ECLI:NL:RBOVE:2025:2934

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
6 mei 2025
Publicatiedatum
9 mei 2025
Zaaknummer
11324715 \ CV EXPL 24-3459
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Betaling van facturen en tegenvordering in een civiele procedure tussen Prometheum Montage en Totaal Plafond B.V.

In deze civiele procedure vordert Prometheum Montage betaling van openstaande facturen van Totaal Plafond B.V. voor werkzaamheden die zijn uitgevoerd in opdracht van Totaal Plafond. Totaal Plafond voert verweer en stelt dat twee facturen niet opeisbaar zijn en dat zij een tegenvordering heeft vanwege tekortkomingen in de nakoming van de overeenkomst. De kantonrechter oordeelt dat Totaal Plafond de facturen moet betalen, omdat zij Prometheum niet in de gelegenheid heeft gesteld om eventuele tekortkomingen te herstellen. Hierdoor is Prometheum niet in verzuim geraakt en heeft Totaal Plafond geen recht op verrekening van haar tegenvordering. De kantonrechter wijst de tegenvordering van Totaal Plafond af en bevestigt dat Prometheum recht heeft op betaling van de facturen, inclusief buitengerechtelijke kosten en proceskosten. De uitspraak is gedaan op 6 mei 2025.

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: 11324715 \ CV EXPL 24-3459
Vonnis van 6 mei 2025
in de zaak van
de commanditaire vennootschap PROMETHEUM MONTAGE,
gevestigd te Hasselt,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: Prometheum,
gemachtigde: mr. M.L.A. Schutte,
tegen
TOTAAL PLAFOND B.V.,
gevestigd te Kampen,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: Totaal Plafond,
gemachtigde: mr. H. Hulshof.

1.Inleiding en samenvatting

1.1.
Prometheum heeft in opdracht van Totaal Plafond werkzaamheden uitgevoerd. Prometheum vordert in deze procedure betaling van facturen. Totaal Plafond voert verweer en stelt dat twee facturen niet opeisbaar zijn en dat zij een tegenvordering (een eis in reconventie) heeft op Prometheum vanwege tekortkomingen in de nakoming van de overeenkomst. Vanwege die tekortkomingen heeft Totaal Plafond het recht om te verrekenen, aldus Totaal Plafond.
1.2.
De kantonrechter is van oordeel dat Totaal Plafond de facturen van Prometheum moet betalen. Totaal Plafond heeft Prometheum niet in de gelegenheid gesteld om de tekortkomingen te herstellen en daardoor is Prometheum niet in verzuim geraakt. Nu er geen sprake is van verzuim heeft Totaal Plafond geen vordering op Prometheum. Totaal Plafond heeft daarom geen bevoegdheid om te verrekenen. Ook de tegenvordering van Totaal Plafond wordt daarom afgewezen.
1.3.
Dit verkort weergegeven oordeel wordt hierna gemotiveerd.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding uitgebracht op 20 september 2024, met producties 1 tot en met 13,
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens houdende een eis in reconventie met producties 1 tot en met 5,
- de mondelinge behandeling van 7 maart 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt,
- de spreekaantekeningen van Prometheum.
2.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

3.De feiten

3.1.
Prometheum heeft in opdracht van Totaal Plafond werkzaamheden uitgevoerd. Voor de uitvoering van deze werkzaamheden hebben partijen een mondelinge overeenkomst gesloten. De werkzaamheden bestonden uit het plaatsen van plafonds op de eerste, tweede en derde etage van een school in Almere (hierna: de opdracht). De plafonds op de begane grond zouden worden geplaatst door een derde partij.
3.2.
Totaal Plafond was opdrachtgever van Prometheum maar was zelf ook opdrachtnemer in dit project. De [bedrijf 1] B.V. (hierna: [bedrijf 1] ) was de hoofdaannemer voor de gehele school (hierna: het project) en heeft voor de realisatie van de plafonds [bedrijf 2] (hierna: [bedrijf 2] ) opdracht gegeven. [bedrijf 2] heeft vervolgens Totaal Plafond als onderaannemer ingeschakeld.
3.3.
In de periode januari tot en met maart 2023 heeft Prometheum de werkzaamheden uitgevoerd. Prometheum heeft voor haar werkzaamheden wekelijks gefactureerd en op urenbasis.
3.4.
Totaal Plafond heeft Prometheum op een bepaald moment in voornoemde periode opdracht gegeven om extra werkzaamheden uit te voeren aan de plafonds op de begane grond. Prometheum heeft vervolgens herstelwerkzaamheden uitgevoerd aan deze door de derde partij aangebrachte plafonds.
3.5.
Op 1 maart 2023 heeft de hoofduitvoerder, de heer [naam] van [bedrijf 1] , een e-mail gestuurd aan [bedrijf 2] . [bedrijf 2] heeft deze e-mail op dezelfde dag doorgestuurd aan Totaal Plafond. In deze e-mail wordt door [bedrijf 1] zorgen geuit over de voortgang en de kwaliteit van de plafonds. In de e-mail is een aantal knelpunten beschreven waaronder het te vroeg sluiten van de plafonds, het ontbreken van tussenliggers in de plafonds, de constatering van schadeplekken, vlekken en een tekort aan platen. Verder wordt er gemeld dat er veel rommel op alle verdiepingen ligt. In de e-mail van [bedrijf 1] wordt gemeld dat eind week 10 (van 2023) alle plafonds op alle verdiepingen gereed dienen te zijn. Verder wordt [bedrijf 2] gevraagd naar de voortgang van de werkzaamheden aan de plafonds voor de laatste anderhalve week van de opdracht.
3.6.
Voor het einde van het werk (gepland voor eind week 10) heeft Totaal Plafond Prometheum opdracht gegeven om op een andere locatie werkzaamheden uit te voeren. Prometheum heeft hierdoor de opdracht niet kunnen afronden.
3.7.
Door [bedrijf 1] en [bedrijf 2] zijn nadien nog werkzaamheden uitgevoerd om tot een afronding van de opdracht en het project te komen.
3.8.
De gemachtigde van Prometheum heeft Totaal Plafond op 19 juni 2023 aangeschreven en gesommeerd om negen openstaande facturen te betalen voor een totaalbedrag van € 21.744,86. Deze facturen hebben betrekking op verschillende opdrachten.
3.9.
In reactie op deze sommatie heeft de gemachtigde van Totaal Plafond bij e-mail van 29 juni 2023 gesteld dat Prometheum tekort is geschoten in haar verplichtingen. Totaal Plafond heeft daarom voor een bedrag van € 38.504,00 schade geleden.
3.10.
Partijen hebben hierna nog gecorrespondeerd over betaling van de facturen en de schade van Totaal Plafond. Dit heeft niet tot een oplossing geleid.

4.Het geschil

in conventie
4.1.
Prometheum vordert - samengevat - veroordeling van Totaal Plafond tot betaling van de openstaande facturen van in totaal € 21.744,86, vermeerderd met rente en kosten.
4.2.
Prometheum legt aan de vordering ten grondslag dat zij op grond van de tussen partijen gesloten overeenkomsten van opdracht recht heeft op betaling van deze facturen. Haar vordering is opeisbaar en Totaal Plafond is in verzuim met betaling van de facturen.
4.3.
Totaal Plafond voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vordering van Prometheum, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van Prometheum in de kosten van deze procedure. Totaal Plafond stelt dat zij bevoegd was de facturen te verrekenen met haar schadevordering op Prometheum. De factuur van 10 maart 2023 met daarop de meerwerkpost en de laatste factuur van de opdracht van 20 maart 2023 worden door Totaal Plafond bovendien betwist.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
in reconventie
4.5.
Totaal Plafond vordert - samengevat - veroordeling van Prometheum tot betaling van een schadebedrag van € 40.906,00 althans € 32.664,40, vermeerderd met rente en kosten.
4.6.
Totaal Plafond legt aan de vordering ten grondslag dat zij schade heeft geleden door de gebrekkige uitvoering van de opdracht door Prometheum.
4.7.
Prometheum voert verweer. Prometheum stelt dat zij niet tekort is geschoten in haar verplichtingen dan wel dat zij niet in de gelegenheid is gesteld om eventuele tekortkomingen te herstellen en daardoor niet in verzuim is geraakt. Om die reden concludeert zij tot niet-ontvankelijkheid van Totaal Plafond, dan wel tot afwijzing van de vorderingen van Totaal Plafond, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van Totaal Plafond in de kosten van deze procedure.
4.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

in conventie en reconventie
5.1.
Vanwege de samenhang worden de vorderingen in conventie en in reconventie hierna samen beoordeeld.
Inleiding
5.2.
Prometheum vordert met een beroep op nakoming van overeenkomsten betaling van een negental facturen. Dat deze facturen nog niet betaald zijn door Totaal Plafond staat tussen partijen niet ter discussie. Alleen de twee facturen van 10 en 20 maart 2023 worden betwist. De verschuldigdheid van de overige zeven facturen staat vast. Totaal Plafond beroept zich ten aanzien van deze facturen op verrekening. De factuur van 10 maart 2023 waarop de meerwerkpost staat vermeld, wordt door Totaal Plafond betwist omdat zij stelt dat er een vaste prijs was overeengekomen tussen partijen en Prometheum daarom niet mocht factureren op urenbasis, zoals zij heeft gedaan. Ook de factuur van 20 maart 2023 wordt door Totaal Plafond betwist, omdat voor de opdracht vóór 20 maart 2023 al een eindfactuur was verstuurd.
Vordering tot nakoming overeenkomst
5.3.
Prometheum heeft een mondelinge overeenkomst met Totaal Plafond gesloten. Totaal Plafond stelt dat er een prijs van € 8,00 per m² tussen partijen is afgesproken en daarmee een vaste prijs voor de volledige opdracht. Prometheum stelt dat deze m²-prijs een richtprijs was en er afgerekend diende te worden op basis van de daadwerkelijk ingezette manuren. Prometheum vordert op basis van deze afspraken betaling van twee facturen die betrekking hebben op de opdracht. De overige zeven facturen zien op andere projecten en de juistheid hiervan wordt door Totaal Plafond niet betwist.
5.4.
Over de uitleg van de afspraken tussen partijen overweegt de kantonrechter als volgt. De vraag of een overeenkomst met een bepaalde inhoud tot stand is gekomen, moet worden beantwoord aan de hand van de betekenis die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan elkaars verklaringen en gedragingen mochten toekennen en van wat zij in dat verband redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten; de zogeheten Haviltex-maatstaf.
5.5.
Partijen erkennen dat bij aanvang van de opdracht is gesproken over een prijs van
€ 8,00 per m². Door Totaal Plafond is gesteld en door Prometheum betwist, dat dit een vaste prijs betrof. Tijdens de mondelinge behandeling heeft Prometheum toegelicht dat de door haar wekelijkse aan Totaal Plafond verstuurde facturen waren gebaseerd op de daadwerkelijk gewerkte uren. Dit is door Totaal Plafond niet betwist. Uit de calculatie bij de eindfactuur blijkt ook dat de gefactureerde bedragen voorafgaand aan de eindfactuur werden berekend op basis van de gewerkte uren van de verschillende werknemers van Prometheum. De facturen die Prometheum aan Totaal Plafond heeft verzonden voor de eindfactuur zijn zonder protest betaald.
5.6.
Tussen partijen staat niet ter discussie dat Totaal Plafond Prometheum opdracht heeft gegeven om herstelwerkzaamheden uit te voeren aan de plafonds op de begane grond. Deze verdieping viel in eerste instantie buiten de opdracht van Prometheum, maar vanwege tekortkomingen van de derde partij is Prometheum verzocht hier herstelwerkzaamheden uit te voeren. Door Prometheum is gesteld en door Totaal Plafond niet betwist dat dergelijke werkzaamheden zich moeilijk laten vertalen in een prijs per m² omdat het herstellen van reeds aangebrachte plafonds meer tijd in beslag kan nemen dan het aanbrengen van nieuwe plafonds.
5.7.
De kantonrechter is van oordeel dat Prometheum op basis van voorgaande feiten en omstandigheden heeft mogen verwachten dat zij de opdracht op uurbasis mocht factureren en niet vastzat aan een gefixeerde prijs van € 8,00 per m² voor de gehele opdracht. De facturen die voor de eindfactuur zijn verstuurd zijn alle gebaseerd op gewerkte uren en zijn zonder protest door Totaal Plafond betaald. Zoals door Prometheum tijdens de mondelinge behandeling is toegelicht, was het uitvoeren van de herstelwerkzaamheden arbeidsintensiever dan het zelf aanbrengen van plafonds. De kantonrechter is daarom van oordeel dat Totaal Plafond niet heeft mogen verwachten dat Prometheum de meerwerkopdracht tot het uitvoeren van de herstelwerkzaamheden voor een afwijkende vaste prijs heeft willen uitvoeren.
5.8.
Voorgaande overwegingen brengen de kantonrechter tot het navolgende oordeel over de twee door Totaal Plafond betwiste facturen.
Totaal Plafond moet factuur van 10 maart 2023 betalen
5.9.
De meerwerkkosten op de factuur van 10 maart 2023 zijn gebaseerd op de daadwerkelijk gewerkte uren. De door Prometheum opgevoerde meerwerkkosten van
€ 18.920,00 zijn onderbouwd door de berekening die is bijgevoegd bij deze eindfactuur. De opgevoerde uren zijn door Totaal Plafond niet betwist en worden daarom door de kantonrechter als vaststaand aangenomen.
5.10.
Ten aanzien van de opgevoerde meerwerkkosten overweegt de kantonrechter daarnaast dat uit de overgelegde correspondentie niet blijkt dat Totaal Plafond eerder dan bij conclusie van antwoord heeft geklaagd over de gefactureerde meerwerkwerkzaamheden. Op grond van de wet (artikel 6:89 van het Burgerlijk Wetboek, hierna: BW) was Totaal Plafond verplicht om binnen bekwame tijd te protesteren ten aanzien van de door hem gestelde gebrekkige prestatie, bestaande uit de uitgevoerde meerwerkwerkzaamheden die door Prometheum in de eindfactuur zijn gefactureerd. Het gevolg van niet tijdig protesteren is rechtsverwerking.
5.11.
Vast staat dat Totaal Plafond op 10 maart 2023 op de hoogte was van het gestelde aantal uren meerwerk. Door hier pas in de conclusie van antwoord van 26 november 2024 over te klagen heeft Totaal Plafond niet binnen bekwame tijd geprotesteerd tegen de factuur. Dit geldt temeer nu de omvang van de uitgevoerde werkzaamheden maar beperkt is, de eindfactuur overzichtelijk was en partijen sinds de opdracht vaker hebben samengewerkt in andere projecten. Partijen hebben elkaar daarom na ontvangst van de eindfactuur nog regelmatig gezien bij andere opdrachten en Prometheum heeft nadien ook nog vaker gefactureerd aan Totaal Plafond voor die werkzaamheden. Om die redenen had het op de weg van Totaal Plafond gelegen om eerder te klagen.
5.12.
Gelet op het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat de berekening van Prometheum op de factuur van 10 maart 2023 correct is en de factuur daarmee opeisbaar is. Totaal Plafond is daarom verplicht de factuur te betalen.
Totaal Plafond moet factuur van 20 maart 2023 betalen
5.13.
Door Totaal Plafond is de juistheid van de factuur van 20 maart 2023 betwist. Prometheum heeft deze factuur tijdens de mondelinge behandeling toegelicht en aangegeven dat de op deze factuur opgevoerde uren zien op de herstelwerkzaamheden op de begane grond. Deze werkzaamheden zijn wederom gefactureerd op basis van de gewerkte uren. Tussen partijen staat vast dat Prometheum deze werkzaamheden heeft uitgevoerd. Om die reden is de kantonrechter van oordeel dat Totaal Plafond verplicht is om deze factuur te betalen.
5.14.
Uit voorgaande overwegingen blijkt dat Totaal Plafond in beginsel gehouden is om alle facturen te betalen. Dit zal alleen anders zijn indien Totaal Plafond een beroep op verrekening toekomt. De kantonrechter zal dat verweer hierna beoordelen.
Geen beroep op verrekening
5.15.
Totaal Plafond heeft zich op het standpunt gesteld dat zij een schadevordering heeft op Prometheum en dat zij deze schadevordering kan verrekenen met de vordering van Prometheum. Voor een beroep op verrekening is in artikel 6:127 BW bepaald dat een schuldenaar de bevoegdheid tot verrekening heeft, wanneer hij een prestatie te vorderen heeft die beantwoordt aan zijn schuld tegenover dezelfde wederpartij en hij bevoegd is zowel tot betaling van de schuld als tot het afdwingen van de betaling van de vordering.
5.16.
Dat betekent dat moet worden nagegaan of de tegenvordering van Totaal Plafond bestaande uit schadevergoeding, toewijsbaar is. Alleen voor zover dat het geval is, kan Totaal Plafond haar vordering met de vordering van Prometheum namelijk verrekenen. De kantonrechter zal daarom eerst beoordelen of Totaal Plafond een schadevordering op Prometheum heeft uit hoofde van een toerekenbare tekortkoming.
5.17.
Totaal Plafond heeft haar vordering gebaseerd op artikel 6:74 BW. In artikel 6:74 lid 1 BW is bepaald dat iedere tekortkoming in de nakoming van een verbintenis de schuldenaar verplicht de schade te vergoeden die de schuldeiser daardoor lijdt, tenzij de tekortkoming de schuldenaar niet kan worden toegerekend. In lid 2 van artikel 6:74 BW is bepaald als nakoming niet blijvend onmogelijk is, lid 1 van artikel 6:74 BW slechts toepassing vindt als sprake is van verzuim van schuldenaar. Een schuldenaar raakt in verzuim als een prestatie opeisbaar is geworden en er is voldaan aan de eisen van de artikelen 6:82 en 6:83 BW ten aanzien van een ingebrekestelling, behalve voor zover de vertraging hem niet kan worden toegerekend of nakoming al blijvend onmogelijk is.
5.18.
In de e-mail van 1 maart 2023 heeft [bedrijf 1] haar zorgen geuit over de voortgang en de kwaliteit van de plafonds. Tijdens de mondelinge behandeling is door Prometheum gesteld dat zij bereid was om eventuele gebreken te herstellen maar hiertoe door Totaal Plafond niet in de gelegenheid is gesteld. Voordat zij de opdracht heeft kunnen afmaken is zij door Totaal Plafond op een andere opdracht te werk gesteld. Niet is gebleken dat Prometheum door Totaal Plafond met een schriftelijke aanmaning in gebreke is gesteld in de zin van artikel 6:82 BW. Uit de e-mail van [bedrijf 1] van 1 maart 2023 kan worden afgeleid dat er in ieder geval nog anderhalve week resteerde tot het einde van de opdracht. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft dit tot gevolg dat Totaal Plafond Prometheum een termijn had moeten gunnen om de gestelde tekortkomingen te herstellen. Vast staat dat dit niet is gebeurd. Prometheum is daardoor niet in verzuim geraakt en dus is er geen sprake van een tekortkoming zoals is bedoeld in artikel 6:74 BW.
5.19.
Voor een beroep op schadevergoeding op grond van artikel 6:74 BW is verzuim van Prometheum vereist. Nu aan deze wettelijke eis niet is voldaan, heeft Totaal Plafond geen recht op schadevergoeding. Dit heeft ook tot gevolg dat er geen sprake kan zijn van verrekening door Totaal Plafond want er is geen sprake van een (opeisbare) vordering waarmee verrekend kan worden.
Geen recht op schadevergoeding
5.20.
Zoals in rechtsoverwegingen 5.15. tot en met 5.19. al is overwogen, heeft Totaal Plafond geen schadevergoedingsvordering op Prometheum omdat niet is voldaan aan de wettelijke eisen voor een beroep op schadevergoeding. De vordering van Totaal Plafond tot betaling van een schadebedrag wordt daarom afgewezen.
5.21.
Omdat de schadevergoedingsvordering van Totaal Plafond wordt afgewezen, komt de kantonrechter niet toe aan de beoordeling van de gestelde omvang van de schade.
Conclusie
5.22.
Prometheum heeft op grond van de tussen partijen gemaakte afspraken een opeisbare vordering op Totaal Plafond ten aanzien van de negen opgevoerde facturen. Totaal Plafond is in verzuim met betaling van die facturen sinds de vervaldatum van de eerste factuur op 9 april 2023.
5.23.
Totaal Plafond kan zich tegen deze vordering niet verweren door een beroep te doen op verrekening omdat Prometheum niet in verzuim is geraakt. Totaal Plafond heeft ook
geen schadevergoedingsvordering op Prometheum omdat Prometheum niet in verzuim is geraakt. Aan de wettelijke vereisten voor een beroep op schadevergoeding is daarom niet voldaan.
5.24.
De vordering van Prometheum tot betaling door Totaal Plafond van het totaalbedrag aan facturen van € 21.744,86 wordt daarom toegewezen. De vordering van Totaal Plafond tot betaling van een schadebedrag wordt afgewezen.
Buitengerechtelijke kosten
5.24.
Prometheum vordert in conventie vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) is van toepassing. Prometheum heeft voldoende gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Prometheum heeft daarom recht op een vergoeding voor de kosten van die werkzaamheden. Daarom zal een bedrag van € 1.984,90 worden toegewezen.
Proceskosten en nakosten
5.25.
Totaal Plafond is in conventie in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Prometheum worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
115,22
- griffierecht
1.409,00
- salaris gemachtigde
1.086,00
(2 punten × € 543,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
2.745,22
5.26.
Totaal Plafond is in reconventie in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten in reconventie betalen. De proceskosten van Prometheum worden begroot op:
- salaris gemachtigde
815,00
(2 punten × factor 0,5 × € 815,00)
Totaal
815,00
5.27.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

6.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
6.1.
veroordeelt Totaal Plafond om aan Prometheum te betalen een bedrag van € 21.744,86, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over het toegewezen bedrag, met ingang van 5 juli 2023, tot de dag van volledige betaling,
6.2.
veroordeelt Totaal Plafond om aan Prometheum te betalen een bedrag van € 1.984,90 aan buitengerechtelijke kosten,
6.3.
veroordeelt Totaal Plafond in de proceskosten van € 2.745,22, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Totaal Plafond niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
in reconventie
6.4.
wijst de vorderingen van Totaal Plafond af,
6.5.
veroordeelt Totaal Plafond in de proceskosten van € 815,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Totaal Plafond niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
in conventie en reconventie:
6.6.
veroordeelt Totaal Plafond tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
6.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
6.8.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
Dit vonnis is gewezen door mr. D.K. ten Cate en in het openbaar uitgesproken op 6 mei 2025.