ECLI:NL:RBOVE:2025:3766

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
5 juni 2025
Publicatiedatum
13 juni 2025
Zaaknummer
08.171025.19
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heropening van het onderzoek naar de terbeschikkingstelling en schorsing van de procedure in een strafzaak

Op 5 juni 2025 heeft de Rechtbank Overijssel in Almelo uitspraak gedaan in een strafzaak betreffende een terbeschikkinggestelde. De rechtbank heeft het onderzoek heropend en de procedure voor onbepaalde tijd geschorst, met een maximum van drie maanden. Dit besluit volgde op een vordering van het Openbaar Ministerie tot verpleging van de terbeschikkinggestelde van overheidswege. De rechtbank oordeelde dat zij zich onvoldoende voorgelicht achtte om een beslissing te nemen over de vordering, vooral met betrekking tot de noodzaak van omzetting naar een terbeschikkingstelling met dwangverpleging. De terbeschikkingstelling van de verdachte was eerder ingegaan op 23 april 2021 en was laatstelijk verlengd op 17 april 2025. De rechtbank heeft aanvullende rapportages gevraagd van deskundigen om meer inzicht te krijgen in de problematiek van de terbeschikkinggestelde en de mogelijkheden voor behandeling. De rechtbank heeft daarbij de adviezen van de reclassering en de deskundigen in overweging genomen, waarbij werd gewezen op de complexe problematiek van de terbeschikkinggestelde en het hoge recidiverisico. De rechtbank heeft besloten dat er meer duidelijkheid moet komen over de meest passende maatregel en behandeling voor de terbeschikkinggestelde, alvorens een definitieve beslissing te nemen.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08.171025.19
Datum uitspraak: 5 juni 2025
Beslissingop de vordering van het Openbaar Ministerie in de zaak tegen:
[terbeschikkinggestelde],
geboren op [geboortedatum] 1991 te [geboorteplaats] ,
verblijvende in [verblijfplaats] ,
hierna te noemen: de terbeschikkinggestelde.

1.De aanleiding

De terbeschikkingstelling is bij vonnis van de rechtbank Overijssel van 23 april 2021 ter beschikking gesteld, waarbij betreffende het gedrag van de terbeschikkinggestelde voorwaarden zijn gesteld, na bewezenverklaring van de misdrijven:
  • telkens: mishandeling;
  • poging tot zware mishandeling;
  • telkens: opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen.
De terbeschikkingstelling is ingegaan op 23 april 2021. De maatregel is laatstelijk verlengd bij beslissing van deze rechtbank van 17 april 2025 en eindigt, behoudens nadere voorziening, op 2 april 2027.
Op 25 april 2025 is door de rechter-commissaris in de rechtbank Overijssel de voorlopige verpleging bevolen. Sindsdien verblijft de terbeschikkinggestelde in [verblijfplaats] .

2.De stukken

De rechtbank heeft kennis genomen van:
  • het adviesrapport ten behoeve van de vordering voorlopige verpleging van Reclassering Nederland (hierna ook: de reclassering) van 24 april 2025, opgemaakt en ondertekend door [reclasseringswerker 1], reclasseringswerker en [reclasseringswerker 2], unitmanager;
  • het proces-verbaal van verhoor van de terbeschikkinggestelde bij de rechter-commissaris in strafzaken van 25 april 2025;
  • het bevel tot voorlopige verpleging van de rechter-commissaris in strafzaken van
25 april 2025;
  • het aanvullend adviesrapport van de reclassering van 12 mei 2025, opgemaakt en ondertekend door [reclasseringswerker 1] en [reclasseringswerker 2], voornoemd;
  • de e-mails van mr. Schouten van 15 mei 2025 en 21 mei 2025, met als bijlagen brieven van [naam], moeder van de terbeschikkinggestelde.

3.De procedure

Het Openbaar Ministerie heeft op 24 april 2025 gevorderd dat de terbeschikkinggestelde alsnog van overheidswege zal worden verpleegd.
Het onderzoek van de zaak heeft plaatsgevonden op de openbare terechtzitting van
15 mei 2025. De rechtbank heeft op die zitting gehoord:
  • de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door mr. L. Schouten, advocaat te Amsterdam;
  • de officier van justitie;
  • [reclasseringswerker 1], reclasseringswerker, als deskundige;
  • [naam] voornoemd, als getuige.
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij de vordering.
De terbeschikkinggestelde en zijn raadsvrouw hebben primair verzocht de vordering van de officier van justitie af te wijzen. Op basis van de rapportages in het dossier is niet vast te stellen dat alle mogelijkheden in het huidige kader zijn uitgeput voordat wordt overgegaan tot omzetting naar de meest ingrijpende maatregel. Bij een omzetting van de maatregel zal de terbeschikkinggestelde gelet op de huidige passantenregeling lange tijd in de PI moeten verblijven, hetgeen gelet op zijn complexe problematiek onwenselijk wordt geacht.
Subsidiair heeft de raadsvrouw verzocht om de behandeling van de zaak aan te houden teneinde het Openbaar Ministerie opdracht te geven aanvullend onderzoek te laten doen door de pro Justitia rapporteurs W.J.P. Gaertner (GZ-psycholoog) en dr. L.H.W.M. Kaiser (psychiater). Zij kunnen aanvullend bevraagd worden over de (on)mogelijkheden binnen het huidige kader en de omzetting naar de dwangverpleging.

4.De beoordeling

De rechtbank dient op grond van het bepaalde in artikel 6:6:10 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) te bepalen of, indien een gestelde voorwaarde niet wordt nageleefd of anderszins het belang van de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen zulks eist, de terbeschikkinggestelde alsnog van overheidswege dient te worden verpleegd.
De rechtbank neemt bij haar overwegingen de over de terbeschikkinggestelde opgemaakte adviezen van de reclassering en de toelichting van de deskundige ter zitting in aanmerking.
De adviezen van de reclassering
De rapporten van de reclassering van 24 april 2025 en 12 mei 2025 houden, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende in.
In april 2024 vond een ernstig geweldsincident plaats in Forensisch Psychiatrische Afdeling (FPA) [locatie], dat gelijkenis vertoonde met het indexdelict. Na dit incident verbleef de terbeschikkinggestelde in het kader van een gedwongen tijdelijke crisisopname twee keer zeven weken op de Forensisch High Intensive Care (FHIC) van FPK [plaats 1]. Sinds november 2024 verblijft de terbeschikkinggestelde in het kader van een tweede behandelpoging binnen Forensisch Beschermd Wonen (FBW) van Transfore.
De communicatie en werkrelatie tussen de terbeschikkinggestelde en het behandelteam zijn de afgelopen periode verslechterd, een patroon dat ook zichtbaar was voorafgaand aan het geweldsincident in FPA [locatie]. Op 14 april 2025 is de terbeschikkinggestelde op het politiebureau in Deventer geweest om aangifte te doen tegen zijn regiebehandelaar en het behandelteam van Transfore, vanwege het uitblijven van de behandeling waar hij recht op heeft en het in zijn ogen onjuist handelen door het behandelteam in het incident met een medepatiënt in zijn woning. Op 17 april 2025 vond een verlengingszitting plaats bij de rechtbank, waarbij de terbeschikkingstelling met voorwaarden met twee jaren werd verlengd. Na de verlengingszitting werd een time-out bij de ouders van de terbeschikkinggestelde ingezet, om hem niet te belasten of te confronteren met de voor hem spanningsvolle situatie met een medepatiënt en omdat hij zijn wantrouwen naar het gehele behandelteam had uitgesproken. Het doel van de time-out was om de druk op de terbeschikkinggestelde te verlagen. Het plan was om de terbeschikkinggestelde na de verlengingszitting terug te laten keren naar de FBW-woning van Transfore en de behandeling te hervatten. De terbeschikkinggestelde bleek echter niet bereid te zijn terug te keren naar de woning zolang de medepatiënt daar verbleef. Ook stond hij niet open voor alternatieve afdelingen en er konden geen veiligheidsafspraken met hem worden gemaakt. De terbeschikkinggestelde bleek onvoldoende behandelbaar te zijn. Op 22 april 2025 besloot Transfore de behandeling te beëindigen.
De terbeschikkinggestelde wekt de indruk veel last te hebben van zijn autismespectrumstoornis, waarbij hij veel behoefte heeft aan duidelijkheid, voorspelbaarheid en begeleiding. Wanneer de terbeschikkinggestelde onduidelijkheid of onvoorspelbaarheid ervaart, krijgt hij dusdanig veel stress dat dit leidt tot slecht slapen, wat uiteindelijk resulteert in dissociatieve klachten en bijzondere ervaringen, waaronder het horen van stemmen. Er is sprake van onvoldoende coping en rigide denkpatronen. Deze symptomen zijn direct delictgerelateerd. De afgelopen weken is bij de terbeschikkinggestelde een toename van klachten geconstateerd. Het feit dat de terbeschikkinggestelde in de tweede behandelpoging onvoldoende behandelbaar blijkt, ondanks intensieve (ambulante en medicamenteuze) behandeling, verhoogt het risico op herhaling van agressief gedrag, zoals ten tijde van de indexdelicten en het ernstige geweldsincident tijdens zijn verblijf binnen FPA [locatie] in april 2024. Ondanks dat deze (tweede) behandelimpasse inherent is aan, en te verklaren is vanuit de aanwezige psychiatrische stoornis van de terbeschikkinggestelde, schat de reclassering de kans op recidive in de vorm van een agressie-doorbraak als onverantwoord hoog in het huidige kader. De terbeschikkinggestelde blijft vastzitten in zijn boosheid en/of gevoel van onrecht en loopt vast in zijn emoties (persevereren), wat kan leiden tot woede-uitbarstingen of agressie naar diegene(n) met wie hij in conflict is. De enige coping die de terbeschikkinggestelde op dat moment nog weet in te zetten is agressie. Hiermee is de terbeschikkinggestelde direct gevaarlijk en nauwelijks tot niet hanteerbaar binnen de huidige setting. Voortzetting van de behandeling in het huidig kader is niet haalbaar en niet verantwoord. De omzetting van de huidige maatregel lijkt beter aan te sluiten bij de complexe problematiek van de terbeschikkinggestelde, het hoge recidiverisico en de behandelmogelijkheden. Vanuit het gestructureerde en klinische kader kan een intensieve en noodzakelijk geachte (gedwongen) langdurige behandeling worden ingezet. De behandeling zou onder andere gericht moeten zijn op consultatie op het gebied van farmacotherapie, psycho-educatie, het aanvullen van het signaleringsplan en zo nodig inzetten van cognitieve gedragstherapie. Er worden geen mogelijkheden meer gezien voor gedragsverandering en risicobeperking in het huidige kader. De reclassering heeft overlegd met de DIZ over de mogelijkheden van opschaling in het huidig kader. Daaruit is naar voren gekomen dat plaatsing bij FPA/FPK [locatie] of GGZ [plaats 2] niet (meer) tot de mogelijkheden behoort. De terbeschikkinggestelde is nu niet bij andere klinieken voorgelegd omdat ook eerder duidelijk is geworden dat het bij andere klinieken aan ASS-expertise ontbreekt. De reclassering adviseert de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden om te zetten in een terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege.
De toelichting van de deskundige ter zitting
De deskundige heeft haar advies ter zitting gehandhaafd. Aanvullend heeft zij opgemerkt dat
de terbeschikkinggestelde een goede start heeft gemaakt bij Transfore en dat hij heeft meegewerkt aan therapieën en behandelingen. De terbeschikkinggestelde heeft intensief meegewerkt en zich naar vermogen ingezet. Hij heeft zijn best gedaan om in samenwerking te blijven en was daarbij ook tot op zekere hoogte aan te sturen. Bij onverwachte situaties lukt het de terbeschikkinggestelde echter niet om de samenwerking vast te houden. De spanning loopt op, en de terbeschikkinggestelde ervaart veel stress, waardoor hij overprikkeld raakt. Op het moment dat er een conflict ontstaat nemen de spanningen dusdanig toe dat het recidiverisico hoog oploopt. Het is dan moeilijk om de terbeschikkinggestelde te bereiken en bij te sturen. De terbeschikkinggestelde blijft onnodig lang hangen in negatieve gedachten. Hij heeft geen vertrouwen in het behandelteam. In januari 2025 vond een gesprek plaats waarbij de spanning enorm opliep. Bij Transfore werd dit als erg onprettig ervaren. Daarna vond een incident plaats met een medepatiënt, waarvan de terbeschikkinggestelde veel last heeft gehad. De terbeschikkinggestelde wilde niet terug naar de woning omdat de medepatiënt niet weg was. Door het behandelteam is geprobeerd om veiligheidsafspraken te maken, maar dat is niet gelukt. Besloten is om de terbeschikkinggestelde tijdelijk bij ouders in het kader van een time-out te laten verblijven om te stabiliseren. De zitting in april 2025 is online bijgewoond om de spanning niet verder op te bouwen. De terbeschikkinggestelde heeft na de zitting besloten om niet terug te keren naar Transfore. Transfore concludeerde dat ook de tweede behandelpoging was mislukt. Het recidiverisico wordt als te hoog ingeschat. De terbeschikkinggestelde kan geen groepsbehandeling aan, en een nog individuelere behandeling binnen Transfore is niet mogelijk. Een intensieve klinische behandeling wordt noodzakelijk geacht. Er is niet onderzocht of binnen Transfore mogelijkheden zijn om de terbeschikkinggestelde een nog meer individuele woonplek te bieden. Er worden geen mogelijkheden gezien om de terbeschikkinggestelde binnen het voorwaardelijk kader te begeleiden.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal het onderzoek heropenen. Bij de beraadslaging in raadkamer is gebleken dat de rechtbank zich op basis van de voorhanden zijnde stukken onvoldoende voorgelicht acht om te kunnen oordelen op de door de officier van justitie ingediende vordering. Het is voor de rechtbank namelijk niet duidelijk waarom omzetting van de terbeschikkingstelling met voorwaarden in een terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege op dit moment noodzakelijk is.
De rechtbank acht zich met name onvoldoende voorgelicht over de vraag welke maatregel en welke behandeling (en welke plek) het meest passend is of kan zijn bij de problematiek en behandelmogelijkheden van de terbeschikkinggestelde en waarom. Dit geldt ook voor de door de reclassering uiteengezette noodzakelijkheid van een hoger beveiligingsniveau.
De rechtbank acht het voor de vorming van haar eindoordeel daarom van belang dat er aanvullende rapportages worden opgesteld over de noodzakelijkheid van een omzetting naar terbeschikkingstelling met dwangverpleging en de (on)mogelijkheid om de huidige terbeschikkingstelling met (eventueel aangepaste) voorwaarden voort te zetten.
De rechtbank acht het tegen die achtergrond noodzakelijk dat W.J.P. Gaertner (GZ-psycholoog) en dr. L.H.W.M. Kaiser (psychiater) - die in het kader van de laatste verlengingszitting op 16 december 2024 en 20 december 2024 gerapporteerd hebben - aanvullend rapporteren over de volgende vragen:
- geven de recente ontwikkelingen in de behandeling aanleiding om uw eerdere advies aan te passen;
- wat is, gelet op de recente ontwikkelingen en de problematiek van de terbeschikkinggestelde, de meest passende maatregel en behandeling en in welke vorm en op welke plek;
- kunnen de risico's alleen tot een aanvaardbaar niveau worden teruggebracht door omzetting van de maatregel naar een terbeschikkingstelling met dwangverpleging;
- zien de deskundigen mogelijkheden voor voortzetting van een terbeschikkingstelling met voorwaarden, al dan niet onder gewijzigde voorwaarden of in een kliniek met een ander beveiligingsniveau;
- zijn er nog andere aspecten die u gelet op de vordering tot omzetting van belang acht?
Voor een spoedige voortgang van de procedure zal de rechtbank het onderzoek heropenen en vervolgens schorsen voor onbepaalde tijd, doch niet langer dan drie maanden.

5.De beslissing

De rechtbank:
  • heropent het onderzoek en schorst het voor onbepaalde tijd, maar maximaal drie maanden;
  • stelt de stukken in handen van de officier van justitie, teneinde de pro Justitia rapporteurs W.J.P. Gaertner en L.H.W.M. Kaiser aanvullend te laten rapporteren zoals hiervoor is overwogen, binnen drie maanden of korter indien mogelijk;
  • schorst het onderzoek tot een in overleg met de officier van justitie en de raadsvrouw te bepalen tijdstip, gelegen binnen drie maanden na heden en geeft de officier van justitie opdracht om de pro;
  • beveelt de oproeping van de terbeschikkinggestelde, zijn raadsvrouw, de reclassering en de pro Justitia rapporteurs tegen de nader te bepalen datum en tijdstip.
Aldus gegeven door mr. M.H. van der Lecq, voorzitter, mr. R.G.J. Gehring en mr. I. Piksen, rechters, in tegenwoordigheid van Z. Demir als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 5 juni 2025.
Buiten staat
Mr. Piksen is niet in de gelegenheid deze beslissing mede te ondertekenen.