ECLI:NL:RBOVE:2025:3509

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
2 juni 2025
Publicatiedatum
2 juni 2025
Zaaknummer
07-005817-90
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging terbeschikkingstelling met dwangverpleging na recidive van ernstige misdrijven

Op 2 juni 2025 heeft de Rechtbank Overijssel in Zwolle uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van een betrokkene, die in het verleden is veroordeeld voor moord en verkrachting. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling met dwangverpleging met twee jaren verlengd. De betrokkene, geboren in 1970, is ter beschikking gesteld na een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in 1991. De terbeschikkingstelling is ingegaan op 21 mei 1998 en is sindsdien meerdere keren verlengd, met de laatste verlenging op 5 juni 2023. De rechtbank heeft kennisgenomen van het verlengingsadvies van de kliniek, waarin wordt gesteld dat de betrokkene lijdt aan een onrijpe persoonlijkheidsorganisatie en een gespecificeerde parafiele stoornis. De betrokkene heeft recentelijk positieve stappen gezet in zijn behandeling, maar er zijn zorgen over zijn sociale netwerk en copingvaardigheden. De rechtbank heeft de vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling beoordeeld en geconcludeerd dat de veiligheid van anderen eist dat de maatregel wordt voortgezet. De rechtbank heeft daarbij de gemotiveerde inzet van de betrokkene voor zijn behandeling in overweging genomen, maar ook het recidiverisico dat blijft bestaan. De beslissing is genomen in aanwezigheid van de officier van justitie en deskundigen, en de rechtbank heeft de terbeschikkingstelling met twee jaren verlengd.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 07-005817-90
Datum uitspraak: 2 juni 2025
Beslissing op de vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] 1970 in [geboorteplaats] ,
nu verblijvende in [locatie]
(hierna: de kliniek), locatie [adres] ,
hierna te noemen: betrokkene.

1.De aanleiding

Betrokkene is bij arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 3 januari 1991 ter beschikking gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege, na bewezenverklaring van de misdrijven:
moord en telkens verkrachting.
De terbeschikkingstelling is ingegaan op 21 mei 1998. Deze terbeschikkingstelling is laatstelijk verlengd bij beslissing van deze rechtbank van 5 juni 2023 en eindigt, behoudens nadere voorziening, op 21 mei 2025.

2.De stukken

De rechtbank heeft kennisgenomen van de op grond van artikel 6:6:12 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) overgelegde stukken, te weten:
  • het verlengingsadvies van de kliniek van 25 maart 2025, opgemaakt door M.G.P. Jansen, klinisch psycholoog, psychotherapeut, hoofd patiëntenzorg en plaatsvervangend hoofd van de inrichting, K. Lalleman, gz-psycholoog en C. Beuzekom, psychiater;
  • een afschrift van de wettelijke aantekeningen over de periode van 6 december 2022 tot en met 27 maart 2025.

3.De procedure

Het Openbaar Ministerie heeft op 7 april 2025 een vordering ingediend tot verlenging van bovenvermelde termijn met twee jaren.
Het onderzoek van de zaak heeft plaatsgevonden op de openbare terechtzitting van 19 mei 2025. De rechtbank heeft op de openbare terechtzitting gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn raadsman mr. P. Scholte, advocaat in Amsterdam;
  • de officier van justitie;
  • R.H. Huiskes, psycholoog, verbonden aan de kliniek als deskundige.
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij de vordering tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling met twee jaren.
Betrokkene en zijn raadsvrouw hebben gesteld dat zij geen bezwaar hebben tegen verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling.

4.De beoordeling

De vordering is op 7 april 2025 ingediend. Dit is tijdig.
De rechtbank dient op grond van het bepaalde in de artikelen 38d en 38e van het Wetboek
van Strafrecht (Sr) te bepalen of de termijn van de maatregel van terbeschikkingstelling moet worden verlengd.
De rechtbank neemt bij haar overwegingen het over betrokkene opgemaakt advies van de kliniek en de toelichting van de deskundige ter zitting in aanmerking.
Het verlengingsadvies van de kliniek
Het rapport van de kliniek houdt, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende in.
Na hernieuwd diagnostisch onderzoek bij betrokkene wordt geconcludeerd dat er bij betrokkene sprake is van een onrijpe persoonlijkheidsorganisatie, in combinatie met vroeg narcisme met neurotische overdekking. In classificerende termen kan er gesproken worden van persoonlijkheidsproblematiek met antisociale en narcistische trekken. Ook is er bij betrokkene een gespecifieerde parafiele stoornis vastgesteld, waarbij de factoren macht en dwang een duidelijk toegevoegde waarde hebben. Verder worden er bij betrokkene problemen gezien op het gebied van sociale communicatie en beperkte repetitieve gedragingen, welke deels kunnen worden verklaard vanuit de ontwikkelingsgeschiedenis van betrokkene.
Betrokkene is op 28 augustus 2023 verhuisd naar [adres] , de transmurale woonvoorziening van de kliniek. Hoewel betrokkene moest wennen aan de nieuwe woonomgeving en bijbehorende structuren, heeft de verhuizing een positieve invloed op hem gehad. Betrokkene is aanwezig bij groepsmomenten en helpt actief mee met het voorbereiden hiervan. Betrokkene voert in het kader van individuele psychotherapie gesprekken waarin dagelijkse gebeurtenissen en persoonlijke obstakels worden besproken, en waarin hij samen met zijn therapeut onderzoekt of er sprake is van oplopende spanningen. Ook voert betrokkene samen met zijn therapeut en forensisch netwerkbegeleider gesprekken over het aangaan van nieuwe (vrouwelijke) contacten. Betrokkene is hiervoor gemotiveerd, maar geeft ook aan meer vrijheid te willen om het zelf te ontdekken en autonomie te ervaren. Het behandelingsteam vindt het echter van belang om mee te kijken bij het contact, zodat zij betrokkene waar nodig kunnen ondersteunen. Vanwege de betrokkenheid van de kliniek is betrokkene geneigd om verder contact met vrouwen te vermijden. Betrokkene neemt zijn verantwoordelijkheid en initiatief om tijdens contactmomenten zijn seksualiteitsbeleving te bespreken en voert hierover regelmatig gesprekken met de groepsleiding, psychiater en andere behandelaren. Betrokkene maakt in een rustig tempo stappen in zijn behandeling, waarbij hij rekening houdt met zijn eigen draagkracht.
Op 14 augustus 2024 is de aanvraag van de uitbreiding naar landelijk onbegeleid verlof goedgekeurd. Betrokkene praktiseert op dit moment geen landelijke onbegeleide verloven, vanwege zijn fysieke klachten. De netwerkverloven van betrokkene lopen naar wens en zonder bijzonderheden en de begeleiding daarin wordt stapsgewijs afgebouwd. Om de risico’s te verminderen is het vergroten van een pro sociaal netwerk van belang. Betrokkene heeft een beperkt netwerk, waarmee hij goed contact onderhoudt. Echter blijft het opbouwen van sociale contacten een aandachtspunt voor betrokkene. Zonder de terbeschikkingstelling kunnen gevoelens van eenzaamheid en afwijzing de overhand nemen.
Betrokkene heeft een vermijdende copingstijl, waardoor hij voorzichtig is in het nemen van vervolgstappen en in een matig tempo vooruitgang boekt. Betrokkene zal om die reden langdurig gebaat blijven bij een extern risicomanagement. Op het moment dat de terbeschikkingstelling wegvalt, zullen er problemen ontstaan, nu betrokkene niet in staat is om zijn leven adequaat vorm te geven en om te gaan met afwijzing, vernedering en een laag zelfbeeld. Op dat moment zullen stressniveaus en negatieve emoties toenemen en zullen de copingvaardigheden van betrokkene ontoereikend blijken. De komende periode zal met betrokkene worden gewerkt aan de uitbreiding van werk, dagbesteding en het verbreden van zijn sociale netwerk. Het behandelteam houdt rekening met de draagkracht van betrokkene en stimuleert hem tegelijkertijd om uitdagingen aan te gaan. Gelet op de kleine stappen die betrokkene maakt, wordt niet verwacht dat binnen één jaar kan worden overgegaan tot een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging. In de huidige situatie wordt het risico op gewelddadig gedrag ingeschat als laag. Wanneer de terbeschikkingstelling wegvalt, wordt het risico ingeschat als matig tot hoog, waarbij verschillende omgevingsfactoren de opbouw van het risico kunnen verhogen.
De beschermende factoren van betrokkene liggen in de aanwezige hulpverlening, het toezicht en zijn woonsituatie. Met het onderhavige risicomanagement wordt het risico op gewelddadig gedrag ingeschat als laag. De kliniek adviseert om de terbeschikkingstelling te verlengen met de termijn van twee jaren.
Op zitting heeft deskundige Huiskes het advies gehandhaafd en in aanvulling op het rapport naar voren gebracht dat het traject verloopt conform de verwachtingen.
Het oordeel van de rechtbank
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen eist dat de maatregel van terbeschikkingstelling wordt verlengd. Op grond van hetgeen in de rapportage van de kliniek is vermeld en door de deskundige ter zitting is toegelicht, stelt de rechtbank vast dat er sprake is van stoornissen bij betrokkene en dat sprake is van recidiverisico. Aan de criteria voor de verlenging van de terbeschikkingstelling is voldaan. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat de maatregel is opgelegd ter zake van misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. De totale duur van de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege kan daarom een periode van vier jaren te boven gaan.
De rechtbank stelt vast dat betrokkene gemotiveerd is en zich actief inzet voor de behandeling. Betrokkene komt afspraken na, toont openheid en bespreekt emoties en moeilijkheden met het behandelteam. Ook verblijft betrokkene inmiddels geruime tijd in een transmurale woonvoorziening. De samenwerking tussen betrokkene en het behandelteam is goed en er hebben zich de afgelopen periode geen bijzonderheden voorgedaan. Betrokkene boekt geleidelijke vooruitgang in zijn behandeling en traject, waarbij zowel hijzelf als het behandelteam rekening houdt met zijn draagkracht. Betrokkene zal naar verwachting nog een lange tijd van behandeling en begeleiding afhankelijk zijn, waarbij het noodzakelijk is dat het behandelproces met kleine stappen moet worden doorlopen. De rechtbank zal daarom de duur van de terbeschikkingstelling met twee jaren verlengen.

5.De beslissing

De rechtbank verlengt de terbeschikkingstelling met dwangverpleging van
[betrokkene]met twee jaren.
Aldus gegeven door mr. D.E. Schaap, voorzitter, mr. A. van Holten en mr. R.J. Postma, rechters, in tegenwoordigheid van E. Bauhuis als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 2 juni 2025.