Uitspraak
1.De zaak in het kort
2.De procedure
- de mondelinge behandeling van 17 april 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
3.De feiten
4.Het geschil
5.De beoordeling
6.De beslissing
1 mei 2025. (PS)
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Stichting Stedelink, eisende partij, een huurrelatie met de gedaagde partij, die als bewindvoerder optreedt over het vermogen van een huurder. De huurovereenkomst is buitengerechtelijk ontbonden door Stedelink op basis van een gemeentelijk sluitingsbevel, dat is afgegeven vanwege de ontdekking van harddrugs in de huurwoning. Stedelink vordert ontruiming van de woning, terwijl de huurder beperkt verweer voert. De kantonrechter heeft op 1 mei 2025 in kort geding geoordeeld dat de ontruiming toewijsbaar is. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Stedelink voldoende spoedeisend belang heeft bij de ontruiming, gezien de ernst van de situatie en de wettelijke verplichtingen van de verhuurder. De kantonrechter heeft de ontruimingstermijn vastgesteld op veertien dagen, ondanks het verzoek van de huurder om een langere termijn. De vordering tot betaling van de maandelijkse huurtermijn is toegewezen, evenals de proceskosten, die door de huurder moeten worden vergoed. De kantonrechter heeft de gevorderde dwangsom afgewezen, omdat Stedelink na de ontruimingstermijn zelf kan overgaan tot ontruiming. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.