ECLI:NL:RBOVE:2025:2851

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
8 mei 2025
Publicatiedatum
8 mei 2025
Zaaknummer
08-354853-24 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor straatroof en insluiping met geweld

Op 8 mei 2025 heeft de Rechtbank Overijssel een 31-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden voor het plegen van twee inbraken en een straatroof vergezeld van geweld. De verdachte heeft op 6 november 2024 in Zwolle een telefoon van een slachtoffer gestolen door deze uit diens handen te rukken en daarbij geweld te gebruiken. Tijdens de confrontatie heeft de verdachte ook met een mes stekende bewegingen gemaakt richting het slachtoffer, wat leidde tot verwondingen. Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan insluiping in twee woningen, waarbij hij diverse goederen, waaronder een smartwatch en diepvriesproducten, heeft gestolen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbenden in de woningen bevond en dat de gepleegde feiten ernstige gevolgen hebben voor de slachtoffers, die zich onveilig voelen in hun eigen huis. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten en het recidiverisico van de verdachte, die geen hulp wil en geen verblijfsvergunning heeft. De rechtbank achtte een gevangenisstraf van 15 maanden passend en geboden.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08-354853-24 (P)
Datum vonnis: 8 mei 2025
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1994 in [geboorteplaats] ,
nu verblijvende in de [verblijfplaats] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 24 april 2025.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. U. Yildirim, advocaat in Zwolle, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, op neer dat verdachte:
feit 1:een telefoon heeft gestolen onder bedreiging van geweld en/of met geweld;
feit 2:uit een woning en/of van een besloten erf aan de [adres 1] een telefoon, een smartwatch en/of oordopjes heeft gestolen;
feit 3:uit een woning en/of van een besloten erf aan het [adres 2] (diepvries)producten en/of bier heeft gestolen.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1
hij op of omstreeks 6 november 2024 te Zwolle
een telefoon (merk Samsung), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan
[slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het
oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen welke diefstal werd
voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld
tegen [slachtoffer 1] ,
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te
maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht
mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, - door de
telefoon uit de hand(en) van [slachtoffer 1] te rukken en/of
- die [slachtoffer 1] te slaan en/of stompen en/of
- meermalen met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp
steekbeweging(en) te maken in de richting van die [slachtoffer 1] en/of
- met dat mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp in de hand van [slachtoffer 1]
te snijden en/of te prikken;
2
hij op of omstreeks 6 november 2024 te Zwolle,
in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten
[adres 1] alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of
tegen de wil van de rechthebbende bevond,
een telefoon (merk Samsung) en/of smartwatch (merk: Garmin) en/of oordopjes, in
elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan
een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft
en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik heeft gebracht door
middel van inklimming en/of insluiping;
3
hij op of omstreeks 6 november 2024 te Zwolle,
in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten [adres 2]
, alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of
tegen de wil van de rechthebbende bevond,
en of meerdere (diepvries)product(en) en/of bierflesje(s), in elk geval enig goed,
dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander
toebehoorde(n) heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft
en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik heeft gebracht door
middel van inklimming en/of insluiping.

3.De bewijsmotivering

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat alle ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank ten aanzien van alle ten laste gelegde feiten.
Verdachte heeft ter terechtzitting ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde feit verklaard dat hij nooit een mes bij zich heeft en toen dus ook geen mes bij zich had en dat hij dus ook geen stekende bewegingen heeft gemaakt met een mes. Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde feit heeft verdachte ter terechtzitting verklaard dat hij niet in de woning is geweest. Ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde feit heeft verdachte verklaard dat hij in het schuurtje op het erf is geweest omdat hij daar wilde slapen.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
Feit 1
De rechtbank stelt op grond van de inhoud van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting de volgende feiten en omstandigheden vast.
Op 6 november 2024 heeft verdachte aangever [slachtoffer 1] voor het politiebureau aan de Koggelaan aangesproken op straat. Verdachte heeft aangever gevraagd om een sigaret. Aangever heeft een sigaret aan verdachte gegeven. Toen aangever vervolgens zijn telefoon, van het merk Samsung en type S24, pakte, pakte verdachte deze uit de handen van aangever en begon hij aangever te slaan. Aangever en verdachte hebben vervolgens gevochten. Verdachte probeerde te vluchten met de telefoon van aangever, waarop aangever verdachte vastpakte. Verdachte pakte op enig moment een mes uit zijn zak en heeft meermalen stekende bewegingen gemaakt in de richting van aangever. Aangever heeft de steken afgeweerd en daarbij een wond in zijn handpalm opgelopen. De telefoon van aangever is aangetroffen in de rugtas van verdachte die hij droeg toen hij aangever aansprak op straat en tijdens zijn aanhouding en die hij droeg toen hij aangever aansprak op straat.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is op gelet op het voorgaande van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte de telefoon van aangever [slachtoffer 1] heeft weggenomen. Ook acht de rechtbank bewezen dat verdachte aangever heeft geslagen om de diefstal gemakkelijk te maken en dat verdachte, toen aangever de telefoon terug wilde pakken, stekende bewegingen heeft gemaakt met een mes in de richting van aangever daarbij en in de hand van aangever heeft gesneden om zichzelf de vlucht mogelijk te maken en het bezit van de telefoon te verzekeren.
Feiten 2 en 3
De rechtbank stelt op grond van de inhoud van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting de volgende feiten en omstandigheden vast.
Op 6 november 2024 is verdachte via de achterdeur naar binnen gegaan in de woning aan de [adres 1] . Hij werd hierbij overlopen door de bewoner van de woning. Verdachte droeg een blauwe jas en een rugtas met het opschrift Basic Fit. Uit de woning zijn een telefoon, een groene smartwatch en oordopjes (Airpods) met een roze hoesje weggenomen. Verdachte is door de politie aangehouden in de tuin van het [adres 2] . In deze tuin is na de aanhouding door de politie een onder een doek verborgen telefoon aangetroffen. Deze telefoon was van het merk Samsung en werd door aangeefster [slachtoffer 2] als haar eigendom herkend. Uit de schuur op het erf van het [adres 2] zijn diepvriessnacks en flesjes bier weggenomen. Deze goederen waren eigendom van aangeefster [slachtoffer 3] .
Verdachte droeg tijdens zijn aanhouding een blauwe jas en een Basic Fit rugtas. In de rugtas van verdachte bevonden zich een groene smartwatch, oordopjes met een roze hoesje die door aangeefster [slachtoffer 2] herkend zijn als haar eigendom, en diverse flesjes bier en diepvriessnacks van aangeefster [slachtoffer 3] .
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is op gelet op het voorgaande van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte een telefoon, smartwatch en oordopjes van aangeefster [slachtoffer 2] heeft weggenomen uit een woning aan de [adres 1] , terwijl verdachte zich daar buiten weten en tegen de wil van de rechthebbende bevond. De rechtbank is ook van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte diepvriesproducten en bier van aangeefster [slachtoffer 3] heeft weggenomen van het besloten erf aan het [adres 2] , terwijl verdachte zich daar buiten weten van de rechthebbende bevond.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1
hij op 6 november 2024 te Zwolle
een telefoon (merk Samsung), die aan [slachtoffer 1] toebehoorde heeft weggenomen met het
oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen welke diefstal werd vergezeld en gevolgd van geweld tegen [slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, en om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
- door de telefoon uit de handen van [slachtoffer 1] te rukken en
- die [slachtoffer 1] te slaan en
- met een mes steekbewegingen te maken in de richting van die [slachtoffer 1] en
- met dat mes in de hand van [slachtoffer 1] te snijden;
2
hij op 6 november 2024 te Zwolle,
in een woning, te weten [adres 1] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond,
een telefoon (merk Samsung) en smartwatch (merk: Garmin) en oordopjes, die aan [slachtoffer 2] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen;
3
hij op 6 november 2024 te Zwolle,
op een besloten erf waarop een woning stond, te weten [adres 2] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond,
(diepvries)producten en bierflesjes, die aan [slachtoffer 3] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 311, eerste lid, onder 3°, en artikel 312 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1
het misdrijf:
diefstal, vergezeld en gevolgd van geweld, gepleegd tegen personen met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren;
feit 2
het misdrijf:
diefstal in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt;
feit 3
het misdrijf:
diefstal op een besloten erf waarop een woning staat door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twintig maanden.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht om een gevangenisstraf op te leggen gelijk aan de duur van de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht tot het moment van de uitspraak.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
De ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een straatroof waarbij hij een telefoon heeft buitgemaakt. Hij heeft het slachtoffer geslagen en hij heeft richting het slachtoffer stekende bewegingen gemaakt met een mes. Het slachtoffer heeft hierdoor verwondingen opgelopen, waaronder een steekwond aan zijn hand. Dat het niet erger is afgelopen, is niet te danken aan het handelen van verdachte. Na de straatroof is verdachte gevlucht en heeft hij zich een korte tijd later schuldig gemaakt aan twee insluipingen. Verdachte heeft daarbij een telefoon, smartwatch en oordopjes weggenomen uit een woning en hij heeft eten en bier weggenomen uit een schuur. De bewoners van de woning waren thuis en één van hen heeft verdachte gezien. Insluipingen leveren niet alleen financiële schade op, maar veroorzaken ook gevoelens van angst en onveiligheid bij de slachtoffers en bij de samenleving in het algemeen. Verdachte heeft met zijn handelen laten zien geen enkel respect te hebben voor andermans eigendommen. Verdachte heeft enkel gehandeld uit eigen financieel gewin. De rechtbank rekent dit alles verdachte zwaar aan.
De persoon van de verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van verdachte van 25 maart 2025. Hieruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit.
Daarnaast heeft de rechtbank gelet op het reclasseringsadvies van Tactus Verslavingszorg van 13 januari 2025. De reclassering schat het recidiverisico in als hoog. De reclassering ziet geen mogelijkheden voor reclasseringstoezicht of interventies, omdat verdachte geen verblijfsvergunning heeft en hij ook geen hulp wil.
De straf
Bij het bepalen van de straf en de omvang neemt de rechtbank de door het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) vastgestelde oriëntatiepunten als uitgangspunt. Het oriëntatiepunt voor een straatroof met licht geweld of verbale bedreiging is zes maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Het oriëntatiepunt voor insluiping in een woning is twee maanden gevangenisstraf onvoorwaardelijk. De rechtbank acht een hogere straf passend dan genoemd in het oriëntatiepunt voor straatroof, nu sprake is van geweld met een mes waarbij aangever bovendien gewond is geraakt.
Gezien de ernst van de gepleegde feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Alles afwegend, acht de rechtbank oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

7.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op artikel 57 Sr.

8.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1, het misdrijf:
diefstal, vergezeld en gevolgd van geweld, gepleegd tegen personen met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren;
feit 2, het misdrijf:
diefstal in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt;
feit 3, het misdrijf:
diefstal op een besloten erf waarop een woning staat door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt.
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
15 (vijftien) maanden;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.N. Neumann, voorzitter, mr. G.H. Meijer en mr. A.J. de Loor, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A. Lautenbag, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 8 mei 2025.
Buiten staat
Mr. Neumann is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer 2024524332. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Feit 1
1.
Het procesverbaal van aangifte van [slachtoffer 1] van 6 november 2024, met fotobijlagen, pagina’s 9-10, 16 en 18, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Pleegdatum : 6 november 2024
Ik doe aangifte van diefstal met geweld. Ik liep linksaf de Koggelaan op. Ik zag dat er voor mij van rechts een buitenlandse man kwam lopen. Ik zag dat de man achter mij aan liep. In de tunnel sprak de man mij aan. Ik begreep uit zijn woorden dat hij een sigaret van mij wilde. Op de parkeerplaats rookten wij een sigaret en ik pakte mijn telefoon. Plotseling werd de man agressief en pakte mijn telefoon uit mijn handen. Hij begon mij ook te slaan en ik weerde mij af en sloeg hem terug. Ik wilde mij telefoon terug, maar dat kreeg ik niet voor elkaar. Ik zag dat hij mijn telefoon van het merk Samsung, type S24, ultra, licht grijs van kleur. over het hek gooide en er zelf achteraan wilde klimmen. Ik heb de man van het hek af getrokken en toen hebben wij gevochten. Op het moment dat hij ruimte kreeg zag ik dat hij een mes uit zijn jaszak pakte en mij daarmee probeerde te steken. Ik schat dat het lemmet van het mes ongeveer 10cm groot was. Ik schat dat hij mij een keer of 5 a 6 wilde steken in mijn buikstreek. Ik heb dit afgeweerd, waarbij ik 1 keer een werd geraakt aan de binnenzijde van mijn rechterhand. Ik was bang dat de man mij heel ernstig had verwond als ik mij niet af had geweerd. Ik was op dat moment echt bang voor de man.
[afbeelding]
[afbeelding]
2.
Het procesverbaal van bevindingen van 8 december 2024, pagina’s 2223, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op beelddatum 6 november 2024 om beeldtijd 20.12 uur zag ik dat slachtoffer [slachtoffer 1] door een politiemedewerker via de hoofdingang het bureau uit werd begeleid. Ik zag dat het slachtoffer een mobiele telefoon in zijn hand had. Ik zag dat verdachte [verdachte] ineens voor de hoofdingang verscheen.
Ik zag dat slachtoffer en verdachte contact met elkaar maakten. Ik zag dat verdachte naar het slachtoffer toe liep. Ik zag dat verdachte en slachtoffer samen wegliepen over de Koggelaan.
3.
Het procesverbaal van bevindingen van 8 december 2024, met bijlage, pagina’s 22 en 36, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Camera centrale hal politiebureau:
Op beelddatum 6 november 2024, beeldtijd 20.04 uur zag ik dat verdachte [verdachte] ,
door een politiemedewerker het bureau uit werd begeleid. Ik zag dat verdachte een rugtas droeg met oranje elementen. Ik herken deze tas als een tas van sportschool basic-fit.
[afbeelding]
4.
Het procesverbaal van bevindingen van 7 november 2024, pagina 57, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
De verdachte (de rechtbank begrijpt: verdachte [verdachte] ) voerde een oranje Basic Fit rugzak met zich. Na de aanhouding werd een telefoon van het merk Samsung S24 met een grijs klaphoesje aangetroffen in de door de verdachte met zich gevoerde rugzak van het merk Basic Fit. Ik zag dat de telefoon uitgeschakeld was.
De door de aangever gegeven pincode en toegangscode voerde ik in en zag dat de telefoon online kwam. Hieruit kon ik verbalisant concluderen dat de telefoon eigendom is van de aangever [slachtoffer 1] .
Feit 2
1.
Het procesverbaal van aangifte van [slachtoffer 2] van 7 november 2024, pagina 66, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 6 november 2024, om 20.20 uur was ik samen met mijn partner in de woning gelegen aan de [adres 1] . Op dat tijdstip hoorde mijn man de deur aan de achterzijde opengaan. Mijn man stond op en liep naar de achterzijde van de woning waar de keuken is. Ik hoorde dat mijn man zei: "er was net een insluiper, ik ga erachter aan". Vrij snel na mijn 112 melding was de politie ter plaatse. De politie had iemand aangehouden en een telefoon gevonden. Ik ben er naar toegegaan en de gevonden telefoon met mijn vingerafdruk geopend. Het bleek dus mijn telefoon te zijn. Ik vermis uit een gedeeltelijk open kast uit de keuken een groene Garmin smartwatch, airpods roze van kleur aan de onderzijde en dus de telefoon. U toont mij een groene smartwatch. Ik kan u zeggen dat deze smartwatch van mij is. Ik kan deze verbinden met mijn telefoon. U toont mij een roze airpods case. Ik kan u vertellen dat deze ook mijn eigendom is.
2.
Het procesverbaal van verhoor getuige [getuige] van 7 november 2042, pagina 72, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
6 november 2024 was ik thuis in mijn woning aan de [adres 1] . Op een gegeven ogenblik hoorde ik wat in de keuken. Ik ging kijken en zag dat er een persoon in mijn keuken stond. De persoon had een capuchon op en droeg een helder blauwe jas. De persoon droeg een Basic Fit rugtas en droeg een donkere broek.
Kort hierop kwam er een politieagent met een hond aan welke ik het signalement heb gegeven. Ik zag dat de agent met de hond de [adres 3] inliep waar op ik de hond hoorde blaffen. Ik ging natuurlijk kijken. Ik zag toen inderdaad de persoon welke ik even daarvoor in mijn woning zag in de hoek van een tuin zitten.. Dit was mooi te zien aan de blauwe jas en de Basic Fit rugtas.
3.
Het procesverbaal van bevindingen van 7 november 2024, pagina’s 46-47, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Nadat de verdachte is aangehouden hoorde ik de hondengeleider zeggen dat de verdachte iets weg probeerde te moffelen. Daarop ben ik in de tuin gaan zoeken. In de tuin lag een stapel hout met een groen doek erover heen. Ter hoogte van dat groene doek lag de verdachte tijdens de aanhouding. Ik heb het doek opgetild en zag daar een telefoon liggen van het merk Samsung.
Ontgrendelen telefoon: Ik heb de telefoon aan [naam] gegeven. Middel de vingerafdruk van de telefoon zag ik dat de telefoon ontgrendelde. Hiermee kan ik samen met [naam] aantonen dat de telefoon van haar is.
4.
Het procesverbaal van bevindingen van 7 november 2024, pagina 49, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Aangekomen op het bureau Zwolle werd verdachte ingesloten. Wij deden onderzoek naar
de goederen in de Basic Fit rugzak van de verdachte. Uit de tas kwamen de volgende goederen:
- Garmin horloge met lichtgroene banden;
- draadloze oordoppen met wit / roze kleurig hoesje van het merk Apple.
Feit 3
1.
Het procesverbaal van aangifte van [slachtoffer 3] van 7 november 2024, pagina 63, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Plaats delict : [adres 2]
Toen ik op 6 november 2024 omstreeks 22.00 uur in mijn achtertuin aankwam zag ik de politie in mijn achtertuin staan. Mijn vriezer staat in mijn schuur in de achtertuin. Ik zag dat er meerdere diepvries snacks misten uit mijn vriezer. Toen ik later nog een keer in mijn schuur kwam om te kijken of de verdachte nog meer had buitgemaakt, zag ik dat er meerdere biertjes waren weggenomen.
2.
Het procesverbaal van bevindingen van 7 november 2024, pagina’s 52-53, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 6 november 2024 was ik belast met een ondersteunende dienst als surveillancehondengeleider. Ik begaf mij naar de [adres 1] en vervoegde mij bij de collega's. Ik hoorde dat een getuige een richting aan wees waar de verdachte naar toe was gelopen. Ik zag dat hij globaal in de richting wees van de [adres 4] . Ik heb vervolgens mijn gecertificeerde diensthond uit het dienstvoertuig gehaald en heb met mijn aangelijnde hond een onderzoek ingesteld. Ik hoorde vervolgens dat de meldkamer doorgaf dat er een heterdaad insluiping had plaats gevonden op het adres Kon. [adres 1] . Ik werd aangesproken door de bewoner die verklaarde dat de verdachte via de achterdeur was weggevlucht. Ik begaf mij naar de achterzijde van de woning. Ik zag en voelde dat de hond mij door Van [adres 3] trok in de richting van het [adres 2] . Ik zag dat de hond bleef staan bij de achtertuin van perceel [adres 2] . Ik scheen in de tuin en zag dat de deur van een schuur even een klein stukje open en dicht ging. Ik scheen naar de deuropening en zag vervolgens de verdachte (de rechtbank begrijpt: verdachte [verdachte] ) in de deuropening staan.
3.
Het procesverbaal van bevindingen van 7 november 2024, pagina 49, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Aangekomen op het bureau Zwolle werd verdachte ingesloten. Wij deden onderzoek naar
de goederen in de Basic Fit rugzak van de verdachte. Uit de tas kwamen de volgende goederen:
- één fles La Trappe blauw;
- één fles Heineken 0.0;
- één fles Grolsch;
- één fles La Trappe geel;
- één doosje met zalm ovenkroketjes;
- één doos ham-kaassouflés;
- één doos kaassouflés.