Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.Inleiding
2.De procedure
- de conclusie van antwoord,
- de e-mail van 10 januari 2025 waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
3.De feiten
afgerond en is opgeleverd aan en geaccepteerd door” door [gedaagde] Verder staat in artikel 5.1 van de Overeenkomst het volgende:
“projectopnames en inmetingen succesvol uitgevoerd” en “
offertes opgesteld en gereed voor verzending naar klanten.”
4.Het geschil
- loon ter waarde van € 129.627,30 inclusief btw te vermeerderen met (primair) de wettelijke handelsrente vanaf 9 november 2024, althans vanaf de dag van de dagvaarding, of (subsidiair) de wettelijke rente vanaf 24 oktober 2024, althans vanaf de dag van de dagvaarding;
- buitengerechtelijke incassokosten ter hoogte van € 2.071,27;
- proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente indien [gedaagde] deze niet binnen veertien dagen na het vonnis heeft betaald.
5.De beoordeling
beëindiging met wederzijds goedvinden” noemen in feite neerkomt op een nieuwe overeenkomst waarin partijen afspreken om de Overeenkomst voor de oorspronkelijke einddatum te beëindigen. De rechtbank is van oordeel dat de (vorm)voorschriften van artikel 5.1 Overeenkomst in dat geval niet gelden. Uit de aanhef van artikel 5.1 blijkt immers dat dit artikel de opzegging van de Overeenkomst regelt. Ook in de tekst van het artikel wordt uitsluitend de term opzegging gehanteerd. Volgens dit artikel kunnen zowel opdrachtnemer als opdrachtgever de overeenkomst opzeggen, zonder dat daarvoor enige instemming van de wederpartij nodig is. De rechtbank is daarom van mening dat dit artikel alleen in geval van opzegging geldt en dus niet als partijen overeenkomen om de Overeenkomst eerder te beëindigen.
6.De beslissing
woensdag 18 juni 2025voor uitlating door [gedaagde] of zij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en/of door een ander bewijsmiddel,
bewijsstukkenwil overleggen, zij die stukken dan direct in het geding moet brengen,
getuigenwil laten horen, zij de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden
augustustot en met
november 2025dan direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
alle partijenuiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,