Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.[gedaagde 1] ,
2.
[gedaagde 2],
1.Samenvatting
2.De procedure
- de conclusie van antwoord van [gedaagde 1] van 27 november 2024
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald
Rechtbank Overijssel
In deze zaak vordert UVM Verzekeringsmaatschappij N.V. betaling van schadebedragen, onbetaalde premies en onderzoekskosten van gedaagden, die volgens UVM verzekeringsfraude hebben gepleegd. UVM stelt dat gedaagden honderden kortlopende reisverzekeringen hebben afgesloten voor fictieve verzekeringsnemers, waarvoor geen premie is betaald en waarop valse claims zijn ingediend. Gedaagde 1 heeft verweer gevoerd, terwijl gedaagde 2 niet is verschenen. De rechtbank oordeelt dat voldoende aannemelijk is dat gedaagden de reisverzekeringen hebben afgesloten met gebruikmaking van door hen geopende bankrekeningen en dat zij onterecht schadebedragen hebben ontvangen. De vorderingen van UVM worden toegewezen, inclusief de kosten van het onderzoek dat is uitgevoerd door een extern bureau. De rechtbank heeft geoordeeld dat gedaagden hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade die UVM heeft geleden door hun fraude. De rechtbank heeft de vorderingen van UVM, inclusief de wettelijke rente en proceskosten, toegewezen en gedaagden veroordeeld tot betaling van in totaal € 85.396,54.