ECLI:NL:RBOVE:2025:2961

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
12 mei 2025
Publicatiedatum
13 mei 2025
Zaaknummer
08/211791-24 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in zaak van oplichting van twee slachtoffers

In de zaak voor de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, is op 12 mei 2025 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het plegen van oplichting van twee personen. De tenlastelegging omvatte twee feiten: het oplichten van [slachtoffer 1] op 18 juni 2024 en het oplichten van [slachtoffer 2] op 20 juni 2024. De officier van justitie stelde dat het eerste feit wettig en overtuigend bewezen kon worden, terwijl hij voor het tweede feit vrijspraak eiste. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. Y. Finani, pleitte voor een integrale vrijspraak van de verdachte.

De rechtbank heeft het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 14 april en 12 mei 2025 in acht genomen. Na beoordeling van het procesdossier en de verklaringen van de betrokken partijen, concludeerde de rechtbank dat er onvoldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de ten laste gelegde feiten. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachte, wat vereist is voor medeplegen. Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van beide ten laste gelegde feiten.

Daarnaast heeft [slachtoffer 1] zich als benadeelde partij gevoegd en een schadevergoeding van € 12.200,00 gevorderd. Aangezien de verdachte werd vrijgesproken, verklaarde de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering, wat betekent dat zij deze alleen bij de burgerlijke rechter kan indienen. De rechtbank besloot dat beide partijen hun eigen kosten dragen, begroot op nihil.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08/211791-24 (P)
Datum vonnis: 12 mei 2025
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 2004 in [geboorteplaats],
wonende aan [woonplaats].

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 14 april 2025 en 12 mei 2025.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door de raadsvrouw van verdachte, mr. Y. Finani, advocaat in Utrecht, naar voren is gebracht.
Ook heeft de rechtbank kennis genomen van wat namens de benadeelde partij [slachtoffer 1] door haar dochter, [naam], is aangevoerd.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:op 18 juni 2024 in [plaats 1], alleen of samen met een of meer anderen,
[slachtoffer 1] heeft opgelicht;
feit 2:op 20 juni 2024 in [plaats 2], alleen of samen met een of meer anderen, [slachtoffer 2] heeft opgelicht.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
feit 1
hij op of omstreeks 18 juni 2024 te [plaats 1], althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 1] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en/of het ter beschikking stellen van gegevens, te weten:
een hoeveelheid (gouden) sieraden, waaronder (onder meer) twee gouden horloges en/of drie, althans één of meer gouden (hals)kettingen en/of drie, althans één of meer (gouden) armbanden en/of drie, althans één of meer (gouden) ringen en/of een broche, door:
  • telefonisch contact op te nemen met voornoemde [slachtoffer 1] en/of (daarbij) zich voor te doen als politiemedewerker en/of (daarbij)
  • die [slachtoffer 1] te informeren over een op hande zijnde inbraak in haar woning en/of (vervolgens) die [slachtoffer 1] te overtuigen om haar sieraden te overhandigen teneinde deze in veiligheid te kunnen brengen en/of (daarbij)
  • die [slachtoffer 1] kenbaar te maken dat een collega politiemedewerker onderweg is naar de woning van die [slachtoffer 1] teneinde de sieraden in ontvangst te nemen en/of in veiligheid te kunnen brengen en/of (vervolgens)
  • zich te melden bij de woning van die [slachtoffer 1] en/of (vervolgens) kenbaar te maken dat hij, verdachte, naar de woning is gekomen om de sieraden op te halen en/of in veiligheid te brengen;
feit 2
hij op of omstreeks 20 juni 2024 te [plaats 2], althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 2] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en/of het ter beschikking stellen van gegevens, te weten:
een hoeveelheid (gouden) sieraden, waaronder (onder meer) vier, althans één of meerdere (gouden) armband(en) en/of twee oorbellen (wit goud) en/of twee (gouden) schakelkettingen en/of een (ABN) bankpas (inclusief pincode) door:
  • telefonisch contact op te nemen met voornoemde [slachtoffer 2] en/of (daarbij) zich voor te doen als medewerker van de politie [plaats 2] en/of (daarbij)
  • die [slachtoffer 2] te informeren dat nabij haar woning diverse personen waren aangehouden in verband met woninginbraken en/of dat haar woonadres in het bezit was van deze daders en/of (daarbij)
  • die [slachtoffer 2] te informeren dat een undercoveragent (genaamd [alias]) onderweg was naar de woning van die [slachtoffer 2] om haar sieraden op te halen en/of in veiligheid te brengen en/of zich (daarbij) zal legitimeren met het codewoord K750 en/of (vervolgens)
  • zich te melden bij de woning van die [slachtoffer 2] en/of (daarbij) zich kenbaar te maken als [alias] en/of (daarbij) het codewoord K750 te noemen en/of (vervolgens)
  • die [slachtoffer 2] haar sieraden op tafel te laten uitstallen en/of (daarbij)
  • die [slachtoffer 2] te vragen om ook haar (gedragen) sieraden af te doen en/of mee te geven en/of (vervolgens)
  • die [slachtoffer 2] te vragen om haar bankpas (inclusief pincode) af te geven, teneinde deze ook in veiligheid te brengen.

3.Vrijspraak

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 1 ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen kan worden.
Wat betreft het onder 2 ten laste gelegde feit heeft de officier van justitie gevorderd verdachte vrij te spreken.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht verdachte integraal vrij te spreken.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan.
De rechtbank overweegt, ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde, dat mogelijk sprake was van enige mate van betrokkenheid van verdachte bij de ten laste gelegde feiten, nu verdachte samen met de medeverdachte naar [plaats 1] is gegaan. Op basis van het procesdossier en het verhandelde ter terechtzitting kan de rechtbank echter niet vaststellen wat verdachte wist van de plannen van de medeverdachte, wat de (omvang van de) rol van verdachte was en welke bijdrage hij heeft geleverd aan het plegen van de ten laste gelegde feiten door de medeverdachte. De rechtbank kan om die reden niet vaststellen dat sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachten, zoals vereist voor medeplegen.
De rechtbank zal verdachte, gelet op het vorenstaande, vrijspreken van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten.

4.De schade van benadeelde

4.1
De vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 1] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van
€ 12.200,00 (zegge: twaalfduizend tweehonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan.
4.2
Het oordeel van de rechtbank
De vordering heeft betrekking op het onder 1 ten laste gelegde feit. Omdat verdachte van dit feit wordt vrijgesproken, zal de rechtbank de benadeelde partij op de voet van artikel 361, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv) niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.

5.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
schadevergoeding
- bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer 1] (feit 1) in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen kosten dragen, en begroot deze kosten op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. de Ruiter, voorzitter, mr. S.K. Huisman en
mr. M. Vodegel, rechters, in tegenwoordigheid van mr. G.J. Leyendijk, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 12 mei 2025.
Buiten staat
Mr. M. Vodegel is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.