ECLI:NL:RBOVE:2025:3901

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
10 juni 2025
Publicatiedatum
18 juni 2025
Zaaknummer
11518468 \ CV EXPL 25-167
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen vonnis beëindiging huurovereenkomst en ontruiming woning

In deze zaak heeft de huurder verzet aangetekend tegen een eerder vonnis van 17 december 2024, waarin werd bepaald dat de huurovereenkomst met de woningstichting Sint Joseph zou worden beëindigd, de woning moest worden ontruimd en de achterstallige huur moest worden betaald. De huurder heeft in de verzetdagvaarding enkele betalingen genoemd die niet zijn meegerekend en heeft persoonlijke omstandigheden aangevoerd als argumenten tegen het vonnis. Echter, deze argumenten zijn niet onderbouwd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het verzet tijdig en op de juiste manier is ingesteld, maar dat de inhoudelijke argumenten van de huurder niet voldoende zijn om het eerdere vonnis te weerleggen. De kantonrechter heeft het verzet ongegrond verklaard en het eerdere vonnis bekrachtigd, waardoor de huurovereenkomst blijft bestaan en de huurder verplicht is de achterstallige huur te betalen. Tevens is de huurder veroordeeld in de proceskosten van de verzetprocedure, die zijn vastgesteld op € 476,00. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat het direct kan worden uitgevoerd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer : 11518468 \ CV EXPL 25-167
Vonnis van 10 juni 2025 na verzet
in de zaak van
de stichting
WONINGSTICHTING ST. JOSEPH,
gevestigd en kantoorhoudende te Almelo,
oorspronkelijk eisende partij,
gedaagde partij in het verzet, hierna te noemen Sint Joseph,
gemachtigde: [gemachtigde],
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
oorspronkelijk gedaagde partij,
eisende partij in het verzet, hierna te noemen [gedaagde],
gemachtigde: mr. D.A. IJpelaar.
Samenvatting
De huurder is in verzet gekomen tegen een vonnis waarin is bepaald dat de huurovereenkomst wordt beëindigd, de woning moet worden ontruimd en de achterstallige huur moet worden betaald. De huurder doet in de verzetdagvaarding een beroep op enkele betalingen die niet zijn meegerekend en op persoonlijke omstandigheden. De huurder heeft deze argumenten op geen enkele wijze onderbouwd. Het vonnis waartegen in verzet wordt gekomen blijft dan ook in stand.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het door de kantonrechter op 17 december 2024 tussen [gedaagde] en Sint Joseph bij verstek gewezen vonnis onder zaaknummer 11337687 CV EXPL 24-1976,
- de verzetdagvaarding van 21 januari 2025,
- de akte specificatie vordering binnengekomen op 2 mei 2025 van Sint Joseph.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 19 mei 2025.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Tussen [gedaagde] en Sint Joseph is op 9 april 2014 een huurovereenkomst gesloten met betrekking tot de woning aan [adres].
2.2.
Sint Joseph heeft bij Aanmeldingsformulier Huurachterstand op 6 februari 2024 een melding gedaan van een huurachterstand bij de Gemeente Almelo.
2.3.
In afwachting van de uitkomst van deze procedure is Sint Joseph nog niet tot ontruiming van de woning overgegaan. [gedaagde] woont dus nog in de woning.

3.Het geschil

De vordering

3.1.
[gedaagde] vordert, kort samengevat, te worden ontheven van de veroordeling zoals uitgesproken bij vonnis van 17 december 2024.
Het verweer
3.2.
Sint Joseph voert verweer. Bij akte specificatie vordering stelt zij dat de huurachterstand per 21 april 2025 € 3.396,89 bedraagt (zijnde zes maanden).
Daarnaast verklaart Sint Joseph dat in de inleidende dagvaarding de juiste huurachterstand is vermeld, zijnde een bedrag van € 2.235,93 (zijnde vier maanden). Sint Joseph overlegt ter onderbouwing van haar stellingen een specificatie met verschuldigde bedragen en gedane betalingen.

4.De beoordeling

Ontvankelijkheid van het verzet
4.1.
Het verzet is tijdig en op de juiste manier ingesteld. [gedaagde] kan daarom in haar verzet worden ontvangen.
Inhoudelijke beoordeling van het geschil
4.2.
Bij uitvoerbaar verklaard vonnis van 17 december 2024 is de tussen partijen bestaande huurovereenkomst voor de woning aan de [adres] te Almelo ontbonden met veroordeling tot ontruiming van de woning binnen twee weken na betekening van het vonnis en veroordeling tot betaling van de achterstallige huur en de toekomstige vergoeding voor het gebruik van de woning.
Huurachterstand
4.3.
In de verzetdagvaarding heeft [gedaagde] als belangrijkste verweer gevoerd dat het bedrag van de huurachterstand niet klopt omdat nog enkele betalingen zijn gedaan. Dit verweer is bij de mondelinge behandeling verlaten, zodat dit verweer niet meer zal worden besproken.
Persoonlijke omstandigheden
4.4.
Daarnaast doet [gedaagde] een beroep op de redelijkheid en billijkheid. Zij verwijst naar persoonlijke omstandigheden waardoor zij financieel gezien in een neerwaartse spiraal terecht is gekomen. Hiervoor heeft zij hulp gezocht bij de gemeente.
4.5.
Van persoonlijke omstandigheden aan de zijde van [gedaagde] is geen onderbouwing overgelegd. Bij de mondelinge behandeling heeft mr. IJpelaar erkend dat van schuldhulpverlening op het moment van de verzetdagvaarding nog geen sprake was en dit ten onrechte in de verzetdagvaarding is vermeld. [gedaagde] heeft pas op 13 mei 2025 per e-mail contact gezocht met de gemeente voor het krijgen van hulp en heeft daar nog niets van heeft gehoord. Het beroep op persoonlijke omstandigheden is daarmee niet dan wel onvoldoende onderbouwd en zal worden afgewezen.
Conclusie
4.6.
Het bovenstaande leidt ertoe dat de kantonrechter het verzet ongegrond zal verklaren en het door de kantonrechter tussen partijen gewezen verstekvonnis zal bekrachtigen, Het vonnis van 17 december 2024 blijft dus in stand.
Proceskosten
4.7.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de verzetprocedure (inclusief nakosten). De kantonrechter kent aan de mondelinge mondeling één salarispunt toe (€ 238,00) en aan de akte specificatie vordering, als zijnde relatief eenvoudig van aard, een half salarispunt toe van € 119,00 te vermeerderen met de nakosten van € 119,00. In totaal bedragen de proceskosten € 476,00.
4.8.
De kantonrechter zal het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaren. Dit betekent dat het vonnis direct kan worden uitgevoerd ook als hoger beroep wordt ingesteld.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
verklaart het verzet ongegrond,
5.2.
bekrachtigt het door de kantonrechter op17 december 2024 onder zaaknummer 11337687 \ CV EXPL 24-1976 gewezen verstekvonnis,
5.3.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van de verzetprocedure tot en met dit vonnis aan de zijde van Sint Joseph begroot op € 476,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet binnen veertien dagen na de aanschrijving aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. A. Smedes, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 10 juni 2025.
(JHd(O)