ECLI:NL:RBOVE:2025:2785

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
8 mei 2025
Publicatiedatum
7 mei 2025
Zaaknummer
08.061468.21
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde na beoordeling van de vordering van het Openbaar Ministerie

Op 8 mei 2025 heeft de Rechtbank Overijssel in Almelo uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, die eerder ter beschikking was gesteld door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 1 juni 2022. De terbeschikkingstelling was ingegaan op 14 februari 2023 en zou oorspronkelijk eindigen op 25 februari 2025. Het Openbaar Ministerie had op 20 januari 2025 een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren. Tijdens de openbare terechtzitting op 24 april 2025 werd de terbeschikkinggestelde bijgestaan door zijn raadsman, mr. J.A.W. Knoester, en de officier van justitie. De terbeschikkinggestelde gaf aan geen bezwaar te hebben tegen verlenging, mits deze beperkt zou blijven tot een jaar, omdat hij lang had moeten wachten op een plek in de kliniek en daardoor moedeloos was geworden.

De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende rapportages, waaronder een verlengingsadvies van FPC De Rooyse Wissel en een pro Justitia rapportage van een GZ-psycholoog. De rechtbank concludeerde dat de terbeschikkinggestelde nog niet was gestart met een behandeling en dat het recidiverisico hoog was zonder de huidige maatregel. De rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen de verlenging van de terbeschikkingstelling eiste, maar besloot om de maatregel met slechts een jaar te verlengen. Dit zou de rechtbank in staat stellen om de ontwikkelingen rondom de plaatsing in de kliniek en de behandeling van de terbeschikkinggestelde te volgen. De rechtbank benadrukte dat de terbeschikkinggestelde niet mocht verwachten dat de verpleging over een jaar voorwaardelijk beëindigd zou worden.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08.061468.21
Datum uitspraak: 8 mei 2025
Beslissingop de vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van:
[terbeschikkinggestelde],
geboren op [geboortedatum] 1996 te [geboorteplaats],
verblijvende in Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) te [locatie],
hierna te noemen: de terbeschikkinggestelde.

1.De aanleiding

De terbeschikkinggestelde is bij arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 1 juni 2022 ter beschikking gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege, na bewezenverklaring van onder meer het misdrijf:
-
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd.
De terbeschikkingstelling is ingegaan op 14 februari 2023 en eindigt, behoudens nadere voorziening, op 25 februari 2025.

2.De stukken

De rechtbank heeft kennis genomen van de op grond van artikel 6:6:12 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) overgelegde stukken, te weten:
  • het verlengingsadvies van Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) De Rooyse Wissel (hierna: de kliniek) van 13 december 2024, opgemaakt en ondertekend door drs. I.N. van Gerven, hoofd behandeling, en drs. M. Verhees, directeur behandeling en zorg en plaatsvervangend hoofd van de instelling;
  • de pro Justitia rapportage van M.M. Beijer, GZ-psycholoog, van 21 maart 2025.

3.De procedure

Het Openbaar Ministerie heeft op 20 januari 2025 een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren.
Het onderzoek van de zaak heeft plaatsgevonden op de openbare terechtzitting van
24 april 2025. De rechtbank heeft op die zitting gehoord:
  • de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door mr. J.A.W. Knoester, advocaat te 's-Gravenhage;
  • de officier van justitie.
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij de vordering.
De terbeschikkinggestelde en zijn raadsman hebben geen bezwaar tegen verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling, mits de verlengingstermijn wordt beperkt tot een jaar. De raadsman heeft daartoe aangevoerd dat de terbeschikkinggestelde lang heeft moeten wachten op een plek in de kliniek en daardoor moedeloos is geworden. Hij vindt dat hem niets mankeert en hij krijgt telkens andere diagnoses te horen. Wel ervaart hij veel boosheid, waarvoor behandeling helpend zou kunnen zijn. Als de terbeschikkinggestelde in de kliniek wordt opgenomen en de samenwerking aangaat, zou het behandeltraject sneller kunnen verlopen. De informatie over de terbeschikkinggestelde in het dossier is beperkt. Over een jaar kunnen er nieuwe rapportages over de terbeschikkinggestelde worden opgesteld voor een duidelijker beeld.

4.De beoordeling

De vordering is op 20 januari 2025 ingediend. Dit is tijdig.
De rechtbank stelt vast dat het onderzoek van de zaak niet uiterlijk twee maanden na de ontvangst van de vordering heeft plaatsgevonden. De rechtbank acht dit ongewenst, maar volstaat met de constatering dat bedoelde termijn is overschreden.
De rechtbank dient op grond van het bepaalde in de artikelen 38d en 38e van het Wetboek
van Strafrecht (Sr) te bepalen of de termijn van de maatregel van terbeschikkingstelling moet worden verlengd.
De rechtbank neemt bij haar overwegingen het over de terbeschikkinggestelde opgemaakte verlengingsadvies van de kliniek en de pro Justitia rapportage in aanmerking.
Het verlengingsadvies van FPC De Rooyse Wissel
Het rapport van de kliniek houdt, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende in.
De terbeschikkinggestelde verblijft momenteel in PPC Zwolle en staat op de wachtlijst voor een plaatsing binnen FPC De Rooyse Wissel. Het starten en het doorlopen van het behandeltraject in het kader van de terbeschikkingstelling en de hierbij behorende verlofmodaliteiten zullen een periode van twee jaar overstijgen. De kliniek adviseert daarom de maatregel met twee jaar te verlengen.
Het rapport van de psycholoog
Het rapport van de psycholoog houdt, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende in.
De terbeschikkinggestelde heeft beperkt meegewerkt aan het onderzoek, waardoor het onderhavige onderzoek beperkingen kent, in die zin dat de psycholoog geen volledig beeld heeft kunnen krijgen over het functioneren van de terbeschikkinggestelde. Op basis van het onderzoek is het niet mogelijk gebleken om het gedrag van de terbeschikkinggestelde toe te wijzen aan een specifieke classificatie of stoornis. De psycholoog merkt echter op dat bij de terbeschikkinggestelde een psychotische stoornis en/of een antisociale persoonlijkheidsstoornis niet uitgesloten kan worden.
De terbeschikkinggestelde verblijft in het PPC Zwolle in afwachting van een plaatsing in een kliniek. Het huidige risicomanagement bestaat enkel uit het verblijf in detentie. De terbeschikkinggestelde is nog niet gestart met een behandeling gericht op de dynamische risicofactoren. De terbeschikkinggestelde vindt dat er niets met hem aan de hand is en dat hij geen behandeling nodig heeft. Zijn frustratietolerantie is beperkt. De terbeschikkinggestelde heeft de overtuiging dat anderen zich tegen hem richten en zijn mentaliserend vermogen is beperkt. Als gevolg hiervan nemen zijn spanningen snel toe wanneer hij niet volledig de controle heeft en zaken niet gaan zoals hij verwacht. Vanuit de oplopende spanningen groeit weer zijn vijandigheid, waardoor de terbeschikkinggestelde zijn impulsen niet kan controleren en komt tot agressief acting-out gedrag. Uit de risicoprognose komt naar voren dat de risicofactoren nog steeds aanwezig zijn. Het is wenselijk dat de terbeschikkinggestelde zo snel als mogelijk met zijn behandeltraject kan starten. Het moeten wachten op een plaatsing komt de terbeschikkinggestelde niet ten goede. Pas na aanvang van een behandeling gericht op de risicofactoren kan een inschatting gemaakt worden over een koers en resocialisatiemogelijkheden. Zonder de huidige maatregel wordt het recidiverisico als hoog ingeschat. De psycholoog adviseert de maatregel met twee jaar te verlengen.
Het oordeel van de rechtbank
De terbeschikkinggestelde is bij arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 1 juni 2022 ter beschikking gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege. Daarbij heeft het hof vastgesteld dat het gaat om een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, zodat de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege niet in duur is gemaximeerd.
Op basis van het advies van de psycholoog is de rechtbank van oordeel dat bij de terbeschikkinggestelde sprake is van een stoornis. Hij wordt daarvoor (nog) niet behandeld en wacht inmiddels al ruim twee jaar in een PPC op plaatsing in een kliniek. Naar verwachting zal hij zeer binnenkort worden geplaatste in FPC De Rooyse Wissel. In de kliniek zal (nadere) diagnostiek plaatsvinden. Het recidiverisico wordt door de psycholoog als hoog ingeschat zonder de huidige maatregel. Aangezien er nog geen behandeling heeft plaatsgevonden is er geen aanleiding om aan te nemen dat dit risico anders moet worden ingeschat.
De rechtbank is gelet op het vorenstaande van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de maatregel van de terbeschikkinggestelde eist.
De rechtbank hanteert als uitgangspunt dat, als aannemelijk is geworden dat de behandeling en resocialisatie van de terbeschikkinggestelde in het bestaande juridisch kader meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging met een jaar, de terbeschikkingstelling in beginsel verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren. De rechtbank ziet in dit geval aanleiding om af te wijken van dit uitgangspunt.
Verlenging met een jaar stelt de rechtbank in staat om de ontwikkelingen met betrekking tot de plaatsing bij FPC De Rooyse Wissel, de diagnostiek en de behandeling van de terbeschikkinggestelde te volgen en een vinger aan de pols te houden. De verwachting is dat de rechtbank bij de volgende verlengingszitting een completer beeld heeft van de terbeschikkinggestelde en de te volgen koers met betrekking tot zijn behandeling, ook omdat voor die zitting vermoedelijk rapportages door een psychiater en psycholoog zullen worden opgesteld. Zeker wanneer de terbeschikkinggestelde er in slaagt de samenwerking met het behandelteam aan te gaan, zal een en ander duidelijker in beeld zijn dan op dit moment het geval is. De terbeschikkinggestelde mag echter aan de verlenging met een jaar niet de verwachting ontlenen dat over een jaar tot voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege zal kunnen worden overgegaan. Gelet op het voorgaande zal de rechtbank de maatregel voor de duur van een jaar verlengen.

5.De beslissing

De rechtbank:
- verlengt de terbeschikkingstelling van
[terbeschikkinggestelde]met een jaar.
Aldus gegeven door mr. M.H. van der Lecq, voorzitter, mr. C. Verdoold en
mr. P.A.M. Miltenburg, rechters, in tegenwoordigheid van Z. Demir als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 8 mei 2025.