ECLI:NL:RBOVE:2025:3883
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot ontruiming van een woning door een woningstichting wegens huurbreuk en overlast
In deze zaak heeft de Woningstichting De Woonplaats een vordering ingesteld tegen gedaagden om een woning te ontruimen. Gedaagde 1 had de huur opgezegd en de woning verlaten, maar de woning moest nog correct worden opgeleverd. De Woonplaats stelde dat gedaagde 1 zonder toestemming gedaagde 2 in de woning had toegelaten, wat in strijd was met de huurvoorwaarden. Er waren klachten van omwonenden over overlast veroorzaakt door gedaagde 2, waaronder alcohol- en drugsmisbruik en bedreigingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen geldige huurovereenkomst meer was voor beide gedaagden, aangezien de huurovereenkomst van gedaagde 1 was opgezegd door haar bewindvoerder. De voorzieningenrechter oordeelde dat de ontruiming van de woning gerechtvaardigd was, gezien de ernstige tekortkomingen en het spoedeisend belang. De vordering tot ontruiming werd toegewezen, met een termijn van één week voor gedaagde 1 en 48 uur voor gedaagde 2. Tevens werd gedaagde 2 veroordeeld in de proceskosten.