10.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
het misdrijf:
poging tot doodslag;
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
209 (tweehonderdnegen) dagen;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- gelast dat de verdachte
ter beschikking wordt gestelden stelt daarbij de volgende
voorwaarden;
verdachte maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit;
verdachte gaat niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden zonder toestemming van de reclassering;
verdachte verleent medewerking aan het verstrekken van een actuele foto aan de reclassering ten behoeve van eventuele opsporing;
als de reclassering dat nodig vindt en verdachte daarmee instemt, kan verdachte voor een time-out worden opgenomen in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling. Deze time-out duurt totdat de reclassering of verdachte deze beëindigt, maar maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar;
verdachte verleent medewerking aan reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere, maar niet uitsluitend, in:
a. medewerking verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of het ter inzage aanbieden van een geldig identiteitsbewijs (als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht) ten behoeve van het vaststellen van de identiteit;
b. zich melden op afspraken bij de reclassering, zo vaak de reclassering dat nodig acht;
c. zich houden aan de voorschriften en aanwijzingen van de reclassering, die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om verdachte te bewegen tot het naleven van de voorwaarden;
d. medewerking verlenen aan huisbezoeken;
e. inzicht geven aan de reclassering over de voortgang van begeleiding of behandeling door andere instellingen/hulpverleners;
f. niet verhuizen of van adres veranderen zonder toestemming van de reclassering;
g. medewerking verlenen aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met verdachte, als dat van belang is voor het toezicht.
6. verdachte laat zich opnemen in [locatie] (of soortgelijke zorginstelling), zulks te bepalen door de voor plaatsing verantwoordelijke instantie, zolang de reclassering dat nodig acht. Hij volgt de aanwijzingen van de behandelaars conform de op te stellen (delictpreventieve) behandelovereenkomst en het nader te formuleren behandelplan op. Dit behandelplan zal op geëigende momenten bijgesteld en nader gespecificeerd worden;
7. verdachte houdt zich aan de huisregels en aanwijzingen die de zorginstelling aan hem geeft in het kader van de behandeling, ook als dit inhoudt het innemen van medicatie die nodig is voor de behandeling;
8. indien tijdens de behandeling een overgang naar een FBW, ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst is, zulks ter beoordeling van de reclassering, werkt verdachte mee aan de indicatiestelling en plaatsing. Verdachte zal zich committeren aan het nazorgtraject waaraan te zijner tijd invulling gegeven zal gaan worden. Dit omvat tevens het bepalen van een woonplek na overleg en toestemming van de reclassering. Contact en afstemming met de wijkagent zal in de (nieuwe) woonomgeving tot stand gebracht worden;
9. verdachte laat zich begeleiden/behandelen door een ambulante zorgverlener of een nader te bepalen forensische polikliniek/forensisch FACT te bepalen door de reclassering. De behandeling start na de klinische opname en de behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt;
10. verdachte zal inzicht geven in zijn sociaal netwerk en medewerking verlenen aan het betrekken van zijn sociaal netwerk bij de behandeling;
11. verdachte werkt, indien en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht, mee aan het verkrijgen en/of behouden van een dagbesteding passend bij zijn draagkracht;
12. verdachte verschaft de reclassering zicht in zijn financiën en eventuele schulden, zolang de reclassering dat nodig acht. Hij zal zijn medewerking verlenen aan bewindvoering.
- draagt Reclassering Nederland op de verdachte hulp en steun te verlenen bij de naleving van de voorwaarden;
dadelijke uitvoerbaarheid
- beveelt dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar is;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] toe tot een bedrag van € 8.660,34
(bestaande uit € 1.160,34 voor materiële schade en € 7.500,-- voor immateriële schade), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 augustus 2024;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 8.660,34 (zegge: achtduizend zeshonderdzestig euro en vierendertig cent) te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 augustus 2024, ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 78 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige (te weten: € 2.500,--) niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer 2] in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
opheffing bevel voorlopige hechtenis
- heft het (geschorste) bevel tot voorlopige hechtenis op met ingang van heden;
tenuitvoerlegging voorwaardelijke straf met parketnummer 08-261686-22
-
verlengtde proeftijd van de bij vonnis van deze rechtbank op 19 september 2023 voorwaardelijk opgelegde
gevangenisstrafvoor de duur van acht maanden, met twee jaren.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.A. Heblij, voorzitter, mr. P.M.F. Schreurs en mr. T.M. Weeda, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.P. Ponsteen, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 6 juni 2025.
Mr. Schreurs, mr. Weeda en mr. Ponsteen zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met onderzoeksnummer ON2R024051/OHM24. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.
Het proces-verbaal van verdenking, pagina 24, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op zaterdag 10 augustus 2024 ontving de politie een melding dat in Vriezenveen een steekincident had plaats gevonden.
2.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , pagina’s 62-63, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik sprong vervolgens tussen [naam] en die meid en drukte met mijn rechterarm [verdachte]
weg en duwde hem tegen de muur. Ik voelde vervolgens een klap tegen mijn hoofd en
werd er dizzy van. Ineens voelde ik een hele scherpe brandende pijn in mijn hals. Ik draaide me om en voelde op een gegeven moment wat in mijn nek lopen. Ik voelde iets in mijn hals. Ik voelde mijn vinger verdwijnen in een soort gat. Het bloed spoot eruit. Ik zag dat [verdachte] op de parkeerplaats stond. Ik zag dat [verdachte] een groot mes in zijn handen had.
3.
Een ander geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder 5, Sv, te weten een schriftelijke verklaring van [getuige] , pagina 83, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik zag dat [verdachte] naar de woonkamer ging, de televisie verplaatste en een mes pakte van achter de televisie.
Toen zag ik dat bij de bovenbuurvrouw de keel was opengesneden. Ze zat helemaal onder het bloed.
4..
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] , pagina 87, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
O: Je hebt eerder verklaard dat [verdachte] vervolgens naar de woonkamer ging, de televisie verplaatste en een mes pakte achter de televisie.
V: Dat klopt he?
A: Ja.
V: Waarom pakte [verdachte] een mes?
A: Omdat hij bij de keel gegrepen werd. Bij die gang waar van alles gebeurde zei hij dat hij bij zijn keel gegrepen was.
5.
Een deskundigenverslag als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder 4, Sv, te weten de forensisch medische letselrapportage met bijlagen van deskundige H. Stigter, pagina 212-230, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op basis van de beschikbaar gestelde letselfoto vervaardigd op 10 augustus 2024 in combinatie met de beschrijving door de behandelend arts zoals opgenomen in het
medisch dossier van het ziekenhuis is het letsel passend bij een snijverwonding.
De halsslagader ligt oppervlakkig onder de huid. Het raken van de halsslagader bij snijletsel in de hals is daarom een reëel risico.
Wat is de waarschijnlijkheid van de geconstateerde letsels bij weging van de volgende
hypothesen?
H1: Het letsel is toegebracht door een gekarteld voorwerp.
H2: Het letsel is toegebracht door een scherpsnijdend voorwerp.
-Letsel hals (letsel 1): Er was sprake van een huiddoorklieving met wijkende, scherpe
wondranden. Er zijn rondom de wond geen kneuzingen zichtbaar, in de vorm van
bloeduitstortingen of een zwelling van het omringende huidgebied. Bij een gekarteld voorwerp, bijvoorbeeld maar niet gelimiteerd tot een kartelmes, zal eerder verwacht kunnen worden dat de wondranden (met name bij de wonduiteinden) geen glad uiterlijk hebben doordat de huid aldaar als het ware voor een deel is losgetrokken/gescheurd van de onderlaag. Dit kan de wond kenmerken geven die kunnen passen bij snij -en scheurletsel (halfscherp trauma).
Alles overziend is daarom het waargenomen letsel in de hals waarschijnlijker onder
H2 dan onder H1.