In deze zaak heeft partij A, een begeleidende tandarts, partij B, een tandheelkundige uit Bulgarije, financieel ondersteund en woonruimte ter beschikking gesteld. Partij A vordert een vergoeding van partij B voor gemaakte kosten en huur, terwijl partij B betwist dat er een rechtsgeldige overeenkomst is en terugbetaling van eerder betaalde bedragen eist. De rechtbank oordeelt dat er een geldige overeenkomst tot stand is gekomen en dat partij B tekort is geschoten in de nakoming daarvan. De vorderingen van partij A worden bijna volledig toegewezen, terwijl de tegenvorderingen van partij B worden afgewezen. De rechtbank concludeert dat partij B € 39.072,19 aan partij A moet betalen, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De rechtbank wijst ook de vorderingen van partij B af, omdat hij onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn claims.