Het verlengingsadvies van de kliniek
Het rapport van de kliniek houdt, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende in.
Bij de terbeschikkinggestelde is sprake van een ongespecificeerde neurobiologische ontwikkelingsstoornis, licht verstandelijke beperking en een ongespecificeerde schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis. Daarnaast is bij de terbeschikkinggestelde sprake van een stoornis in het gebruik van alcohol (ernstig), stoornis in het cannabisgebruik (matig tot ernstig) en een stoornis in het gebruik van een stimulantium (amfetamine en cocaïne) (matig tot ernstig), alle langdurig in remissie in een gereguleerde omgeving.
De terbeschikkinggestelde verblijft sinds september 2022 in de huidige kliniek. Door de structuur op de huidige afdeling en de aangepaste bejegeningsstijl voelt de terbeschikkinggestelde zich gezien en gehoord, is er sprake van een samenwerkingsrelatie en stelt hij zich open voor de behandeling. De terbeschikkinggestelde krijgt ondersteuning bij het begrenzen van zijn gedrag en bij zijn autonomie. Door deze ondersteuning heeft hij het gevoel dat hij er mag zijn en niet overvraagd of ernstig beperkt wordt, waardoor hij zich staande kan houden. Door de medicatiewijzigingen ervaart de terbeschikkinggestelde meer rust in zijn hoofd en is hij minder wantrouwend en achterdochtig richting het behandelteam. Mede hierdoor lukt het beter om een behandelrelatie met de terbeschikkinggestelde aan te gaan. Het afgelopen jaar heeft de terbeschikkinggestelde stabiel gefunctioneerd. De terbeschikkinggestelde volgt arbeidstherapie, sport, de module Grip op Agressie en psychomotorische therapie (PMT). Hij werkt aan het eerder herkennen van spanningen in zijn lichaam en hoe hij hiermee om kan gaan. Daarnaast wordt er gewerkt aan het leren aangeven van grenzen en het versterken van zijn gevoel van eigenwaarde. De terbeschikkinggestelde heeft met name baat bij therapie die meer gericht is op ervaring en minder op cognitie. In de bejegening op de afdeling wordt veel herhaling geboden (ten aanzien van afspraken en verwachtingen) waardoor nieuwe gedragspatronen langzaam inslijten bij de terbeschikkinggestelde. De terbeschikkinggestelde laat weten de keuze te hebben gemaakt om geen middelen te willen gebruiken. Hij wil stappen maken in zijn behandeltraject en hij is daardoor extern gemotiveerd om geen middelen te gebruiken. Hij zou, als er geen maatregel meer geldt, nog wel alcohol willen drinken.
De terbeschikkinggestelde heeft de afgelopen periode verder gebruik gemaakt van begeleide verloven op het terrein, in de regio en landelijk. Tevens heeft een uitbreiding in zijn verlof plaatsgevonden waardoor hij ook gebruik mag maken van onbegeleid verlof op het terrein. Tijdens de verloven hebben er geen incidenten plaatsgevonden.
Gezien het verloop van de behandeling is in januari 2025 transmuraal verlof
aangevraagd om te kunnen doorstromen naar De Kastanje, een afdeling op het terrein van
Trajectum Noord met beveiligingsniveau 1. Deze aanvraag is goedgekeurd.
Op De Kastanje zal de terbeschikkinggestelde oefenen met meer vrijheden en verblijven binnen een minder beveiligde en meer open context. Er zal worden getoetst of de terbeschikkinggestelde zich in deze situatie houdt aan de regels en afspraken rondom middelengebruik, maar ook of hij geleerde vaardigheden kan toepassen in een meer open setting. Ook zal de terbeschikkinggestelde op De Kastanje moeten laten zien dat hij (met ondersteuning van begeleiding) zijn spanningen en boosheid kan reguleren, zich weerbaar kan tonen tegen negatieve beïnvloeding van anderen, abstinent kan blijven van middelen en zich begeleidbaar kan blijven opstellen. Bij goed functioneren zal de terbeschikkinggestelde doorstromen naar een resocialisatieafdeling van de kliniek. Het Forensisch Resocialisatie Team (FRT) van Trajectum zal tijdens de laatste fase op de resocialisatieafdeling betrokken worden. De terbeschikkinggestelde is vanwege zijn complexe problematiek blijvend aangewezen op professionele begeleiding. Het einddoel van de behandeling is de stapsgewijze terugkeer in de samenleving, waarbij (via proefverlof en een voorwaardelijke beëindiging) toegewerkt zal worden naar een vorm van 24-uurs begeleid wonen. Het recidiverisico wordt bij beëindiging van de maatregel als hoog ingeschat. Gezien de beperkte draagkracht van de terbeschikkinggestelde zal het traject stapsgewijs vormgegeven moeten worden en is de verwachting dat dit nog meerdere jaren in beslag zal nemen. Bij een positief verloop zal naar verwachting nog minimaal vier tot zes jaar nodig zijn voordat gedacht kan worden aan proefverlof. De kliniek adviseert de maatregel met twee jaar te verlengen.