ECLI:NL:RBOVE:2025:3672

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
27 mei 2025
Publicatiedatum
6 juni 2025
Zaaknummer
11506372 \ CV EXPL 25-252
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van onbetaalde facturen en opzegvergoeding door Proximedia Nederland B.V.

In deze zaak vordert Proximedia Nederland B.V. betaling van onbetaald gebleven facturen, een opzegvergoeding, wettelijke handelsrente, buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten van de gedaagde partij. De kantonrechter heeft op 27 mei 2025 uitspraak gedaan in de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle. Proximedia stelt dat de gedaagde, een startende ondernemer, een overeenkomst heeft getekend voor online-marketingdiensten, maar deze heeft niet betaald. De kantonrechter heeft de vordering tot betaling van de facturen en de opzegvergoeding toegewezen, maar de wettelijke handelsrente over de opzegvergoeding is afgewezen en in plaats daarvan is de wettelijke rente toegewezen. De buitengerechtelijke incassokosten zijn deels toegewezen. De gedaagde is niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling en heeft zijn verweer onvoldoende onderbouwd. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van de hoofdsom, rente, incassokosten en proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: 11506372 \ CV EXPL 25-252
Vonnis van 27 mei 2025
in de zaak van
PROXIMEDIA NEDERLAND B.V.h.o.d.n.
BEUP EN MKB CLICKSERVICE,
gevestigd te Utrecht,
eisende partij,
hierna te noemen: Proximedia,
gemachtigde: mr. R. Erkelens (PUURNouta),
tegen
[gedaagde],h.o.d.n.
[bedrijf],
wonende te [woonplaats],
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde],
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de brief waarin is meegedeeld dat een mondelinge behandeling is bepaald
- de akte van Proximedia met aanvullende producties
- de mondelinge behandeling van 25 april 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt. Namens Proximedia zijn verschenen mevrouw [naam] en haar gemachtigde mr. R. Erkelens. [gedaagde] is niet verschenen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De zaak in het kort

2.1.
Proximedia vordert betaling van onbetaald gebleven facturen te vermeerderen met de wettelijke handelsrente, een opzegvergoeding te vermeerderen met de wettelijke handelsrente, de buitengerechtelijke incassokosten en veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
2.2.
De kantonrechter wijst de vordering tot betaling van de facturen te vermeerderen met de wettelijke handelsrente en de opzegvergoeding toe. De buitengerechtelijke incassokosten worden deels toegewezen. De wettelijke handelsrente over de opzegvergoeding wordt afgewezen. In plaats daarvan wordt de wettelijke rente toegewezen.

3.De feiten

3.1.
Proximedia biedt diensten aan op het gebied van online-marketing.
3.2.
[gedaagde] is op 20 februari 2023 ingeschreven in de Kamer van Koophandel onder de naam [bedrijf].
3.3.
Ongeveer een week na de inschrijving van [gedaagde] in de Kamer van Koophandel heeft Proximedia [gedaagde] telefonisch benaderd. Dit telefoongesprek heeft geleid tot een afspraak bij La Place op 14 maart 2023. [gedaagde] heeft toen een overeenkomst getekend.
3.4.
In die overeenkomst staat dat [gedaagde] gedurende een niet reduceerbare en onherroepelijke termijn van 24 maanden prestaties van Proximedia afneemt tegen een eenmalige vergoeding van € 90,00 inclusief btw (dossierkosten) en maandelijkse bijdragen van € 240,79 inclusief btw. [gedaagde] koos daarnaast een maandbudget van € 36,30 inclusief btw voor Search Engine Advertising (SEA) via Google Ads.
3.5.
In de overeenkomst staat verder, voor zover relevant in artikel 8.3:

(…). In alle gevallen van contractbreuk door de Abonnee, anders dan op grond van een toerekenbaar tekortschieten van MKB ClickService in de nakoming van haar verbintenis, zijn alle vorderingen uit hoofde van de overeenkomst, zowel de op dat moment, als de in de toekomst opeisbare maandelijkse bijdragen, onmiddellijk en in zijn geheel opeisbaar. (…).
3.6.
Op 17 maart 2023 ontving [gedaagde] een welkomstbrief. Op 11 april 2023 heeft Proximedia [gedaagde] per e-mail verzocht om een telefonische afspraak in te plannen.
3.7.
Op 17 april 2023 heeft Proximedia het volgende aan [gedaagde] gemaild:

(…). Vorige week heb ik u onderstaande e-mail gestuurd. Hier heb ik helaas nog geen terugkoppeling op vernomen. Zou u nog naar deze mail willen kijken? Mochten wij binnen 3 dagen geen reactie vernemen, zullen we uw dossier doorzetten. We zetten dan het productieproces in gang. (…).
3.8.
De eerste maandfacturen van Proximedia voor de bijdrage van € 240,79 en het SEA maandbudget van € 36,30 zijn gedateerd op 17 april 2023. [gedaagde] heeft deze facturen niet betaald.
3.9.
Op 1 mei 2023 heeft Proximedia [gedaagde] een e-mail gestuurd met de mededeling dat de domeinnaam van [gedaagde] ([internetsite]) is geregistreerd. Daarbij zijn ook de inloggegevens aan [gedaagde] toegestuurd.
3.10.
Op 3 mei 2023 heeft Proximedia [gedaagde] per e-mail bericht dat de landingspagina’s gereed zijn en hem daarbij verzocht om binnen zeven dagen te laten weten of [gedaagde] tevreden is met het resultaat. [gedaagde] heeft niet op deze mail gereageerd.
3.11.
Op 10 mei 2023 heeft Proximedia [gedaagde] per e-mail bericht dat de website online is gezet met informatie over de werking van de Google Ads-campagne, call tracking en de persoonlijke klantenpagina.
3.12.
Proximedia heeft van maart 2023 tot en met oktober 2023 maandelijks facturen gestuurd voor een bedrag van in totaal € 2.029,63. [gedaagde] heeft deze maandfacturen niet voldaan. Bij brief van 22 augustus 2023 heeft Proximedia haar werkzaamheden vanwege het uitblijven van betalingen opgeschort. Op dat moment stond er een bedrag van € 1.475,45 inclusief btw open. Proximedia heeft [gedaagde] aangezegd dat als hij niet betaalt, de vordering op grond van artikel 8 van de overeenkomst verhoogd zal worden met alle onder de overeenkomst nog resterende termijnen.
3.13.
Bij exploot van 22 juli 2024 heeft de gemachtigde van Proximedia [gedaagde] medegedeeld dat de vordering van Proximedia op dat moment, inclusief rente en incassokosten € 6.739,76 bedroeg. Dat bedrag omvatte onbetaald gebleven facturen voor een bedrag van € 2.029,63 inclusief btw en een bedrag van € 3.383,00 als opzegvergoeding voor de resterende maandbedragen exclusief btw.
3.14.
[gedaagde] heeft niet betaald.

4.Het geschil

4.1.
Het bedrag dat door Proximedia wordt geëist, bestaat uit de hoofdsom van € 5.412,63 (maandelijkse facturen van in totaal € 2.029,63 inclusief btw en een opzegvergoeding van € 3.383,00 exclusief btw), handelsrente van € 818,18 berekend tot en met 23 december 2024 en buitengerechtelijke incassokosten van € 811,90. Daarnaast eist Proximedia veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
4.2.
[gedaagde] is het niet eens met de vorderingen van Proximedia. Hij stelt dat hij als startende ondernemer niets hoefde te betalen en dat hij niet wist dat hij een betalingsverplichting aanging. Proximedia heeft hem ook nooit een website laten zien.
4.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

De inhoud van de overeenkomst
5.1.
[gedaagde] erkent dat er tussen partijen een overeenkomst tot stand is gekomen, maar hij betwist dat hij daarvoor een betaling verschuldigd was. [gedaagde] voert in dit verband aan dat hij als net startende ondernemer nog helemaal niet wist welke invulling hij aan zijn bedrijf wilde geven en dat hij nog geen omzet had gedraaid. Tegen hem was gezegd dat de diensten van Proximedia kosteloos zouden zijn.
5.2.
Proximedia stelt zich op het standpunt dat er wel degelijk een vergoeding is afgesproken voor haar diensten. Dit blijkt volgens haar uit de tussen partijen ondertekende overeenkomst.
5.3.
De kantonrechter stelt vast dat er een maandelijkse bijdrage van € 240,79 en een SEA budget van € 56,30 inclusief btw per maand staan genoemd in de door partijen op 14 maart 2023 ondertekende overeenkomst.
5.4.
Hieruit volgt dat [gedaagde] in beginsel de maandelijks overeengekomen bedragen moet betalen. [gedaagde] heeft als verweer aangevoerd dat de vertegenwoordiger van Proximedia bij het aangaan van de overeenkomst heeft toegezegd dat er sprake zou zijn van een gratis dienstverlening. Die toezegging is door Proximedia tijdens de mondelinge behandeling onder verwijzing naar de overeenkomst echter weersproken. In het licht van de door [gedaagde] ondertekende overeenkomst heeft hij die toezegging vervolgens onvoldoende onderbouwd. [gedaagde] heeft ook geen aanvullend verweer per mail ingediend, zoals wel aangekondigd bij mondelinge conclusie van antwoord en hij is niet verschenen bij de mondelinge behandeling. Het voorgaande maakt dat vaststaat dat partijen een maandelijkse bijdrage van € 240,79 gedurende de looptijd van de overeenkomst en een SEA budget van € 56,30 inclusief btw tot oktober 2023 per maand zijn overeengekomen. Deze bedragen zal [gedaagde] moeten betalen aan Proximedia. De kantonrechter zal daarom de vorderingen van Proximedia tot betaling van haar facturen met het totaalbedrag van € 2.029,63 inclusief btw toewijzen.
5.5.
Vervolgens vordert Proximedia op grond van artikel 8.3 van de algemene voorwaarden een bedrag van € 3.383,00 exclusief btw als opzegvergoeding. Dit bedrag bestaat uit de resterende maandtermijnen na de opschorting in oktober 2023 tot aan het einde van de looptijd. Dit deel van de vordering heeft [gedaagde] niet expliciet weersproken. Nu [gedaagde] ook niet is verschenen bij de mondelinge behandeling, zal dit deel van de vordering als onvoldoende weersproken worden toegewezen. De kantonrechter komt als gevolg daarvan ook niet toe aan een verdere inhoudelijke beoordeling van dit deel van de vordering.
De wettelijke (handels)rente
5.6.
Proximedia vordert de wettelijke handelsrente over € 5.412,63. Dit bedrag bestaat uit € 2.029,63 inclusief btw aan onbetaalde facturen van maart tot en met oktober 2023 en € 3.383,00 exclusief btw als opzegvergoeding voor de resterende bijdragen.
5.7.
Proximedia heeft alleen facturen gestuurd voor een bedrag van € 2.029,63 inclusief btw. Voor het bedrag van de resterende maandtermijnen van € 3.383,00 op grond van artikel 8.3 van de algemene voorwaarden heeft Proximedia geen facturen gestuurd, althans niet overgelegd in deze procedure. Ook heeft Proximedia het bedrag exclusief btw gevorderd. De kantonrechter begrijpt de vordering zo dat Proximedia de opzegvergoeding aanmerkt als schadevergoeding. Er is daarom ten aanzien van de opzegvergoeding van € 3.383,00 geen sprake van een handelsovereenkomst of een levering van een dienst in de zin van artikel 6:119a BW, althans daarvoor heeft Proximedia in deze zaak onvoldoende gesteld. De gevorderde wettelijke handelsrente over dat bedrag is daarom niet toewijsbaar. De wettelijke handelsrente zal daarom alleen worden toegewezen over de onbetaalde facturen van in totaal € 2.029,63. Over de opzegvergoeding zal de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW als het mindere worden toegewezen.
5.8.
De gevorderde rente kan daarnaast slechts worden toegewezen met ingang van de datum van dagvaarding. Er is namelijk niet toegelicht waarom de rente met ingang van de gevorderde ingangsdatum verschuldigd is. Proximedia heeft ook geen inzicht gegeven in haar berekening van de wettelijke (handels)rente.
De buitengerechtelijke incassokosten
5.9.
Proximedia vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Zij baseert (de hoogte van) dit onderdeel van haar vordering primair op de overeenkomst en subsidiair op het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). De kantonrechter stelt vast dat aan de wettelijke eisen voor een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is voldaan. Voor de hoogte van de buitengerechtelijke incassokosten zal worden aangesloten bij het wettelijke tarief, nu niet is gesteld of gebleken dat Proximedia meer kosten heeft gemaakt dan het wettelijke tarief. Over de toegewezen hoofdsom zal een bedrag van € 645,63 aan buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen.
De proceskosten
5.10.
[gedaagde] is overwegend in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Proximedia worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
126,68
- griffierecht
543,00
- salaris gemachtigde
678,00
(2 punten × € 339,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.482,68

6.De beslissing

De kantonrechter
6.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Proximedia te betalen:
- een bedrag van € 2.029,63, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW,
- een bedrag van € 3.383,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW,
telkens met ingang van 6 januari 2025 tot de dag van volledige betaling,
6.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan Proximedia te betalen een bedrag van € 645,63 aan buitengerechtelijke incassokosten,
6.3.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 1.482,68 te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
6.4.
wijst af het meer of anders gevorderde;
6.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.N.R. Wegerif en in het openbaar uitgesproken op 27 mei 2025.