Uitspraak
1.De procedure
- de aanvullende productie 8 van de zijde van Viverion,
- de mondelinge behandeling van 14 mei 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt. Namens Viverion zijn verschenen mevrouw [naam 1] en de heer [naam 2], bijgestaan door mr. Boekhoff. De heer [gedaagde] is in persoon verschenen.
2.De samenvatting
3.De feiten
‘(…)
Voorafgaand aan het sluiten van de huurovereenkomst heeft u cliënte informatie verstrekt(…)
Ook heeft u aangegeven dat u geen lopende afbetalingen heeft. Recent is cliënte erachter gekomen dat u haar onjuiste informatie heeft verstrekt(…)
Door in strijd met de werkelijkheid opzettelijk foutieve informatie te verstrekken heeft u cliënte willens en wetens misleid en mitsdien bedrog gepleegd in de zin van artikel 3:44 lid 3 BW. Indien al moet worden aangenomen dat juridisch niet gesproken kan worden van bedrag, dan is in ieder geval sprake van dwaling in de zin van artikel 6:228 BW(…)
Gelet op het gepleegde bedrog c.q. de dwaling wordt hierbij de buitengerechtelijke vernietiging ingeroepen van de met u gesloten huurovereenkomst.In verband met de ingeroepen vernietiging moet juridisch worden aangenomen dat tussen partijen geen huurovereenkomst tot stand is gekomen en dat u op dit moment zonder recht of titel in de woning verblijft, hetgeen ten opzichte van cliënte onrechtmatig is te achten. U dient de woning dan ook op uiterst korte termijn te verlaten en leeg en ontruimd aan cliënte ter beschikking te stellen.(…)’.
4.Het geschil
I. [gedaagde] veroordeelt om binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis de woning aan de [adres] te ontruimen en te verlaten, onder afgifte van de sleutels aan Viverion;
II. [gedaagde] veroordeelt in de proceskosten.