In deze uitspraak van de Rechtbank Overijssel, gedateerd 14 mei 2025, wordt het beroep van eiser, dr. ir. [eiser] h.o.d.n. [bedrijf], tegen de niet-ontvankelijkverklaring van zijn bezwaar door de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur behandeld. Eiser had de minister verzocht om maatregelen te nemen ter uitvoering van het Verdrag biologische wapens, maar de minister verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk. De rechtbank oordeelt dat de minister terecht heeft geoordeeld dat het verzoek van eiser onvoldoende concreet was en niet als een aanvraag kon worden beschouwd. Eiser had in zijn verzoek niet gespecificeerd welke specifieke overtredingen of activiteiten door dierhouderijen plaatsvonden, waardoor het verzoek niet voldeed aan de eisen voor een handhavingsverzoek. De rechtbank verklaart zich onbevoegd voor de verzoeken tot vaststelling van een bestuurlijke dwangsom en veroordeling van de minister in de proceskosten in een andere zaak. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, en de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar blijft in stand. Eiser krijgt geen griffierecht terug en geen vergoeding van proceskosten.