadsman van de terbeschikkinggestelde en deskundigen heeft gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde sinds zijn opname in de kliniek in februari 2024 niet heeft meegewerkt aan behandeling en dat zijn recidiverisico hoog blijft. De deskundige heeft aangegeven dat de terbeschikkinggestelde sinds februari 2025 dwangbehandeling met anti-psychotische medicatie ondergaat, wat enige positieve effecten heeft gehad. De rechtbank oordeelt dat de veiligheid van anderen eist dat de terbeschikkingstelling wordt verlengd, en heeft de maatregel met twee jaren verlengd.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08.730664.17
Datum uitspraak: 8 mei 2025
Beslissingop de vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van:
[terbeschikkinggestelde],
geboren op [geboortedatum] 1958 te [geboorteplaats] (Suriname),
verblijvende in Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) [locatie]
,
hierna te noemen: de terbeschikkinggestelde.

1.De aanleiding

De terbeschikkinggestelde is bij arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van
6 oktober 2021 ter beschikking gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege, na bewezenverklaring van het misdrijf:
poging tot zware mishandeling.
De terbeschikkingstelling is ingegaan op 15 november 2022 en eindigt, behoudens nadere voorziening, op 4 november 2024.

2.De stukken

De rechtbank heeft kennis genomen van de op grond van artikel 6:6:12 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) overgelegde stukken, te weten:
  • het verlengingsadvies van FPC Pompestichting (hierna: de kliniek) van 12 augustus 2024, opgemaakt en ondertekend door drs. M. Hendriks, behandelcoördinator, GZ-psycholoog en psychotherapeut, en E.P.M.T. Brouns, psychiater, directeur patiëntenzorg en plaatsvervangend hoofd van de instelling;
  • de beslissing van de wrakingskamer van rechtbank Overijssel van 17 december 2024;
  • de wettelijke aantekeningen over de periode van 6 februari 2024 tot 1 januari 2025;
Daarnaast heeft de rechtbank een brief met bijlagen ontvangen van de terbeschikkinggestelde van 24 april 2025.

3.De procedure

Het Openbaar Ministerie heeft op 27 september 2024 een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren.
Het onderzoek van de zaak heeft plaatsgevonden op de openbare terechtzitting van
28 november 2024. Tijdens deze zitting heeft de terbeschikkinggestelde een verzoek tot wraking van de rechters van de meervoudige kamer van rechtbank Overijssel gedaan. Bij beslissing van de wrakingskamer van 17 december 2024 van deze rechtbank is het verzoek tot wraking ongegrond verklaard.
Het onderzoek van de zaak is op de openbare terechtzitting van 24 april 2025 hervat. De rechtbank heeft op die zitting gehoord:
  • de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.B.A. Kalk, advocaat te Enschede;
  • de officier van justitie;
  • drs. M. Hendriks, voornoemd, als deskundige.
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij de vordering.
De raadsman heeft namens de terbeschikkinggestelde verzocht de maatregel te beëindigen.

4.De beoordeling

De vordering is op 27 september 2024 ingediend. Dit is tijdig.
De rechtbank stelt vast dat het onderzoek van de zaak niet uiterlijk twee maanden na de ontvangst van de vordering heeft plaatsgevonden. De rechtbank acht dit ongewenst, maar volstaat met de constatering dat bedoelde termijn is overschreden.
De rechtbank dient op grond van het bepaalde in de artikelen 38d en 38e van het Wetboek
van Strafrecht (Sr) te bepalen of de termijn van de maatregel van terbeschikkingstelling moet worden verlengd.
De rechtbank neemt bij haar overwegingen het over de terbeschikkinggestelde opgemaakte verlengingsadvies van de kliniek en de toelichting van de deskundige ter zitting in aanmerking.
Het verlengingsadvies van de kliniek
Het rapport van de kliniek houdt, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende in.
Bij de terbeschikkinggestelde is sprake van een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met paranoïde trekken. De terbeschikkinggestelde verblijft sinds februari 2024 in de huidige kliniek in het kader van een tweede maatregel van terbeschikkingstelling. Sinds de eerste maatregel van terbeschikkingstelling, die in 2014 is beëindigd, is er geen verandering in denkwijze en gedrag bij de terbeschikkinggestelde opgetreden. De terbeschikkinggestelde weigert sinds zijn opname elke vorm van behandeling - ook farmaceutisch - omdat hij het niet eens is met het rechtssysteem, de veroordeling en de gestelde diagnose. Vanwege zijn weigerachtige houding is nog geen delictanalyse opgesteld. De terbeschikkinggestelde laat zich regelmatig achterdochtig uit en voelt zich ‘weggezet als domme neger’. De afgelopen periode is de terbeschikkinggestelde meermaals op afzondering of een aangepast programma geplaatst, deels omdat hij zich niet laat begrenzen en deels omdat zijn gedrag een groepsontwrichtend effect heeft. De terbeschikkinggestelde is gesteld op zijn autonomie en heeft er moeite mee dat er regels opgevolgd moeten worden. Gesprekken over een behandeltraject verlopen uiterst moeizaam en vormen bijna altijd een trigger voor de terbeschikkinggestelde om boos te worden. Wegens zijn opvliegendheid wordt de terbeschikkinggestelde afwisselend uitgebreid en ingeperkt in vrijheden, afhankelijk van zijn houding en gedrag richting de sociotherapie en zijn invloed op de sfeer op de groep. Als de terbeschikkinggestelde niet is ingeperkt, werkt hij een aantal uur per week.
De terbeschikkinggestelde praat luid, onsamenhangend en slecht articulerend, waardoor hij moeilijk verstaanbaar is. Uit onderzoek bij een logopedist komt naar voren dat er geen probleem in zijn denken lijkt te zijn. Wel is er een stoornis in zijn vloeiendheid van communicatie, waarbij de verstaanbaarheid onvoldoende is. De terbeschikkinggestelde stemt zijn spraak onvoldoende op de ander en de omgeving af. In juli 2024 is de terbeschikkinggestelde doorgestroomd naar een behandelafdeling. Op deze afdeling wordt een zelfde opstandige en weigerachtige houding gezien als op de opnameafdeling. Het aanvragen van een (begeleid) verlofkader is nog niet aan de orde. Uitspraken over het einddoel zijn nog prematuur en onder andere afhankelijk van de vraag of de terbeschikkinggestelde zich de komende periode gaat inzetten voor behandeling. Binnen de huidige kaders en structuur is sprake van stagnatie binnen de behandeling. Het is nog niet mogelijk geweest om de terbeschikkinggestelde andere copingvaardigheden aan te leren. De terbeschikkinggestelde laat een inadequate reactie zien bij toenemende vrijheden, verantwoordelijkheden en confrontatie met stressoren. De terbeschikkinggestelde is nog niet gestart met de behandeling en heeft nog diverse stappen te zetten binnen het huidige traject. Het recidiverisico wordt nog altijd als hoog ingeschat. Zonder behandeling is het aannemelijk dat de terbeschikkinggestelde op den duur weer zal reageren met (fysiek) geweld zoals ten tijde van het indexdelict. De kliniek adviseert de maatregel met twee jaar te verlengen.
De toelichting van de deskundige ter zitting
De deskundige heeft het advies ter zitting gehandhaafd. Aanvullend heeft hij opgemerkt dat de stoornis van de terbeschikkinggestelde onverminderd aanwezig is. Wegens zijn voortdurende weigerachtige houding is besloten om de terbeschikkinggestelde in februari 2025 door middel van dwangbehandeling anti-psychotische medicatie toe te dienen. Dit wordt nog steeds voortgezet. Zichtbaar is dat de medicatie een enigszins positief effect heeft op de terbeschikkinggestelde. Hij is milder in gedrag, kan beter communiceren en laat zich beter begrenzen. De incidenten op de afdeling lijken in hoeveelheid en heftigheid afgenomen. De dwangbehandeling zal voor een langere periode moeten voortduren om te bezien of het daadwerkelijk een positief effect heeft op het functioneren van de terbeschikkinggestelde en of het lukt om hem in samenwerking te krijgen. De delictanalyse is inmiddels afgerond. De terbeschikkinggestelde heeft hier beperkt aan meegewerkt, waardoor de seksuele- en culturele anamnese niet is afgenomen. Een verlofaanvraag zal pas aan de orde kunnen zijn als de terbeschikkinggestelde voor een langere periode adequaat functioneert. Om te kunnen oefenen met verloven zal hij het gesprek aan moeten gaan over zijn problematiek en/of de behandeling. De deskundige spreekt de hoop uit dat het alsnog lukt om met de terbeschikkinggestelde in samenwerking te komen en een behandeling te starten.
Het oordeel van de rechtbank
Gelet op het verlengingsadvies en hetgeen tijdens de zitting is besproken, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen eist dat de maatregel van terbeschikkingstelling wordt verlengd. Er is nog steeds sprake van een stoornis en het recidiverisico is hoog. Aan de criteria voor verlenging is voldaan.
De rechtbank constateert dat, hoewel de terbeschikkinggestelde sinds februari 2024 in de huidige kliniek verblijft, behandeling nog nauwelijks van de grond is gekomen. De terbeschikkinggestelde heeft geweigerd samen te werken op alle essentiële onderdelen om risicofactoren te behandelen en het recidiverisico terug te dringen. Sinds februari 2025 wordt middels dwangbehandeling anti-psychotische medicatie toegediend en dat laat enige positieve effecten zien. Het is van groot belang dat de terbeschikkinggestelde de anti-psychotische medicatie blijft gebruiken, zodat met zijn behandeling kan worden begonnen. Gezien de problematiek van de terbeschikkinggestelde en zijn huidige functioneren is de verwachting dat hij nog langdurig zal zijn aangewezen op begeleiding en ondersteuning. Verlenging van de maatregel is noodzakelijk om de beoogde vervolgstappen zeer geleidelijk te kunnen zetten en de terbeschikkinggestelde verder te stabiliseren in zijn functioneren. De rechtbank zal de maatregel daarom met twee jaren verlengen.

5.De beslissing

De rechtbank:
- verlengt de terbeschikkingstelling van
[terbeschikkinggestelde]met twee jaren.
Aldus gegeven door mr. M.H. van der Lecq, voorzitter, mr. C. Verdoold en
mr. P.A.M. Miltenburg, rechters, in tegenwoordigheid van Z. Demir als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 8 mei 2025.