Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.[eiser 1],
2.
[eiser 2],
1.[gedaagde 1],
2.
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de producties van [eisers]
- de producties van [gedaagden]
- de mondelinge behandeling van 7 mei 2025
- de pleitnota van [gedaagden].
2.Waar gaat het over?
in conventie
4.De vorderingen
5.De beoordeling
uitlegvan een vonnis al zou kunnen worden meegewogen bij de toets of sprake is van een kennelijke misslag, is de voorzieningenrechter van oordeel dat van een kennelijke misslag op het eerste gezicht niet is gebleken. Dictumonderdeel 6.1. van het vonnis van 5 maart 2025 is naar het oordeel van de voorzieningenrechter helder en niet voor meerderlei uitleg vatbaar. Dat geldt eveneens voor de rechtsoverwegingen 5.2. (“Allereerst is door gesteld dat geen erfdienstbaarheid hebben om te komen en gaan over perceel [locatie 1] om bij hun blikken schuur op perceel [locatie 5] te komen. hebben verzocht om niet langer over perceel [locatie 1] te bewegen. houden zich daar niet aan. vorderen daarom dat het wordt verboden om nog langer over perceel [locatie 1] te gaan.”) en 5.4. (“wat betekent dat ten laste van perceel [locatie 1] en ten gunste van perceel [locatie 5] geen recht van erfdienstbaarheid kan zijn ontstaan. De rechtbank wijst daarom het door gevorderde verbod (zie 4.1 I) toe.”), waarnaar