ECLI:NL:RBOVE:2025:2852

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
8 mei 2025
Publicatiedatum
8 mei 2025
Zaaknummer
08-310917-24 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een vader voor ontuchtige handelingen en kinderporno met zijn minderjarige dochter

Op 8 mei 2025 heeft de Rechtbank Overijssel in Zwolle uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een vader die beschuldigd werd van ontuchtige handelingen met zijn minderjarige dochter en het vervaardigen en in bezit hebben van kinderporno. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan meerdere feiten, waaronder het plegen van ontuchtige handelingen met zijn dochter, die op het moment van de feiten nog geen zestien jaar oud was. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk, en moet zich melden bij de reclassering. Daarnaast is hem een schadevergoeding opgelegd aan de benadeelde partij, de dochter, ter hoogte van € 2.500,- voor immateriële schade. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het vervaardigen van kinderporno door beelden te maken van ontuchtige handelingen met zijn dochter en daarnaast in bezit te hebben van andere kinderpornografische beelden. De rechtbank heeft de ernst van de feiten benadrukt, waarbij de verdachte een ernstige inbreuk heeft gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van zijn dochter. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de psychologische toestand van de verdachte, die lijdt aan een aanpassingsstoornis en een pedofiele stoornis, maar heeft hem als volledig toerekeningsvatbaar beschouwd. De rechtbank heeft bijzondere voorwaarden opgelegd aan de voorwaardelijke straf, waaronder reclasseringstoezicht en behandeling.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08-310917-24 (P)
Datum vonnis: 8 mei 2025
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1963 in [geboorteplaats] ,
nu verblijvende in de PI [locatie] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 24 april 2025.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. U. Yildirim, advocaat in Zwolle, naar voren is gebracht.
Ook heeft de rechtbank kennis genomen van de door [aangever] (moeder van het minderjarig slachtoffer [slachtoffer] ) voorgedragen slachtofferverklaring en van wat namens de benadeelde partij [slachtoffer] door mr. N. Pronk is aangevoerd.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er na wijziging van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van 20 maart 2025, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:in de periode van [geboortedatum 2] 2016 tot en met 28 september 2024 ontuchtige/seksuele handelingen heeft gepleegd met zijn dochter [slachtoffer] ;
feit 2:in de periode van [geboortedatum 2] 2016 tot en met 28 september 2024 een gewoonte heeft gemaakt van het vervaardigen van kinderporno van [slachtoffer] ;
feit 3:in de periode van [geboortedatum 2] 2016 tot en met 28 september 2024 een gewoonte heeft gemaakt van het verspreiden, aanbieden, openlijk tentoonstellen, vervaardigen, invoeren, doorvoeren, uitvoeren, verwerven, in bezit hebben en/of zich toegang verschaffen tot kinderporno.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van [geboortedatum 2] 2016 tot en met 30 juni 2024 te Zwolle, althans in Nederland,
met zijn kind [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2016, die toen de
leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt,
buiten echt,
een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd,
te weten (in ieder geval)
- het betasten van de billen van die [slachtoffer] , met zijn, verdachtes,
(stijve) penis en/of
- het (tong)zoenen met die [slachtoffer] en/of
- het betasten van de vagina en/of schaamstreek van die [slachtoffer] , met
zijn verdachtes, vinger(s)/hand en/of
- het laten vasthouden van zijn, verdachtes, penis door die [slachtoffer] ;
en/of
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juli 2024 tot en met 28 september 2024 te Zwolle, althans in Nederland,
met een kind beneden de leeftijd van twaalf jaren,
te weten [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2016
een of meer seksuele handelingen heeft verricht,
te weten (in ieder geval)
- het betasten van de billen van die [slachtoffer] , met zijn, verdachtes,
(stijve) penis en/of
- het (tong)zoenen met die [slachtoffer] en/of
- het betasten van de vagina en/of schaamstreek en/of billen van die
[slachtoffer] , met zijn verdachtes, vinger(s)/hand en/of
- het laten vasthouden van zijn, verdachtes, penis door die [slachtoffer] ;
terwijl dit feit werd begaan onder de in artikel 245, eerste lid, onder a,
omschreven omstandigheden, te weten jegens verdachtes kind,
2
hij in of omstreeks de periode van [geboortedatum 2] 2016 tot en met 17 augustus 2024 te Zwolle, althans in Nederland,
meermalen, althans eenmaal,
(in de periode van [geboortedatum 2] 2016 tot en met 30 juni 2024, artikel 240b Wetboek van Strafrecht)
een of meer afbeeldingen en/of -gegevensdragers, bevattende
afbeeldingen
- van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd
van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer] , geb. [geboortedatum 2]
2016 was betrokken en/of schijnbaar was betrokken
heeft vervaardigd
en/of
(in de periode van 1 juli 2024 tot en met 17 augustus 2024, artikel 252
Wetboek van Strafrecht)
een of meer visuele weergaven van seksuele aard en/of met
onmiskenbaar seksuele strekking waarbij een persoon die kennelijk de
leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer] ,
geb. [geboortedatum 2] 2016 was betrokken of schijnbaar was betrokken
heeft vervaardigd
te weten, (een) foto(’s) en/of (een)video(’s) en/of gegevensdragers, te weten:
- een laptop Apple en/of
- een USB-stick Sandisk en/of
- een Apple iPhone 12 en/of
- een SD-card integral Ultima pro 16 GB
bevattende afbeeldingen en/of visuele weergave,
waarop te zien is dat:
de billen van die persoon met een penis wordt aangeraakt
(afbeeldingsnummer(s) in toonmap 2, 3, 4, 5, vindplaats in dossier p. 74, 75, 76)
en/of
die persoon poserend of in een pose is afgebeeld, waarbij
- die persoon geheel of gedeeltelijk naakt is en/of
- door het camerastandpunt en/of de uitsnede van de foto’s/films
nadrukkelijk het geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon
in beeld worden gebracht
(afbeeldingsnummer(s) in toonmap 1, 6, 8, 9, 10, 14, 15, 16, vindplaats in
dossier p. 74, 76, 77, 78, 80, 81)
terwijl van het begaan van dit feit een beroep of gewoonte werd gemaakt;
3
hij in of omstreeks de periode van 1 februari 2015 tot en met 28
september 2024 te Zwolle, althans in Nederland, meermalen, althans
eenmaal,
(in de periode van 1 februari 2015 tot en met 30 juni 2024, artikel 240b
Wetboek van Strafrecht)
een of meer afbeeldingen en/of - gegevensdragers, bevattende
afbeeldingen - van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk
de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt was betrokken en/of
schijnbaar was betrokken
heeft verspreid en/of
aangeboden en/of
openlijk tentoongesteld en/of
vervaardigd en/of
ingevoerd en/of
doorgevoerd en/of
uitgevoerd en/of
verworven en/of
in bezit heeft gehad en/of
zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking
van een communicatiedienst de toegang daartoe heeft verschaft
en/of
(in de periode van 1 juli 2024 tot en met 28 september 2024, artikel 252
Wetboek van Strafrecht)
een of meer visuele weergaven van seksuele aard en/of met
onmiskenbaar seksuele strekking waarbij een persoon die kennelijk de
leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt was betrokken of
schijnbaar was betrokken
heeft verspreid en/of
aangeboden en/of
openlijk tentoongesteld en/of
vervaardigd en/of
ingevoerd en/of
doorgevoerd en/of
uitgevoerd en/of
verworven en/of
in bezit heeft gehad en/of
zich daartoe de toegang heeft verschaft
te weten, (een) foto(’s) en/of (een)video(’s) en/of gegevensdragers, te
weten:
- een laptop Apple en/of
- een USB-stick Sandisk en/of
- een Apple iPhone 12 en/of
- een SD-card integral Ultima pro 16 GB
bevattende afbeeldingen en/of visuele weergave
waarop te zien is dat:
die persoon oraal, vaginaal en/of anaal wordt gepenetreerd met een
penis en/of vinger/hand en/of voorwerp en/of mond/tong,
en/of
het eigen lichaam oraal en/of vaginaal wordt gepenetreerd met een
voorwerp en/of vinger/hand door die persoon
(afbeeldingsnummer(s) in toonmap 21, 22 en 23, vindplaats in dossier p.
84 en 85)
en/of
het geslachtsdeel, de billen en/of de borsten van die persoon met een
penis en/of vinger/hand en/of voorwerp en/of mond/tong
wordt/worden aangeraakt
en/of het geslachtsdeel van een ander kind/persoon met een
vinger/hand wordt/worden aangeraakt door die persoon
en/of die persoon het eigen geslachtsdeel, de eigen billen met een
vinger/hand aanraakt
(afbeeldingsnummer in toonmap 21, vindplaats in dossier p. 84)
en/of
het geslachtsdeel, de billen en/of de borsten van die persoon
wordt/worden gelikt en/of aangeraakt door een dier
(afbeeldingsnummer in toonmap 24, vindplaats in dossier p. 85)
en/of
die persoon poserend of in een pose is afgebeeld, waarbij
- die persoon geheel of gedeeltelijk naakt is en/of gekleed is en/of
opgemaakt is en/of in een omgeving en/of met een en/of in een
(erotisch getinte) houding op een wijze die niet bij zijn/haar leeftijd past
en/of
- die persoon zich in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van
zijn/haar kleding ontdoet en/of
- door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze
van kleden van die persoon en/of de uitsnede van de foto’s/films
nadrukkelijk het geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon
in beeld worden gebracht
(afbeeldingsnummer(s) in toonmap 18, 19, vindplaats in dossier p. 82 en
83)
en/of
dat bij het gezicht en/of het lichaam van die persoon wordt
gemasturbeerd en/of
bij/op het gezicht en/of het lichaam van die persoon sperma wordt
gespoten en/of
bij/naast het gezicht en/of het lichaam van die persoon een (stijve) penis
wordt gehouden en/of waarbij op dat gezicht en/of lichaam een op
sperma gelijkende substantie zichtbaar is
(afbeeldingsnummer(s) in toonmap 20, vindplaats in dossier p. 83);
terwijl van het begaan van dit feit een beroep of gewoonte werd gemaakt.
3. De bewijsmotivering [1]
3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend kunnen worden bewezenverklaard. De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 3 ten laste gelegde feit ook kan worden bewezenverklaard met uitzondering van het verspreiden, aanbieden, openlijk tentoonstellen, vervaardigen, invoeren, doorvoeren en uitvoeren van kinderpornografische afbeeldingen
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen:
Feit 1
  • de bekennende verklaring van de verdachte tijdens het onderzoek ter terechtzitting afgelegd;
  • het procesverbaal uitwerking studioverhoor van [slachtoffer] van 15 oktober 2024, pagina’s 128131;
  • het procesverbaal van bevindingen van 30 september 2024, pagina 112;
  • het procesverbaal van bevindingen van 9 oktober 2024, pagina 51.
Feit 2
  • de bekennende verklaring van de verdachte tijdens het onderzoek ter terechtzitting afgelegd;
  • het procesverbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal van 11 december 2024, pagina’s 5657, 6264.
Feit 3
  • de bekennende verklaring van de verdachte tijdens het onderzoek ter terechtzitting afgelegd;
  • het procesverbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal van 11 december 2024, met bijlagen, pagina’s 5657, 6465, 7072.
3.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1
hij in de periode van 1 januari 2017 tot en met 30 juni 2024 te Zwolle,
met zijn kind [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2016, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten (in ieder geval)
- het betasten van de billen van die [slachtoffer] , met zijn, verdachtes, (stijve) penis en
- het tongzoenen met die [slachtoffer] en
- het betasten van de schaamstreek van die [slachtoffer] , met zijn, verdachtes, vinger(s)/hand en
- het laten vasthouden van zijn, verdachtes, penis door die [slachtoffer]
en
hij in de periode van 1 juli 2024 tot en met 28 september 2024 te Zwolle,
met een kind beneden de leeftijd van twaalf jaren, te weten [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2016 een of meer seksuele handelingen heeft verricht, te weten (in ieder geval)
- het betasten van de billen van die [slachtoffer] , met zijn, verdachtes, (stijve) penis en
- het tongzoenen met die [slachtoffer] en
- het betasten van de schaamstreek en/of billen van die [slachtoffer] , met zijn verdachtes, vinger(s)/hand en
- het laten vasthouden van zijn, verdachtes, penis door die [slachtoffer] ,
terwijl dit feit werd begaan onder de in artikel 245, eerste lid, onder a, omschreven omstandigheden, te weten jegens verdachtes kind,
2
hij in de periode van 1 januari 2017 tot en met 17 augustus 2024 te Zwolle afbeeldingen
- van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer] , geb. [geboortedatum 2] 2016 was betrokken heeft vervaardigd
en
visuele weergaven van seksuele aard en met onmiskenbaar seksuele strekking waarbij een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer] , geb. [geboortedatum 2] 2016 was betrokken heeft vervaardigd te weten, foto’s waarop te zien is dat:
de billen van die persoon met een penis wordt aangeraakt
en
die persoon poserend of in een pose is afgebeeld, waarbij
- die persoon geheel of gedeeltelijk naakt is en
- door het camerastandpunt en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het geslachtsdeel, de borsten en billen van die persoon in beeld worden gebracht;
3
hij in de periode van 1 februari 2015 tot en met 28 september 2024 in Nederland,
gegevensdragers, bevattende afbeeldingen - van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt was betrokken en/of schijnbaar was betrokken
heeft verworven en in bezit heeft gehad en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe heeft verschaft
en
visuele weergaven van seksuele aard en/of met onmiskenbaar seksuele strekking waarbij een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt was betrokken of schijnbaar was betrokken
heeft verworven en in bezit heeft gehad en zich daartoe de toegang heeft verschaft
te weten, foto’s en video’s en gegevensdragers, te weten:
- een laptop Apple en
- een USB-stick Sandisk en
- een Apple iPhone 12 en
- een SD-card integral Ultima pro 16 GB
bevattende afbeeldingen waarop te zien is dat:
die persoon oraal, vaginaal en/of anaal wordt gepenetreerd met een penis en/of vinger/hand en/of voorwerp en/of mond/tong, en/of het eigen lichaam oraal en/of vaginaal wordt gepenetreerd met een voorwerp en/of vinger/hand door die persoon
en
het geslachtsdeel, de billen en/of de borsten van die persoon met een penis en/of vinger/hand en/of voorwerp en/of mond/tong wordt/worden aangeraakt en/of het geslachtsdeel van een ander kind/persoon met een vinger/hand wordt/worden aangeraakt door die persoon
en/of die persoon het eigen geslachtsdeel, de eigen billen met een vinger/hand aanraakt
en
het geslachtsdeel, de billen en/of de borsten van die persoon wordt/worden gelikt en/of aangeraakt door een dier
en
die persoon poserend of in een pose is afgebeeld, waarbij
- die persoon geheel of gedeeltelijk naakt is en/of gekleed is en/of opgemaakt is en/of in een omgeving en/of met een en/of in een (erotisch getinte) houding op een wijze die niet bij zijn/haar leeftijd past en/of
- die persoon zich in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of
- door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van die persoon en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld worden gebracht
en
dat bij het gezicht en/of het lichaam van die persoon wordt gemasturbeerd en/of bij/op het gezicht en/of het lichaam van die persoon sperma wordt gespoten en/of bij/naast het gezicht en/of het lichaam van die persoon een (stijve) penis wordt gehouden en/of waarbij op dat gezicht en/of lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 240b, 247, 248 van het Wetboek van Strafrecht (oud) en de artikelen 249, 252 en 254 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1
eendaadse samenloop van de misdrijven:
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, terwijl de schuldige het feit begaat tegen zijn kind, meermalen gepleegd;
en
aanranding in de leeftijdscategorie beneden twaalf jaren, terwijl het feit wordt begaan onder de in artikel 245, eerste lid, onder a genoemde omstandigheden, meermalen gepleegd;
feit 2
eendaadse samenloop van de misdrijven:
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, vervaardigen, terwijl de schuldige het feit begaat tegen zijn kind, meermalen gepleegd
en
een visuele weergave van seksuele aard of met een onmiskenbaar seksuele strekking waarbij een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt is betrokken of schijnbaar is betrokken vervaardigen, meermalen gepleegd;
feit 3
eendaadse samenloop van de misdrijven:
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven, in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, meermalen gepleegd
en
een visuele weergave van seksuele aard of met een onmiskenbaar seksuele strekking waarbij een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven, in bezit hebben en zich daartoe toegang verschaffen, meermalen gepleegd.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren en met oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering in het rapport van 20 maart 2025.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht om, indien de rechtbank besluit tot oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf, de duur ervan te beperken tot maximaal een jaar.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
De ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan ontucht met zijn minderjarige dochter, vervaardiging van kinderporno door beelden te maken van ontuchtige handelingen met zijn minderjarige dochter en daarnaast bezit van andere kinderpornografische beelden.
Door gedurende meerdere jaren ontuchtige handelingen te plegen met zijn jonge dochter heeft verdachte een ernstige inbreuk gemaakt op haar lichamelijke en geestelijke integriteit. Dit vond plaats in de eigen woning, de plek waar een kind zich bij uitstek veilig en geborgen zou moeten voelen. Verdachte heeft bovendien beelden gemaakt en bewaard van de ontuchtige handelingen met zijn dochter. Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het bezit van kinderporno waarop kinderen, veelal meisjes, van (zeer) jonge leeftijd zichtbaar zijn. In veel gevallen lopen kinderen die zijn betrokken bij de productie van kinderporno en het daarmee gepaard gaande seksuele misbruik, ernstige psychische en ook lichamelijke schade op. Verdachte heeft met zijn handelen bijgedragen aan de instandhouding van de vraag naar en de productie van kinderporno en heeft kennelijk niet stilgestaan bij de ernstige gevolgen daarvan voor de slachtoffers. Hij heeft uitsluitend oog gehad voor de bevrediging van zijn eigen behoeftes. De rechtbank neemt dit alles verdachte zeer kwalijk.
De persoon van de verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van verdachte van 25 maart 2025. Hieruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit.
De rechtbank heeft kennis genomen van de pro Justitia rapportage, opgesteld door J. Kluin, GZpsycholoog, van 27 februari 2025. Daarin is beschreven dat bij verdachte sprake is van een aanpassingsstoornis en een pedofiele stoornis. De psycholoog heeft geconcludeerd dat deze stoornissen (deels) aanwezig waren tijdens de tenlastegelegde feiten. De psycholoog kon geen uitspraak doen over de mate waarin verdachte in staat was om gedragsalternatieven te overwegen en zijn gedrag te sturen, omdat verdachte geen zicht heeft gegeven op zijn gedachten, gevoelens en gedragingen ten tijde van de tenlastegelegde feiten. De psycholoog
kan in haar rapportage geen gedragsdeskundige argumenten noemen die het advies
rechtvaardigen om verdachte het ten laste gelegde verminderd toe te rekenen en adviseert derhalve verdachte als volledig toerekeningsvatbaar te beschouwen.
De rechtbank neemt dit advies van de GZ psycholoog als de hare over.
Daarnaast heeft de rechtbank gelet op de inhoud van het reclasseringsadvies van Reclassering Nederland van 20 maart 2025. De reclassering heeft beschreven dat het recidiverisico wordt ingeschat als laag-matig, maar ook dat niet duidelijk is hoe verdachte tot de feiten is gekomen. Verdachte is gemotiveerd voor een behandeling. De reclassering heeft daarom geadviseerd om een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen met als bijzondere voorwaarden reclasseringstoezicht, meewerken aan een ambulante forensische behandeling, het vermijden van kinderporno, meewerken aan een veiligheidsplan van Veilig Thuis, middelencontrole en begeleid wonen.
De strafoplegging
Gezien de ernst van de gepleegde feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Bij de keuze voor de op te leggen straf en het bepalen van de hoogte daarvan heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke gevallen zijn opgelegd, en voor wat betreft de kinderporno heeft de rechtbank ook gelet op de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Het oriëntatiepunt voor het bezit van kinderporno is zes maanden gevangenisstraf, deels voorwaardelijk, en een taakstraf. Het oriëntatiepunt voor het vervaardigen van kinderporno is twee jaren onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
De rechtbank overweegt dat verdachte behandeling en begeleiding nodig heeft om herhaling te voorkomen. De rechtbank zal daarom een deels voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen met daaraan verbonden de voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd: reclasseringstoezicht, meewerken aan een ambulante forensische behandeling, het vermijden van kinderporno, meewerken aan een veiligheidsplan van Veilig Thuis, middelencontrole en begeleid wonen.
Alles overwegend, acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van drie jaren, waarvan een jaar voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar passend en geboden, met de bijzondere voorwaarden zoals hiervoor genoemd.
6.4
De inbeslaggenomen voorwerpen
De officier van justitie heeft het standpunt ingenomen dat de op de beslaglijst vermelde voorwerpen moeten worden onttrokken aan het verkeer.
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank is van oordeel dat de op de beslaglijst vermelde voorwerpen vatbaar zijn voor onttrekking aan het verkeer, aangezien met betrekking tot deze voorwerpen de feiten zijn begaan en zij van zodanige aard zijn, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.

7.De schade van benadeelde

7.1
De vordering van de benadeelde partij
Mr. N. Pronk heeft zich namens de benadeelde partij [slachtoffer] gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen ter hoogte van een totaalbedrag van € 7.500,-- (zevenduizendvijfhonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde schade bestaat uit immateriële schade.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij geheel moet worden toegewezen, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd en met oplegging daarbij van de schadevergoedingsmaatregel.
7.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
Immateriële schade
De benadeelde partij heeft gesteld dat sprake is van aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ ex artikel 6:106 sub b BW gelet op de aard en de ernst van de normschending.
Artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) geeft een limitatieve opsomming van gevallen waarin deze bepaling recht geeft op vergoeding van immateriële schade als gevolg van onrechtmatig handelen. Dit is onder meer het geval bij ‘aantasting in de persoon op andere wijze’. Van aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ is in ieder geval sprake indien de benadeelde partij geestelijk letsel heeft opgelopen. Degene die zich hierop beroept, zal voldoende concrete gegevens moeten aanvoeren waaruit kan volgen dat in verband met de omstandigheden van het geval psychische schade is ontstaan. Daartoe is vereist dat naar objectieve maatstaven het bestaan van geestelijk letsel kan worden vastgesteld. Ook als het bestaan van geestelijk letsel in voornoemde zin niet kan worden aangenomen, is niet uitgesloten dat de aard en de ernst van de normschending en de gevolgen daarvan voor de benadeelde, meebrengen dat van de in artikel 6:106, aanhef en onder b, BW bedoelde aantasting in zijn persoon ‘op andere wijze’ sprake is. In zo een geval zal degene die zich hierop beroept de aantasting in zijn persoon met concrete gegevens moeten onderbouwen. Dat is slechts anders indien de aard en de ernst van de normschending meebrengen dat de in dit verband relevante nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde zo voor de hand liggen, dat een aantasting in de persoon kan worden aangenomen.
De rechtbank is van oordeel dat de aard en de ernst van de normschending in dit geval meebrengen dat de in dit verband relevante nadelige gevolgen daarvoor voor de benadeelde zó voor de hand liggen, dat een aantasting van de persoon kan worden aangenomen, en dat de benadeelde partij derhalve als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van de verdachte rechtstreeks immateriële schade heeft geleden.
De rechtbank ziet in dit geval, gelet op alle omstandigheden van het geval, aanleiding om de immateriële schade naar billijkheid te begroten op een bedrag van € 2.500,.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank het gevorderde toewijzen tot een totaalbedrag van € 2.500, (bestaande uit immateriële schade) te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
De rechtbank zal de benadeelde partij in het overige deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de benadeelde partij de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
7.5
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij heeft verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door de feiten is toegebracht.
Als door de verdachte niet volledig wordt betaald, kan deze verplichting worden aangevuld met 35 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36b, 36c, 55 en 57 Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1, de eendaadse samenloop van de misdrijven:
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, terwijl de schuldige het feit begaat tegen zijn kind, meermalen gepleegd
en
aanranding in de leeftijdscategorie beneden twaalf jaren, terwijl het feit wordt begaan onder de in artikel 245, eerste lid, onder a genoemde omstandigheden, meermalen gepleegd;
feit 2, de eendaadse samenloop van de misdrijven:
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, vervaardigen, terwijl de schuldige het feit begaat tegen zijn kind, meermalen gepleegd
en
een visuele weergave van seksuele aard of met een onmiskenbaar seksuele strekking waarbij een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt is betrokken of schijnbaar is betrokken vervaardigen, meermalen gepleegd;
feit 3, de eendaadse samenloop van de misdrijven:
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven, in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, meermalen gepleegd
en
een visuele weergave van seksuele aard of met een onmiskenbaar seksuele strekking waarbij een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven, in bezit hebben en zich daartoe toegang verschaffen, meermalen gepleegd;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) jaren;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
1 (één) jaar niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
De rechter kan de tenuitvoerlegging ook gelasten indien de verdachte gedurende de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende bijzondere voorwaarden
niet is nagekomen:
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich meldt bij Reclassering Nederland, Nieuwe Oeverstraat 65 in Arnhem op de door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo vaak en zo lang de reclassering dat nodig vindt;
- zich laat behandelen door Transfore of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start zo spoedig mogelijk. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
- meewerkt aan controle van het gebruik van drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
- vermijdt dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal en vermijdt dat er kinderpornografisch materiaal op zijn digitale gegevensdragers komt. Verdachte onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
• het seksueel getint communiceren met minderjarigen;
• het bezoeken van een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
• het bezoeken van een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd.
Verdachte bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen. Verdachte werkt mee aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek. Verdachte verschaft toegang tot alle aanwezige computers, smartphones en andere digitale gegevensdragers waarop afbeeldingen kunnen worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd. Verdachte verstrekt de wachtwoorden die nodig zijn voor deze controle. De controle op digitale gegevensdragers vindt maximaal drie keer per jaar plaats. De controle is gericht op de vraag of verdachte kinderpornografisch materiaal vermijdt. De controle strekt er niet toe een beeld te krijgen van het persoonlijke leven van verdachte. De reclassering kan voor technische ondersteuning een deskundige meenemen, ook als dit een opsporingsambtenaar is die deskundig is op digitaal gebied. Bij de controle kan gebruik worden gemaakt van een hulpmiddel dat een indicatie geeft of kinderpornografisch materiaal aanwezig is;
- actief meewerkt aan het opstellen van een veiligheidsplan door Veilig Thuis IJsselland (en/of een soortgelijke organisatie), indien en zo lang de reclassering dit noodzakelijk vindt;
- verblijft in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] toe tot een bedrag van € 2.500, (bestaande uit immateriële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] (feiten 1 en 2): van een bedrag van € 2.500, (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 september 2024);
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van de bewezen verklaarde feiten tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 2.500,, (zegge: tweeduizendvijfhonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 september 2024 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 35 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
  • bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer] voor het overige niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
  • bepaalt dat de aan de benadeelde partij te betalen immateriële schadevergoeding van € 2.500,- zal worden gestort op een op naam van benadeelde partij te openen bankrekening met een BEM-clausule;
de in beslag genomen voorwerpen
- verklaart onttrokken aan het verkeer de in beslag genomen voorwerpen, te weten de op de beslaglijst genoemde voorwerpen onder de nummers 829364, 3299891, 3299912, 3299922, 3299928 en 3299929.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.H. Meijer, voorzitter, mr. A.J. de Loor en mr. A.N. Neumann, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A. Lautenbag, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 8 mei 2025.
Buiten staat
Mr. Neumann is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met nummer ONRBC24062 (Harmonium). Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt procesverbaal.