In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 15 mei 2025 een verstekvonnis uitgesproken in een kort geding tussen de Stichting Particulier Administratie Kantoor De Balans, in de hoedanigheid van bewindvoerder van [naam 1], en [gedaagde 1] B.V. De eisende partij vorderde betaling van achterstallig loon en een transitievergoeding. De bewindvoerder stelde dat [naam 1] sinds 20 december 2022 arbeidsongeschikt is en dat er in de maanden mei en december 2023 en december 2024 geen loon is ontvangen van [gedaagde 1]. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de arbeidsovereenkomst van [naam 1] met [gedaagde 1] niet is beëindigd, waardoor de vordering tot betaling van de transitievergoeding is afgewezen. De vordering tot betaling van het achterstallige loon van € 5.391,70 netto, vermeerderd met 50% wettelijke verhoging, is toegewezen. Daarnaast is [gedaagde 1] veroordeeld om correcte loonspecificaties te verstrekken en zijn buitengerechtelijke kosten van € 779,95 toegewezen. De proceskosten zijn begroot op € 771,57. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.