Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 13 mei 2025, waarbij partijen zijn verschenen, en waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt,
- de pleitnota van [gedaagde] .
2.Waar gaat deze zaak over?
3.De feiten
De onder 2. gevorderde dwangsom zal worden afgewezen, omdat de gevorderde contractuele boete reeds een voldoende prikkel is tot nakoming van de verplichting mee te werken aan de levering van de woning.” [gedaagde] heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis. Het Hof Arnhem-Leeuwarden heeft dit vonnis in een arrest van 12 november 2024 bekrachtigd.
Anders dan [gedaagde] aanvoert acht de voorzieningenrechter het wel gepast om een dwangsom op te leggen en deze al eerder dan 3 december 2024 in te laten gaan, om [gedaagde] daarmee aan te sporen om voormeld vonnis zo spoedig als mogelijk na te komen. Bij de beoordeling daarvan is meegewogen of [gedaagde] redelijkerwijze al het mogelijke heeft gedaan om tijdig aan de veroordeling te kunnen voldoen.” [gedaagde] heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis. Het Hof Arnhem-Leeuwarden heeft dit vonnis in een arrest van 18 februari 2025 bekrachtigd.