6.3De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan brandstichting in zijn appartement. Hij had meerdere molotovcocktails aanwezig. Eén van deze molotovcocktails heeft verdachte aangestoken in zijn woonkamer. Daarmee heeft hij een stoel aangestoken. Vervolgens ontstond een brand die zich verder ontwikkelde. Weliswaar heeft verdachte 112 gebeld en is door de brandweer schade aan omliggende woningen voorkomen, maar dat neemt niet weg dat de brand potentieel grote schade in het appartementencomplex had kunnen aanrichten en levensbedreigend was voor zijn medebewoners, waarbij de enige uitweg voor de bovenburen zou zijn afgesloten. Steeds grotere hoeveelheden hete en verstikkende rookgassen zouden via het trappenhuis – dat als een schoorsteen zou fungeren – naar de bovengelegen woonlaag trekken. De bewoners van die woonlaag – voor wie het trappenhuis de enige vluchtroute is – zouden bij een eventuele ontsnapping worden geconfronteerd met deze giftige en dodelijke rookgassen met alle mogelijke gevolgen van dien.
Uit het uittreksel uit de justitiële documentatie van 3 april 2025 blijkt dat verdachte in de afgelopen vijf jaren meerdere keren is veroordeeld voor strafbare feiten, maar niet voor een soortgelijk feit. Verdachte bevond zich ten tijde van het plegen van de feiten in de proeftijd van een voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf.
De Pro Justitia rapportages
Eerdergenoemde psychiater en psycholoog komen, samengevat, tot de volgende bevindingen.
- recidive
Het risico op recidive wordt ingeschat als hoog en wordt zowel gevormd door de aanwezige stoornissen, als door de problemen die spelen op alle leefgebieden en de afwezigheid van beschermende factoren. Dit risico ziet niet alleen op een mogelijke nieuwe brandstichting, maar ook op andere soorten van geweld die kunnen worden uitgeoefend op het moment dat verdachte zich weer bedreigd voelt in een psychose.
- behandeling en advies
Om het recidiverisico te verminderen is het van groot belang dat de stoornissen die bij verdachte zijn vastgesteld tegelijk worden behandeld. Behandeltrajecten in het verleden, waarbij eerst gefocust werd op het psychiatrisch ziektebeeld en daarna op de stoornissen in het middelengebruik of andersom, zijn niet succesvol gebleken. Behandeling kan om die reden plaatsvinden in een instelling met expertise op beide gebieden, zoals een FPK (forensisch psychiatrische kliniek) of een dubbeldiagnosekliniek. Verdachte is eerder opgenomen in vrijwillige kaders. Deze verliepen telkens op soortgelijke wijze: na enkele dagen of weken ging verdachte met ontslag, kwam hij afspraken niet na en viel hij terug in middelengebruik. Om te voorkomen dat verdachte onbehandeld terugkeert in de maatschappij, wat onwenselijk is gezien het hoge recidiverisico, is slechts een tbs-kader geschikt om verdachte te behandelen.
Ondanks dat verdachte in het verleden afspraken bij Tactus, Mediant en de reclassering niet is nagekomen en behandeling of toezicht niet van de grond is gekomen, adviseert de psychiater, met enig voorbehoud, tbs met voorwaarden. Verdachte toont – hoewel dit op de psychiater niet erg doorleefd overkomt – enige mate van motivatie en de mogelijkheid tot omzetting in tbs met dwangverpleging biedt mogelijk een stok achter de deur waardoor verdachte voldoende gemotiveerd is om zich aan de voorwaarden te houden.
De psycholoog acht een tbs met voorwaarden wenselijk. Verdachte is bereid zich aan de voorwaarden te houden en het vooruitzicht dat een schending van voorwaarden zal leiden tot omzetting naar tbs met dwangverpleging zal verdachte helpen. Binnen tbs met voorwaarden kan verdachte vermoedelijk eerder starten met het verloftraject, wat gezien de behandeling van de verslavingsproblematiek wenselijk is.
Uit het over verdachte opgemaakte reclasseringsrapport van 29 april 2025 volgt dat de reclassering het risico op recidive inschat als hoog. Ook het risico op onttrekken aan voorwaarden wordt ingeschat als hoog. In de afgelopen tien tot twaalf jaar is er veel hulp ingezet door de reclassering en diverse GGZ- en verslavingsinstellingen. Verdachte bleek telkens niet in staat om afspraken en voorwaarden na de komen en gedragsverandering is uitgebleven. Tijdens een bespreking van het gebiedsteam van de reclassering is door een meerderheid voorkeur gegeven aan tbs met dwangverpleging, omdat tbs met voorwaarden vermoedelijk te veel ruimte geeft aan verdachte om zich zorgmijdend op te stellen.
De rechtbank onderschrijft de bevindingen en conclusies van de deskundigen over de diagnostiek en het recidiverisico en neemt deze over.
Op te leggen straf of maatregel
- gevangenisstraf
De rechtbank is van oordeel dat de ernst van de feiten oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf rechtvaardigt. Rekening houdende met de omstandigheid dat het ten laste legde in verminderde mate aan verdachte kan worden toegerekend, acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van een jaar met aftrek van de tijd die verdachte tot nu toe in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, passend en geboden. Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet.
- tbs met dwang of voorwaarden?
De rechtbank is verder van oordeel dat de terbeschikkingstelling van verdachte dient te worden gelast, nu bij verdachte ten tijde van het begaan van de strafbare feiten een gebrekkige ontwikkeling en een ziekelijke stoornis van de geestvermogens bestond, de door verdachte begane brandstichting (feit 1) een misdrijf is waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld en gelet op het hoge recidiverisico de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van deze maatregel eist. De rechtbank acht het onverantwoord om verdachte onbehandeld terug te laten keren in de maatschappij. De vraag waar de rechtbank zich voor gesteld ziet, is of aan deze maatregel voorwaarden moeten worden verbonden of dat verdachte van overheidswege moet worden verpleegd.
De rechtbank overweegt hierover als volgt. Hoewel de psycholoog en (uiteindelijk ook) de psychiater adviseren tbs met voorwaarden aan verdachte op te leggen, ziet de rechtbank in de rapporten meerdere contra-indicaties die reden geven tbs met dwangverpleging op te leggen. De hiervoor besproken rapporten geven blijk van een lange hulpverlenings- en behandelgeschiedenis, die telkens niet succesvol is geweest en niet heeft geleid tot gedragsverandering. De hardnekkige verslavingsproblematiek van verdachte speelde hierin de hoofdrol. Het alcohol- en middelengebruik is niet alleen de voornaamste reden geweest van het mislukken van eerdere hulpverlening, maar is daarnaast ook de belangrijkste aanjager van het ontstaan en verergeren van de psychoses van verdachte, die hem zo angstig maken dat hij de noodzaak voelt zich te bewapenen en strafbare feiten pleegt. Abstinentie van alcohol en drugs is daarom noodzakelijk voor zowel het slagen van een behandeltraject, als het voorkomen van strafbare feiten. De hardnekkige verslavingsproblematiek is op dit moment nog onbehandeld en prominent aanwezig. Bij de rechtbank bestaat niet de verwachting dat verdachte bij machte is om zich aan voorwaarden te houden. Hoewel verdachte heeft verklaard dat hij hiertoe bereid is en gemotiveerd is, is de rechtbank van oordeel dat deze verklaring – zonder daarbij te oordelen of sprake is van onwil of onmacht – beperkt betrouwbaar is. De rechtbank weegt hierin mee dat verdachte, terwijl hij weet dat tbs met dwangverpleging op het spel staat, ter zitting heeft verklaard dat hij in de toekomst zou willen minderen in zijn alcoholgebruik maar hoopt in de weekenden wel te kunnen blijven drinken. Verdachte ziet nog steeds niet in hoezeer zijn gebruik verweven is met zijn problematiek. Gelet op het falen van alle eerder ingezette behandelingen en verdachtes gebrek aan inzicht in eigen handelen is de rechtbank van oordeel dat verdachte steeds weer in oude patronen zal vervallen. Daar komt bij dat de voorkeursmiddelen van verdachte relatief eenvoudig en goedkoop te verkrijgen zijn. Tot slot overweegt de rechtbank dat de reclassering – die door de jaren heen een goed beeld heeft kunnen krijgen van verdachte – om soortgelijke redenen de voorkeur geeft aan tbs met dwangverpleging. Daarbij wordt tevens de vrees geuit dat een tbs met voorwaarden verdachte te veel ruimte geeft om zich zorgmijdend te kunnen opstellen.
Op grond van al het voorgaande acht de rechtbank het onwaarschijnlijk dat tbs met voorwaarden leidt tot een adequate behandeling en het verlagen van het recidiverisico. De rechtbank heeft daarbij het maatschappelijk belang bij het terugdringen van het recidiverisico – gezien de ernstige gevaarzetting – uitdrukkelijk in ogenschouw is genomen. De rechtbank zal derhalve aan verdachte tbs met dwangverpleging opleggen. Nu de maatregel wordt opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, is de tbs-maatregel niet gemaximeerd.