ECLI:NL:RBOVE:2025:3693

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
6 juni 2025
Publicatiedatum
10 juni 2025
Zaaknummer
05-018286-25, 08-041332-25, 08-045400-25 en 08-080559-25 (ttz.gev.) (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor wapenbezit, bedreiging en belediging van politieambtenaren

Op 6 juni 2025 heeft de Rechtbank Overijssel een 48-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 160 dagen, waarvan 120 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren. De man is schuldig bevonden aan het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie, bedreiging van zijn ex-partner, belediging van twee politiemedewerkers en het overtreden van een contactverbod. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 1 oktober 2024 tot 8 oktober 2024 een wapen van categorie III en munitie voorhanden heeft gehad. Daarnaast heeft hij opzettelijk twee politieagenten beledigd en zijn ex-partner bedreigd met zware mishandeling. De verdachte heeft ook een gedragsaanwijzing overtreden door contact te zoeken met zijn ex-partner, ondanks een verbod. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd in overweging genomen, evenals de psychische toestand van de verdachte. De rechtbank heeft besloten om een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, maar heeft rekening gehouden met de positieve ontwikkeling van de verdachte en zijn bereidheid om aan zijn gedrag te werken. De rechtbank heeft bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een meldplicht bij de reclassering en deelname aan een gedragsinterventie.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummers: 05-018286-25, 08-041332-25, 08-045400-25 en 08-080559-25 (ttz.gev.) (P)
Datum vonnis: 6 juni 2025
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1976 in [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de BRP op het adres [adres 1] ,
verblijvende aan de [adres 2] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 mei 2025.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en zijn raadsvrouw, mr. D.H. van Bommel, advocaat in Winterswijk, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
parketnummer 05-018286-25:een wapen van categorie III (feit 1) en munitie (feit 2) voorhanden heeft gehad;
parketnummer 08-041332-25:twee politieagenten heeft beledigd;
parketnummer 08-045400-25 :[slachtoffer 1] heeft bedreigd;
parketnummer 08-080559-25:het contactverbod met [slachtoffer 1] heeft overtreden.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
Parketnummer 05-018286-25
1
hij in of omstreeks de periode van 1 oktober 2024 t/m 8 oktober 2024 te Eibergen,
gemeente Berkelland een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en
munitie, te weten een getransformeerd alarmpistool, van het merk Blow, model Mini 9, kaliber 9mm, zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool
voorhanden heeft gehad;
2
hij op of omstreeks 21 oktober 2024 te Eibergen, gemeente Berkellandmunitie van
categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 47 kogelpatronen, Browning
Court .380. auto, 9mm voorhanden heeft gehad;
Parketnummer 08-041332-25
hij op of omstreeks 7 februari 2025 te Enschede opzettelijk een of meerdere ambtena(a)r(en), te weten [slachtoffer 2] (brigadier bij de Eenheid Oost-Nederland) en/of [slachtoffer 3] (hoofdagent bij de Eenheid Oost-Nederland),
gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/hun bediening, in zijn/hun tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem/hen de woorden toe te voegen:
- "stumperd",
- "je moet je bek houden dikke mongool”,
- “kanker Turk” en/of
- "je moeder is een dikke hoer”,

althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;

Parketnummer 08-045400-25
hij op of omstreeks 10 februari 2025 te Haaksbergen [slachtoffer 1] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer 1] dreigend de woorden toe te voegen "ik kom morgen naar je toe, ik zweer het je. Ik kom morgen naar je toe en praten met je en als je er niet bent dan heb je een heel groot probleem." en/of "dan snij ik je die kop van je romp af, kankerhoer", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
Parketnummer 08-080559-25
hij in of omstreek de periode van 14 februari 2025 tot en met 17 februari 2025 te
Almelo opzettelijk heeft gehandeld in strijd met een gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van strafvordering, te weten de
gedragsaanwijzing d.d. 12 februari 2025, gegeven door de officier van justitie te Oost-Nederland
door (telefonisch) contact te hebben en/of contact te zoeken met [slachtoffer 1] en/of
een of meerdere voicemailberichten in te spreken voor/bij die [slachtoffer 1] .

3.De bewijsmotivering

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht alle tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend te bewijzen.
3.2
Het standpunt van de verdediging
Door de verdediging is geen bewijsverweer gevoerd.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – omdat verdachte alle aan hem ten laste gelegde feiten heeft bekend en door de verdediging geen vrijspraak is bepleit – conform artikel 359, derde lid, laatste volzin, van het Wetboek van Strafvordering, zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen.
Die bewijsmiddelen zijn:
Parketnummer 05-018286-25 [1]
- de verklaring van verdachte tijdens de zitting van 26 mei 2025;
- het proces-verbaal ‘onderzoek wapen’, pagina 45 tot en met 55..
Parketnummer 08-041332-25 [2]
- de verklaring van verdachte tijdens de zitting van 26 mei 2025;
- het proces-verbaal van aanhouding verdachte, pagina 8 tot en met 10.
Parketnummer 08-045400-25 [3]
- de verklaring van verdachte tijdens de zitting van 26 mei 2025;
- het proces-verbaal van aangifte, pagina 6 en 7.
Parketnummer 08-080559-25 [4]
- de verklaring van verdachte tijdens de zitting van 26 mei 2025;
- het proces-verbaal van bevindingen, pagina 8 tot en met 10.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
Parketnummer 05-018286-25
1
hij in of omstreeks de periode van 1 oktober 2024 t/m 8 oktober 2024 te Eibergen, gemeente Berkelland een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en
munitie, te weten een getransformeerd alarmpistool, van het merk Blow, model Mini 9, kaliber 9mm, zijnde een vuurwapen in de vorm van een pistool, voorhanden heeft gehad;
2
hij op 21 oktober 2024 te Eibergen, munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 47 kogelpatronen, Browning Court .380. auto, 9mm voorhanden heeft gehad;
Parketnummer 08-041332-25
hij op 7 februari 2025 te Enschede opzettelijk meerdere ambtenaren, te weten [slachtoffer 2] (brigadier bij de Eenheid Oost-Nederland) en/of [slachtoffer 3] (hoofdagent bij de Eenheid Oost-Nederland), gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van hun bediening, in hun tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hen de woorden toe te voegen:
- "stumperd",
- "je moet je bek houden dikke mongool”,
- “kanker Turk” en
- "je moeder is een dikke hoer”;
Parketnummer 08-045400-25
hij op 10 februari 2025 te Haaksbergen [slachtoffer 1] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht, door die [slachtoffer 1] dreigend de woorden toe te voegen "ik kom morgen naar je toe, ik zweer het je. Ik kom morgen naar je toe en praten met je en als je er niet bent dan heb je een heel groot probleem." en "dan snij ik je die kop van je romp af, kankerhoer";
Parketnummer 08-080559-25
hij in de periode van 14 februari 2025 tot en met 17 februari 2025 te
Almelo opzettelijk heeft gehandeld in strijd met een gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van strafvordering, te weten de
gedragsaanwijzing d.d. 12 februari 2025, gegeven door de officier van justitie te Oost-Nederland door telefonisch contact te hebben en contact te zoeken met [slachtoffer 1] en
een voicemailbericht in te spreken bij die [slachtoffer 1] .
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 184a, 266, 267 en 285 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) en de artikel 26 en 55 van de Wet Wapens en Munitie (WWM). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezen verklaarde levert op:
Parketnummer 05-018286-25
feit 1
het misdrijf: handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III
feit 2
het misdrijf: handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
Parketnummer 08/041332-25
het misdrijf: eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, niet zijnde een lid van een algemeen vertegenwoordigend lichaam/een openbaar lichaam/een openbare instelling, meermalen gepleegd.
Parketnummer 08/045400-25
het misdrijf: bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
Parketnummer 08/080559-25
het misdrijf: opzettelijk handelen in strijd met een gedragsaanwijzing, gegevens krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b, van het Wetboek van Strafvordering, meermalen gepleegd.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezen verklaarde feiten.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 170 dagen, met een proeftijd van 3 jaren. Als bijzondere voorwaarden dienen daaraan de door de reclassering geadviseerde voorwaarden te worden verbonden. Tot slot heeft de officier van justitie gevorderd het door de reclassering geadviseerde contact- en locatieverbod (voor de gemeente Haaksbergen) als vrijheidsbeperkende maatregel op grond van artikel 38v Sr op te leggen, en deze maatregel dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat bij het bepalen van de straf rekening moet worden gehouden met de psychische toestand van verdachte ten tijde van de strafbare feiten en dat het wapen dat hij voorhanden heeft gehad niet onmiddellijk gebruiksklaar was. De verdediging staat achter het reclasseringsadvies. Wel zou contact over de zorg van en omgang met zijn zoon met toestemming van Veilig Thuis als uitzondering op het contactverbod dienen te worden opgenomen. Verder heeft de raadsvrouw verzocht het locatieverbod te beperken tot een gebied van 500 meter rond de woning van de ex-partner van verdachte. Op die manier is verdachte wel in de gelegenheid om zijn post op te halen op zijn postadres aan de [adres 1] . Er is geen aanleiding om het contact- en locatieverbod op te leggen als een vrijheidsbeperkende maatregel. Tot slot heeft de raadsvrouw betoogd een lagere voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen dan geëist door de officier van justitie.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Verdachte heeft een langdurige relatie met zijn inmiddels ex-vriendin gehad, met wie hij een zoon heeft. Die relatie is kort voordat deze feiten plaatsvonden verbroken. In de periode na de relatiebeëindiging ging het steeds slechter met verdachte. Verdachte heeft zich vervolgens in een relatief korte periode van vier maanden schuldig gemaakt aan meerdere strafbare feiten. Verdachte heeft een vuurwapen en munitie voorhanden gehad, zijn ex-partner bedreigd, twee politiemedewerkers beledigd en een gedragsaanwijzing overtreden door – kort na zijn aanhouding – vanuit de penitentiaire inrichting contact te blijven zoeken met zijn ex-partner. Met name het gedrag wat verdachte heeft vertoond jegens zijn ex-partner is zorgelijk, temeer verdachte de beschikking had over een vuurwapen, en verdachte – zelfs toen hij in detentie zat en aan hem een gedragsaanwijzing was uitgereikt – is doorgegaan met het zoeken van contact met haar. Het is zeer voorstelbaar dat de ex-partner van verdachte erg bang voor hem is geworden.
Uit het uittreksel justitiële documentatie van 8 april 2025 blijkt dat verdachte langer dan vijf jaar geleden is veroordeeld voor soortgelijke feiten.
Uit het reclasseringsadvies van 21 mei 2025 volgt ook dat verdachte enige jaren niet justitieel in beeld is geweest, maar dat nu binnen een relatief korte tijd sprake is van vier zorgwekkende delicten. Sinds de tijd dat rapporteur contact met verdachte heeft toont verdachte een voorzichtig positieve ontwikkeling door zich te houden aan de nog altijd geldende gedragsaanwijzing en een vrijwillige aanmelding bij Transfore. Ook ziet de reclassering een meer meewerkende houding van verdachte bij andere hulpverlenende instanties zoals Jeugdzorg en de gemeente. Ook heeft hij inmiddels dagbesteding gevonden. Stabiliteit op de leefgebieden is deels gerealiseerd, maar gedragsverandering is nog onvoldoende gewaarborgd. Om het beginnende behandeltraject te borgen en verdere escalaties te voorkomen acht de reclassering het noodzakelijk om een plan van aanpak op te stellen met voorwaarden die gericht zijn op gedragsverandering en slachtofferbescherming. De reclassering adviseert deze als bijzondere voorwaarden op te leggen bij een (deels) voorwaardelijke straf.
Verdachte heeft tijdens de zitting verklaard dat hij bereid is om zich aan die voorwaarden te houden. Hij begrijpt dat het zich houden aan deze voorwaarden een zwaar traject is, maar hij wil dat doen voor zijn zoon. Verdachte is naar eigen zeggen ‘een domme vader en domme vriend geweest’ en moet daar nu mee zien te leven. Ten tijde van de feiten ging het erg slecht met hem. Het is goed voor hem geweest een maand in detentie door te moeten brengen. Hij heeft daardoor goed kunnen nadenken en krijgt nu medicatie waar hij rustiger van wordt. Tijdens de zitting leek verdachte er ook van doordrongen dat het gedrag wat hij heeft vertoond onaanvaardbaar is.
Bij het bepalen van de op te leggen straf heeft de rechtbank de straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd en de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) als uitgangspunt genomen. Gezien de ernst van de gepleegde feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur hiervan, heeft de rechtbank echter ook meegewogen dat verdachte gemotiveerd is te werken aan gedragsverandering en daar ook al – op vrijwillige basis – hulp voor heeft gezocht. Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf van 160 dagen, waarvan 120 dagen voorwaardelijk, passend en geboden. Omdat het onvoorwaardelijk strafdeel gelijk is aan de tijd die verdachte in voorarrest heeft gebracht, hoeft verdachte niet terug in detentie. Aan het voorwaardelijk strafdeel zal de rechtbank een proeftijd van drie jaren en de door de reclassering geadviseerde voorwaarden verbinden.
De rechtbank zal het contact- en locatieverbod opleggen als bijzondere voorwaarden. Gelet op de proceshouding van verdachte en het reeds ingezette hulp- en ondersteuningstraject waaronder de inname van medicatie, acht de rechtbank het niet noodzakelijk het contact- en locatieverbod als vrijheidsbenemende maatregel op te leggen.
Verder zal de rechtbank bepalen dat contact met zijn ex-partner [slachtoffer 1] wel is toegestaan, wanneer contact wenselijk is met het oog op een omgangsregeling, en met toestemming van de reclassering en/of Veilig Thuis.
Het locatieverbod heeft betrekking op de woning van de ex-partner [slachtoffer 1] aan de [adres 7] . De noodzaak voor een locatieverbod voor de hele gemeente [gemeente] is niet gebleken. In dat verband is een locatieverbod voor de hele gemeente Haaksbergen naar het oordeel van de rechtbank een te grote beperking van de bewegingsvrijheid van verdachte, die zijn postadres bij de gemeente Haaksbergen heeft. De rechtbank zal daarom bepalen dat het locatieverbod geldt voor de wijken [wijk 1] en [wijk 2] in [plaats] . Dat betekent dat verdachte zich niet mag bevinden in het gebied dat zich bevindt binnen de [adres 3] , [adres 4] , [adres 5] en de [adres 6] in [plaats] .

7.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c en 57 Sr.

8.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het in de parketnummers 05-018286-25 onder feit 1 en feit 2, 08-041332-25, 08-045400-25 en 08-080559-25 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
Parketnummer 05-018286-25
feit 1
het misdrijf: handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III
feit 2
het misdrijf: handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
Parketnummer 08-041332-25
het misdrijf: eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, niet zijnde een lid van een algemeen vertegenwoordigend lichaam/een openbaar lichaam/een openbare instelling, meermalen gepleegd
Parketnummer 08-045400-25
het misdrijf: bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
Parketnummer 08-080559-25
het misdrijf: opzettelijk handelen in strijd met een gedragsaanwijzing, gegevens krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b, van het Wetboek van Strafvordering, meermalen gepleegd
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
160 (honderdzestig) dagen;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
120 dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten (het onvoorwaardelijk strafdeel is gelijk aan de tijd die verdachte in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht; verdachte hoeft dus niet terug in detentie). De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
De rechter kan de tenuitvoerlegging ook gelasten indien de verdachte gedurende de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende bijzondere voorwaarden
niet is nagekomen:
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich gedurende de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. De reclassering zal contact opnemen met verdachte voor de eerste afspraak;
- actief deelneemt aan de gedragsinterventie BORG of een andere gedragsinterventie die gericht is op agressiebeheersing, te bepalen door de reclassering. Verdachte houdt zich aan de afspraken en aanwijzingen van de trainer/begeleider;
- meewerkt aan diagnostisch onderzoek en zich (verder) laat behandelen door Transfore of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
- op geen enkele wijze - direct of indirect – contact heeft of zoekt met [slachtoffer 1] , geboren [geboortedatum 2] 1988, zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt. Met toestemming van de reclassering en/of Veilig Thuis kan, wanneer contact wenselijk is met het oog op een omgangsregeling, een uitzondering worden gemaakt op dit verbod en kan contact plaatsvinden;
- zich niet bevindt in de wijken [wijk 1] en [wijk 2] in [plaats] , zo lang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt. Dat is het gebied dat zich bevindt binnen de [adres 3] , [adres 4] , [adres 5] en de [adres 6] in [plaats] ;
- zich inspant voor het vinden en behouden van betaald werk, onbetaald werk en/of vrijetijdsbesteding, met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag;
- meewerkt aan controle van het gebruik van alcohol en drugs om het middelengebruik te beheersen en in kaart te brengen. De reclassering zal urineonderzoek gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.M.F. Schreurs, voorzitter, mr. R.A. Heblij en mr. T.M. Weeda, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.P. Ponsteen, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 6 juni 2025.
Mr. Weeda en mr. Ponsteen zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2024495683. Hierbij wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Wanneer wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het digitale dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2025059027. Hierbij wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
3.Wanneer wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het digitale dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2025062393. Hierbij wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
4.Wanneer wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het digitale dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2025077773. Hierbij wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.