ECLI:NL:RBOVE:2025:3899

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
10 juni 2025
Publicatiedatum
18 juni 2025
Zaaknummer
11439651 \ CV EXPL 24-2459
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van onbetaalde facturen door Twentse Glasgroep B.V.

In deze zaak vordert Twentse Glasgroep B.V. betaling van onbetaalde facturen door de gedaagde partij. De vordering betreft een totaalbedrag van € 3.600,10, inclusief bijkomende kosten en rente. De gedaagde heeft de facturen van 6 en 21 december 2023, die betrekking hebben op geleverde ruiten en onderdelen, niet betaald ondanks aanmaningen van Twentse Glasgroep. De gedaagde heeft in een e-mail aangegeven dat hij werkzaamheden zou verrichten voor Twentse Glasgroep, maar dat het werk is gestopt vanwege een gebrek aan opdrachten. Hij heeft verzocht om een alternatieve oplossing voor de betaling van de facturen, maar dit is door Twentse Glasgroep afgewezen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een overeenkomst is gesloten en dat de gedaagde de hoogte van de facturen niet heeft betwist. De kantonrechter heeft de vordering van Twentse Glasgroep toegewezen, inclusief de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten en rente. De gedaagde is ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 10 juni 2025.

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer: 11439651 \ CV EXPL 24-2459
Vonnis van 10 juni 2025
in de zaak van
TWENTSE GLASGROEP B.V.,
te Enter,
eisende partij,
hierna te noemen: Twentse Glasgroep,
gemachtigde: Van Lith Gerechtsdeurwaarders en Incasso,
tegen
[gedaagde],
handelend onder de naam [gedaagde],
te [woonplaats],
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde],
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek.
1.2.
[gedaagde] heeft hierna, hoewel daartoe behoorlijk in de gelegenheid gesteld, niet meer gereageerd op (de inhoud van) de conclusie van repliek.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil

2.1.
Twentse Glasgroep vordert bij dagvaarding betaling van [gedaagde] van de facturen van 6 december 2023 en 21 december 2023 voor in totaal een bedrag van € 2.881,53 incl. btw. (€ 1.643,18 + € 1.159,16 + € 79,19) en de bijkomende kosten (€ 432,23 aan buitengerechtelijke incassokosten en € 286,34 aan rente), opgeteld € 3.600,10. Twentse Glasgroep stelt dat [gedaagde] op rekening ruiten in diverse afmetingen en onderdelen bij haar heeft afgehaald. Twentse Glasgroep heeft hiervoor facturen aan [gedaagde] gestuurd. [gedaagde] laat deze facturen, ondanks aanmaning, onbetaald en daarom is Twentse Glasgroep deze procedure gestart. Omdat betaling van de facturen uitbleef moet [gedaagde] ook de bijkomende kosten en de proceskosten betalen, aldus Twentse Glasgroep.
2.2.
[gedaagde] heeft in zijn e-mail van 18 februari 2025, kort samengevat, naar voren gebracht dat hij werkzaamheden zou gaan verrichten voor de Twentse Glasgroep en dat hij daarvoor de ruiten en onderdelen had besteld. Echter is het werk gestopt omdat Twentse Glasgroep niet voldoende werk meer had en eigen mensen van Twentse Glasgroep voor gingen, aldus [gedaagde]. Volgens [gedaagde] zijn de facturen niet betaald door omstandigheden. Verder heeft [gedaagde] naar voren gebracht dat hij aan de directie van Twentse Glasgroep heeft gevraagd of hij mocht werken voor het verschuldigde bedrag, maar dat hij daarop niets heeft gehoord (van de gemachtigde) van Twentse Glasgroep. [gedaagde] vraagt alsnog om het op deze manier op te lossen.
2.3.
In reactie op het verweer heeft Twentse Glasgroep naar voren gebracht dat het wel of niet laten werken van [gedaagde] voor het verschuldigde bedrag niet relevant is voor het vaststellen van de verschuldigdheid van de vordering. Ook kan het geen reden zijn om niet over te gaan tot betaling, aldus Twentse Glasgroep. Verder heeft Twentse Glasgroep, in tegenstelling tot hetgeen [gedaagde] heeft gesteld, naar voren gebracht dat zij zich in eerste instantie bereid heeft getoond om [gedaagde] te laten werken voor het verschuldigde bedrag, maar dat [gedaagde] zelf daarna niets meer van zich heeft laten horen. Daarom kan Twentse Glasgroep niet op [gedaagde] vertrouwen en daarom is zij niet langer bereid om [gedaagde] te laten werken voor het verschuldigde bedrag.
2.4.
[gedaagde] heeft niet meer gereageerd op deze reactie.

3.De beoordeling

3.1.
De kantonrechter overweegt dat niet in geschil is dat tussen partijen een overeenkomst is gesloten waar de algemene voorwaarden van Twentse Glasgroep op van toepassing zijn. Door Twentse Glasgroep is aangevoerd, en dit is door [gedaagde] niet weersproken, dat sprake is van een zakelijke overeenkomst.
3.2.
Met betrekking tot de onbetaalde facturen overweegt de kantonrechter als volgt. [gedaagde] heeft de hoogte van de facturen van Twentse Glasgroep niet weersproken. Ook heeft [gedaagde] niet weersproken dat hij deze facturen moet betalen. De door partijen ingenomen standpunten over de vraag of [gedaagde] voor het verschuldigde bedrag mag werken voor Twentse Glasgroep, zijn voor de beoordeling van de verschuldigdheid van de vordering verder niet relevant. Het gaat er in de kern om dat Twentse Glasgroep ruiten en onderdelen heeft geleverd aan [gedaagde] en [gedaagde] heeft de facturen hiervoor tot op heden nog niet betaald. De conclusie is dat [gedaagde] de facturen aan Twentse Glasgroep moet betalen. De kantonrechter zal dan ook aan hoofdsom toewijzen een bedrag van
€ 2.881,53.
3.3.
De kantonrechter zal ook de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten van
€ 432,23 en de (handels)rente, berekend tot en met 29 november 2024 van € 286,34 toewijzen, omdat betaling van de facturen, ondanks aanmaning, is uitgebleven. [gedaagde] heeft deze kosten bovendien niet weersproken. De kantonrechter zal de verdere handelsrente toewijzen over € 2.881,53 vanaf 30 november 2024 tot de dag dat er volledig is betaald, omdat Twentse Glasgroep in het lichaam van de dagvaarding de rente heeft berekend tot en met 29 november 2024.
3.4.
Omdat betaling, ondanks aanmaning, uitbleef, is de kantonrechter van oordeel dat Twentse Glasgroep in redelijkheid heeft kunnen besluiten om [gedaagde] te dagvaarden. [gedaagde] krijgt ongelijk en hij moet daarom de proceskosten betalen.
De proceskosten van Twentse Glasgroep worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
116,39
- griffierecht
496,00
- salaris gemachtigde
476,00
(2 punten × € 238,00)
- nakosten
119,00
Totaal
1.207,39
3.5.
Twentse Glasgroep vordert de wettelijke handelsrente over de proceskosten indien deze niet binnen veertien dagen na betekening van het vonnis zijn betaald.
Slechts de wettelijke rente van artikel 6:119 BW is toewijsbaar over de proceskosten. Omdat artikelen 6:119a en 6:119b BW (wettelijke handelsrente) alleen zien op vorderingen tot betaling van het op grond van de overeenkomst verschuldigde (zie de Parlementaire Geschiedenis en Tekst en Commentaar artikel 6:119a BW aantekening 2), zijn deze bepalingen niet van toepassing op vorderingen tot betaling van proceskosten.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Twentse Glasgroep te betalen een bedrag van € 3.600,10, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over € 2.881,53 vanaf 30 november 2024, tot de dag van volledige betaling,
4.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 1.207,39, te betalen binnen veertien dagen na de betekening van dit vonnis, te vermeerderen met de kosten van betekening en te vermeerderen met wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het bedrag
€ 1.207,39 en de kosten van betekening vanaf de vijftiende dag na de betekening tot de dag van volledige betaling;
4.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
4.4.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. van Diggele en in het openbaar uitgesproken op 10 juni 2025. (ak)