ECLI:NL:RBOVE:2025:3918

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
16 juni 2025
Publicatiedatum
19 juni 2025
Zaaknummer
08.184940.23 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte voor ontuchtige handelingen met minderjarigen en poging tot grooming

Op 16 juni 2025 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan ontuchtige handelingen met minderjarigen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 22 maanden voorwaardelijk, en een taakstraf van 480 uren. De verdachte is schuldig bevonden aan het plegen van ontuchtige handelingen met de 15-jarige [slachtoffer 1] en het opzettelijk misleiden van deze minderjarige om ontuchtige handelingen te dulden. Daarnaast heeft de verdachte geprobeerd om via sociale media een ontmoeting voor te stellen met de 14-jarige [slachtoffer 3] met het oogmerk om ontuchtige handelingen te plegen, wat wordt gekwalificeerd als grooming. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte meerdere keren ontuchtige handelingen heeft gepleegd en dat hij zich op een datingsite heeft voorgedaan als een jongere om in contact te komen met minderjarigen. De rechtbank heeft de ernst van de feiten benadrukt, gezien de kwetsbaarheid van de slachtoffers en de impact die het misbruik op hen heeft gehad. De verdachte heeft tijdens de zitting zijn schuld erkend en heeft een positieve ontwikkeling doorgemaakt tijdens zijn voorlopige hechtenis, wat heeft bijgedragen aan de beslissing om een deel van de straf voorwaardelijk op te leggen.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08.184940.23 (P)
Datum vonnis: 16 juni 2025
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1995 in [geboorteplaats],
wonende aan de [woonplaats],

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van
2 juni 2025.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en zijn raadsvrouw mr. L.J. Moerdijk, advocaat in Amsterdam, naar voren is gebracht.
Ook heeft de rechtbank kennisgenomen van wat namens de benadeelde partij [slachtoffer 1] (hierna: [slachtoffer 1]) door mr. C.E. Jeekel en wat namens de benadeelde partij [slachtoffer 2] (hierna: [slachtoffer 2]) door mr. F.M.M. Buijs is aangevoerd.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er na wijziging van de tenlastelegging van 2 juni 2025, kort en bondig, op neer dat verdachte:
feit 1: in de periode van 20 september 2022 tot en met 15 november 2022 met de 15-jarige [slachtoffer 1] ontuchtige handelingen heeft gepleegd die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam (
feit 1 primair), dan wel met haar ontuchtige handelingen heeft gepleegd (
feit 1 subsidiair);
feit 2: in de periode van 1 augustus 2022 tot en met 27 november 2022 door misleiding de minderjarige [slachtoffer 1] opzettelijk heeft bewogen tot het plegen of dulden van ontuchtige handelingen;
feit 3:in de periode van 9 april 2023 tot en met 24 juli 2023 een ontmoeting met de 14-jarige [slachtoffer 3] (hierna: [slachtoffer 3]) heeft voorgesteld met het oogmerk om ontuchtige handelingen met haar te plegen (‘grooming’) (
feit 3 primair), dan wel een poging tot grooming (
feit 3 subsidiair);
feit 4: in de periode van [geboortedatum 4] 2020 tot en met 30 augustus 2021 een ontmoeting met de 14-jarige [slachtoffer 2] heeft voorgesteld met het oogmerk om ontuchtige handelingen met haar te plegen (
feit 4 primair), dan wel een poging tot grooming (
feit 4 subsidiair).
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
feit 1 primairhij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 20 september2022 tot en met 15 november 2022 in Zwolle en/of Amersfoort, althans inNederland,met [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum 2] 2006)die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren hadbereikt, buiten echt,een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit ofmede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die[slachtoffer 1],te weten,- het brengen van zijn penis in de vagina en/of de mond van die [slachtoffer 1] en/of- het brengen en/of bewegen van één of meer vingers in de vagina en/of tussen deschaamlippen van die [slachtoffer 1] en/of- het likken van de vulva en/of de clitoris en/of tussen de schaamlippen van die[slachtoffer 1] en/of- het betasten van de vulva en/of de clitoris en/of de schaamstreek van die [slachtoffer 1]en/of- het likken en/of zuigen aan de tepel(s) van die [slachtoffer 1] en/of- het laten betasten van zijn penis en/of het zich laten aftrekken door die[slachtoffer 1] en/of- het (tong)zoenen van die [slachtoffer 1];feit 1 subsidiairhij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 20 september2022 tot en met 15 november 2022 in Zwolle en/of Amersfoort, althans inNederland,met [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum 2] 2006), die toen de leeftijd vanzestien jaren nog niet had bereikt,buiten echt,een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten- het brengen van zijn penis in de vagina en/of de mond van die [slachtoffer 1] en/of- het brengen en/of bewegen van één of meer vingers in de vagina en/of tussen deschaamlippen van die [slachtoffer 1] en/of- het likken van de vulva en/of de clitoris en/of tussen de schaamlippen van die[slachtoffer 1] en/of- het betasten van de vulva en/of de clitoris en/of de schaamstreek van die [slachtoffer 1]en/of- het likken en/of zuigen aan de tepel(s) van die [slachtoffer 1] en/of- het laten betasten van zijn penis en/of het zich laten aftrekken door die[slachtoffer 1] en/of- het (tong)zoenen van die [slachtoffer 1];
feit 2hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 augustus2022 tot en met 27 november 2022 in Zwolle en/of Amersfoort, althans inNederland,door giften en/of beloften van geld en/of goed, misbruik van uit feitelijkeverhoudingen voortvloeiend overwicht en/of misleiding, te wetendoor zich als 17-jarige jongen voor te doen ten overstaan van [slachtoffer 1](geboren op [geboortedatum 2] 2006), van wie hij, verdachte, wist of redelijkerwijsmoest vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet hadbereikt,die [slachtoffer 1],opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen of van hem,verdachte, te dulden, door- zijn penis in de vagina en/of de mond van die [slachtoffer 1] te brengen en/of- één of meer vingers in de vagina en/of tussen de schaamlippen van die [slachtoffer 1] tebrengen en/of bewegen en/of- de vulva en/of clitoris en/of tussen de schaamlippen van die [slachtoffer 1] te likken en/of- de vulva en/of de clitoris en/of de schaamstreek van die [slachtoffer 1] te betasten en/of- aan de tepel(s) van die [slachtoffer 1] te likken en/of zuigen en/of- het laten betasten van zijn penis en/of het zich laten aftrekken door die[slachtoffer 1] en/of- die [slachtoffer 1] te (tong)zoenen;
feit 3 primairhij in of omstreeks de periode van 9 april 2023 tot en met 24 juli 2023 te Amersfoort en/of Heemskerk, althans in Nederland,
door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst, aan een persoon, te weten
[slachtoffer 3], geboren op [geboortedatum 3] 2009, die de leeftijd van zestien jaren nog niet had
bereikt
een ontmoeting heeft voorgesteld met het oogmerk ontuchtige handelingen met een persoon die de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt te plegen
en daarbij enige handeling te ondernemen tot het verwezenlijken van die
ontmoeting, bestaande eruit dat hij, verdachte:
- via Snapchat, althans via sociale media contact heeft gezocht met die [slachtoffer 3] en/of
- (vervolgens) seksueel getinte berichten heeft gestuurd naar die [slachtoffer 3] en/of
- aan die [slachtoffer 3] heeft gestuurd en/of voorgesteld:
“Denk dat we even make out sessie moeten doen wel” en/of
“Oh en wat hoofd ook, want met die lippen..” en/of
“Dan geef ik wel terug ook” en/of
“Deal?” en/of
“Geef je goeie head?” en/of
“Maar ik zal je wel leren hoe het goed moet dan”,
althans aan die [slachtoffer 3] heeft voorgesteld om ontuchtige handelingen te plegen en/of van hem, verdachte, te dulden en/of
- aan die [slachtoffer 3] heeft voorgesteld om op 28 juli 2023 af te spreken in Amersfoort

en/of heeft voorgesteld om haar op voornoemde datum van het station op te halen;

feit 3 subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 9 april 2023 tot en met 24 juli 2023 te Amersfoort en/of Heemskerk, althans in Nederland,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door middel van
een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst, aan een persoon, te weten
[slachtoffer 3], geboren op [geboortedatum 3] 2009, die de leeftijd van zestien jaren nog niet had
bereikt
een ontmoeting voor te stellen met het oogmerk ontuchtige handelingen met een persoon die de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt te plegen
en daarbij enige handeling te ondernemen tot het verwezenlijken van die
ontmoeting, bestaande eruit dat hij, verdachte:
- via Snapchat, althans via sociale media contact heeft gezocht met die [slachtoffer 3] en/of
- (vervolgens) seksueel getinte berichten heeft gestuurd naar die [slachtoffer 3] en/of
- aan die [slachtoffer 3] heeft gestuurd en/of voorgesteld:
“Denk dat we even make out sessie moeten doen wel” en/of
“Oh en wat hoofd ook, want met die lippen..” en/of
“Dan geef ik wel terug ook” en/of
“Deal?” en/of
“Geef je goeie head?” en/of
“Maar ik zal je wel leren hoe het goed moet dan”,
althans aan die [slachtoffer 3] heeft voorgesteld om ontuchtige handelingen te plegen en/of van hem, verdachte, te dulden en/of
- aan die [slachtoffer 3] heeft voorgesteld om op 28 juli 2023 af te spreken in Amersfoort
en/of heeft voorgesteld om haar op voornoemde datum van het station op te halen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
feit 4 primairhij in of omstreeks de periode van 9 januari 2020 tot en met 30 augustus 2021 te
Amersfoort, althans in Nederland,
door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst, aan een persoon, te weten
[slachtoffer 2], geboren op [geboortedatum 4] 2007, die de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt
een ontmoeting heeft voorgesteld met het oogmerk ontuchtige handelingen met een persoon die de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt te plegen
en daarbij enige handeling te ondernemen tot het verwezenlijken van die
ontmoeting, bestaande eruit dat hij, verdachte:
- via een datingsite (Yubo) contact heeft gelegd met die [slachtoffer 2] en/of
- zich als 17-jarige jongen heeft voorgedaan ten overstaan van die [slachtoffer 2] en/of
- (vervolgens) via snapchat en/of Whatsap althans via sociale media contact heeft

gezocht en/of gehouden met die [slachtoffer 2] en/of

- seksueel getinte berichten en/of spraakberichten heeft gestuurd naar die [slachtoffer 2], waaronder “(…) dan denk ik dat het beste is als we eerst samen douchen en dan was ik je lichaam wel voor je, hoefje dat niet te doen, en dan kunnen we daarna gewoon op bed gaan liggen en gaan knuffelen eerst even, en dan krijg je daarna natuurlijk een massage, met massage olie, om je spieren weer even te ontspannen, dan....masseer ik je rug gewoon en je nek en je benen en je billen, en dan daarna...dan ga ik je beffen, tot je benen trillen, en je ogen tranen (…)” en/of tegen die [slachtoffer 2] heeft gezegd dat hij haar tegen een muur wilde neuken als hij, verdachte, bij haar zou zijn, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- foto’s van een (gedeeltelijk) naakt lichaam heeft gestuurd naar die [slachtoffer 2] en/of
- op enig moment in augustus 2021 met die [slachtoffer 2] (fysiek) heeft afgesproken bij café 30 milliliter (30ML) en/of
- na deze afspraak naar die [slachtoffer 2] heeft gestuurd dat hij haar had willen vingeren, althans ontuchtige handelingen had willen plegen met die [slachtoffer 2],
feit 4 subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 9 januari 2020 tot en met 30 augustus 2021 te
Amersfoort, althans in Nederland,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door middel van
een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst, aan een persoon, te weten
[slachtoffer 2], geboren op [geboortedatum 4] 2007, die de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt
een ontmoeting voor te stellen met het oogmerk ontuchtige handelingen met een persoon die de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt te plegen
en daarbij enige handeling te ondernemen tot het verwezenlijken van die
ontmoeting, bestaande eruit dat hij, verdachte:
- via een datingsite (Yubo) contact heeft gelegd met die [slachtoffer 2] en/of
- zich als 17-jarige jongen heeft voorgedaan ten overstaan van die [slachtoffer 2] en/of
- (vervolgens) via snapchat en/of Whatsap althans via sociale media contact heeft gezocht en/of gehouden met die [slachtoffer 2] en/of
- seksueel getinte berichten en/of spraakberichten heeft gestuurd naar die [slachtoffer 2], waaronder “(…) dan denk ik dat het beste is als we eerst samen douchen en dan was ik je lichaam wel voor je, hoefje dat niet te doen, en dan kunnen we daarna gewoon op bed gaan liggen en gaan knuffelen eerst even, en dan krijg je daarna natuurlijk een massage, met massage olie, om je spieren weer even te ontspannen, dan....masseer ik je rug gewoon en je nek en je benen en je billen, en dan daarna...dan ga ik je beffen, tot je benen trillen, en je ogen tranen (…)” en/of tegen die [slachtoffer 2] heeft gezegd dat hij haar tegen een muur wilde neuken als hij, verdachte, bij haar zou zijn, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- foto’s van een (gedeeltelijk) naakt lichaam heeft gestuurd naar die [slachtoffer 2] en/of
- op enig moment in augustus 2021 met die [slachtoffer 2] (fysiek) heeft afgesproken bij café 30 milliliter (30ML) en/of
- na deze afspraak naar die [slachtoffer 2] heeft gestuurd dat hij haar had willen vingeren, althans ontuchtige handelingen had willen plegen met die [slachtoffer 2],
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

3.De bewijsmotivering

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie vindt de onder feit 1, feit 2, feit 3 primair en feit 4 subsidiair ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen. Van het onder feit 4 primair ten laste gelegde moet verdachte volgens de officier van justitie worden vrijgesproken.
3.2
Het standpunt van de verdediging
Ten aanzien van het onder feit 1 en feit 2 ten laste gelegde heeft de verdediging zich aan het oordeel van de rechtbank gerefereerd. Wat betreft het onder feit 3 ten laste gelegde heeft de verdediging primair gesteld dat verdachte integraal moet worden vrijgesproken, omdat verdachte niet van plan was [slachtoffer 3] te ontmoeten. Subsidiair heeft de verdediging betoogd dat de rechtbank alleen tot een bewezenverklaring van het subsidiair ten laste gelegde kan komen, omdat verdachte geen uitvoeringshandeling heeft verricht ter verwezenlijking van de ontmoeting met [slachtoffer 3]. Ten aanzien van het onder feit 4 ten laste gelegde heeft de verdediging vrijspraak bepleit, omdat verdachte de ontmoeting met [slachtoffer 2] niet zelf heeft voorgesteld, dan wel omdat het oogmerk op het plegen van ontuchtige handelingen ontbreekt.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van het onder feit 1 en feit 2 ten laste gelegde
Verdachte heeft bekend dat hij de feit 1 primair en feit 2 heeft gepleegd. Tijdens de zitting is door hem of zijn raadsvrouw ten aanzien van deze feiten geen vrijspraak bepleit. De rechtbank komt daarom op grond van de inhoud van de bewijsmiddelen [1] tot een bewezenverklaring van het onder feit 1 primair ten laste gelegde feit, waarbij de rechtbank overeenkomstig artikel 359, lid 3, laatste volzin, van het Wetboek van Strafvordering (Sv) zal volstaan met de volgende opsomming van de bewijsmiddelen:
de (bekennende) verklaring van verdachte, afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting van 2 juni 2025;
het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] van 13 januari 2023 (pagina’s 6 tot en met 45).
Ten aanzien van het onder feit 3 en feit 4 ten laste gelegde
Juridisch kader: (Poging tot) grooming.
Aan verdachte is onder feit 3 en feit 4 (poging tot) grooming ten laste gelegd. Voor een bewezenverklaring van een (voltooide) grooming als bedoeld in artikel 248e van het Wetboek van Strafrecht (Sr) is vereist dat een ontmoeting wordt voorgesteld met het oogmerk op het plegen van ontuchtige handelingen en dat voorbereidingen zijn getroffen die gericht zijn op het verwezenlijken van die ontmoeting. Deze voorbereidingen moeten concrete vormen hebben aangenomen, maar niet is vereist dat ieder onderdeel van de afspraak is ingevuld. Poging tot grooming is ook strafbaar. Van een poging tot grooming kan sprake zijn als een voorstel voor een ontmoeting met het oogmerk ontuchtige handelingen te verrichten is gedaan, maar geen uitvoeringshandeling is verricht gericht op de verwezenlijking van die ontmoeting, bijvoorbeeld omdat de minderjarige niet op het voorstel is ingegaan of omdat een ouder bijtijds heeft ingegrepen. Het voorstel voor de ontmoeting met het oogmerk ontuchtige handelingen te plegen, vormt dan het begin van uitvoering van het delict grooming.
-
Ten aanzien van feit 3
De rechtbank komt op grond van de hieronder opgenomen feiten en omstandigheden, die in de bewijsmiddelen zijn vervat en waarop de bewezenverklaring steunt, tot een bewezenverklaring van het onder feit 3 subsidiair ten laste gelegde. De rechtbank overweegt als volgt.
Feiten en omstandigheden
De telefoon van verdachte is onderzocht. Op deze telefoon is het volgende Snapchatgesprek van 23 juli 2023 aangetroffen.
[verdachte] 10:51 uur:
stuur lip pic.
[slachtoffer 3] 10:51 uur:
ik zal zo doen
[verdachte] 10:52 uur:
lief van je
(…)
[slachtoffer 3] 11:05 uur:
afbeelding
[verdachte] 11:08 uur:
pfff
[verdachte]:
denk dat we even make out sessie moeten doen wel
[slachtoffer 3] 11:09 uur:
HAHAHA
[verdachte] 11:10 uur:
Oh en wat hoofd ook, want met die lippen.
[slachtoffer 3] 11:11 uur:
Emoticon
[verdachte] 11:13 uur:
Dan geef ik wel terug ook
[verdachte] 11:14 uur:
Deal?
[slachtoffer 3] 11:14 uur:
Deal
[verdachte] 11:15 uur:
Geef je goede head
[slachtoffer 3] 11:16 uur:
geen idee
[verdachte] 11:17 uur:
Nooit gedaan???
[slachtoffer 3] 11:25 uur:
Emoticons
[verdachte] 11:30 uur: W
ait zelf wel eens gehad dan?
[slachtoffer 3] 11:44 uur:
Emoticons
[slachtoffer 3] 11:44 uur:
Ik ga je niks vertellen
[verdachte] 11:51 uur:
Heel mysterieus wel, i like it
[verdachte] 11:51 uur:
Maar ik zal je wel leren hoe het goed moet dan
[slachtoffer 3] 11:51 uur:
Emoticon
[verdachte] 12:03 uur:
Hoezo is dat grappig nou weer
[slachtoffer 3] 12:03 uur:
Gw
[verdachte] 12:04 uur:
Donderdag [slachtoffer 3]
12:09 uur:
Watt
[verdachte] 12:11 uur:
Iets doen gezellif
[slachtoffer 3] 12:13 uur:
Ik kan donderdag niet
[slachtoffer 3] 12:13 uur:
Ik ben dan bij oma
[verdachte] 12:13 uur:
Vrijdag?
[slachtoffer 3] 12:13 uur:
Dan jan ik denk wel.
[verdachte] 12:15 uur:
wil je naar Amersfoort komen dan?
[slachtoffer 3] 12:16 uur:
Dat jan
[verdachte] 13:00 uur:
Of liever ik naar jou en dan gewoon wat rondrijden ofzo
[slachtoffer 3] 13:04 uur:
Hoeft niet
[verdachte] 13:29 uur:
Dus jij naar Amersfoort?
[slachtoffer 3] 13:00 uur:
Ja
Vervolgens stelt verdachte voor om [slachtoffer 3] van het station in Amersfoort te halen. Zij spreken daar om 14:00 uur af. [2] De gebruiker van het Snapchat-account [slachtoffer 3].lsm ([slachtoffer 3]) is [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum 3] 2009. [3] Verdachte is op 24 juli 2023 om 7:05 uur aangehouden. [4]
Verdachte heeft verklaard dat hij bovengenoemd chatgesprek met [slachtoffer 3] heeft gevoerd en met haar heeft afgesproken. Hij wist dat zij 14 jaar oud was.
Overwegingen en oordeel
Poging tot grooming
De rechtbank stelt op basis van de bewijsmiddelen vast dat verdachte op 23 juli 2023 via Snapchat seksueel getinte berichten naar de destijds 14-jarige [slachtoffer 3] heeft gestuurd en vervolgens heeft voorgesteld om elkaar op 28 juli 2023 te ontmoeten. De rechtbank is van oordeel dat uit de berichten van verdachte onmiskenbaar het oogmerk op het plegen van ontuchtige handelingen met [slachtoffer 3] blijkt. Zo stuurt verdachte kort voor het voorstel van de ontmoeting onder meer: “
Denk dat we even make out sessie moeten doen wel”, “
Oh en wat hoofd ook, want met die lippen”, “
Geef je goede head?” en “
Maar ik zal je wel leren hoe het goed moet dan”. Verdachte heeft tijdens zijn politieverhoor verklaard dat ‘hoofd geven’ orale bevrediging (pijpen) betekent. [5] De rechtbank weegt mee dat verdachte het voorstel heeft gedaan, nadat hij de onder feit 1 en feit 2 bewezen verklaarde ontuchtige handelingen met [slachtoffer 1] heeft gepleegd. Omdat verdachte al meerdere keren ontuchtige handelingen met een ander minderjarig meisje had gepleegd, is de verklaring van verdachte, dat hij niet echt wilde afspreken en de afspraak zou gaan afzeggen, ongeloofwaardig.
Voor een bewezenverklaring van de primair ten laste gelegde grooming is verder vereist dat verdachte voorbereidingen heeft getroffen die gericht zijn op het verwezenlijken van de ontmoeting. Omdat verdachte voortijdig is aangehouden, heeft verdachte geen uitvoeringshandeling kunnen ondernemen gericht op de verwezenlijking van de voorgestelde ontmoeting. Dit betekent dat de rechtbank verdachte van het onder feit 3 primair ten laste gelegde zal vrijspreken. De rechtbank acht de onder feit 3 subsidiair ten laste gelegde poging tot grooming wel wettig en overtuigend bewezen. Het voorstel voor de ontmoeting met het oogmerk ontuchtige handelingen te plegen, vormt immers het begin van uitvoering van het delict grooming.
-
Ten aanzien van het onder feit 4
De rechtbank is van oordeel dat op grond van het procesdossier en het verhandelde ter terechtzitting onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is om vast te kunnen stellen dat verdachte een ontmoeting heeft voorgesteld met het oogmerk op het plegen van ontuchtige handelingen. De rechtbank overweegt als volgt.
De rechtbank kan niet meer vaststellen dan dat verdachte in augustus 2021 heeft afgesproken met de destijds 14-jarige [slachtoffer 2] . Dat verdachte deze ontmoeting heeft voorgesteld met het oogmerk op het plegen van ontuchtige handelingen, kan de rechtbank niet vaststellen. De door verdachte achteraf gestuurde seksueel getinte berichten en het door verdachte verstuurde seksueel getinte spraakbericht zijn daarvoor onvoldoende. De rechtbank zal verdachte daarom zowel van het primair ten laste gelegde als van het subsidiair ten laste gelegde vrijspreken.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
feit 1 primairhij op meer tijdstippen in de periode van 20 september 2022 tot en met 15 november 2022 in Zwolle en Amersfoort, met [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum 2] 2006) die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van [slachtoffer 1], te weten,- het brengen van zijn penis in de vagina en de mond van [slachtoffer 1],- het brengen en bewegen van vingers in de vagina en tussen de schaamlippen van [slachtoffer 1],- het likken van de vulva, de clitoris en tussen de schaamlippen van [slachtoffer 1],- het betasten van de vulva, de clitoris en de schaamstreek van [slachtoffer 1],- het zuigen aan de tepels van [slachtoffer 1],- het laten betasten van zijn penis en het zich laten aftrekken door [slachtoffer 1] en- het tongzoenen van [slachtoffer 1];feit 2hij op meer tijdstippen in de periode van 1 augustus 2022 tot en met 27 november 2022 in Zwolle en Amersfoort, door misleiding, te weten door zich als 17-jarige jongen voor te doen ten overstaan van [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum 2] 2006), van wie hij, verdachte, wist dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,die [slachtoffer 1], opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen of van hem,verdachte, te dulden, door- zijn penis in de vagina en de mond van [slachtoffer 1] te brengen- vingers in de vagina en tussen de schaamlippen van [slachtoffer 1] te brengen en te bewegen,- de vulva, clitoris en tussen de schaamlippen van [slachtoffer 1] te likken,- de vulva, de clitoris en de schaamstreek van [slachtoffer 1] te betasten,- aan de tepels van [slachtoffer 1] te zuigen,- het laten betasten van zijn penis en het zich laten aftrekken door die [slachtoffer 1] en- die [slachtoffer 1] te tongzoenen;
feit 3 subsidiair
hij op 23 juli 2023 in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst, aan een persoon, te weten [slachtoffer 3], geboren op [geboortedatum 3] 2009, die de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt een ontmoeting voor te stellen met het oogmerk ontuchtige handelingen met een persoon die de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt te plegen en daarbij enige handeling te ondernemen tot het verwezenlijken van die ontmoeting, bestaande eruit dat hij, verdachte:
- via Snapchat contact heeft gezocht met die [slachtoffer 3],
- vervolgens seksueel getinte berichten heeft gestuurd naar die [slachtoffer 3],
- aan die [slachtoffer 3] heeft gestuurd en voorgesteld:
“Denk dat we even make out sessie moeten doen wel”,
“Oh en wat hoofd ook, want met die lippen..”,
“Dan geef ik wel terug ook”,
“Deal?”,
“Geef je goeie head?”,
“Maar ik zal je wel leren hoe het goed moet dan”, en
- aan die [slachtoffer 3] heeft voorgesteld om op 28 juli 2023 af te spreken in Amersfoort
en heeft voorgesteld om haar op voornoemde datum van het station op te halen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 45, 245, 248a en 248e Sr. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezen verklaarde levert op:
feit 1
het misdrijf:
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd;
feit 2
het misdrijf:
door misleiding een persoon waarvan hij weet dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen en zodanige handelingen van hem te dulden, meermalen gepleegd;
feit 3
het misdrijf:
poging tot door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst een persoon van wie hij weet dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt, een ontmoeting voorstellen met het oogmerk ontuchtige handelingen met die persoon te plegen, terwijl hij enige handeling onderneemt gericht op het verwezenlijken van die ontmoeting.
Bij de feiten 1 en 2 is sprake van eendaadse samenloop als bedoeld in artikel 55 Sr.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezen verklaarde feiten.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden met aftrek van het voorarrest, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren. De officier van justitie heeft geëist dat als bijzondere voorwaarden een contactverbod met [slachtoffer 1] en een locatieverbod voor Zwolle worden opgelegd.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat vanwege het blanco strafblad, de proceshouding en de persoonlijke omstandigheden van verdachte geen langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf moet worden opgelegd dan de duur van het voorarrest. Daarnaast heeft de raadsvrouw betoogd een voorwaardelijke gevangenisstraf en een taakstraf op te leggen.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte, zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
De aard en de ernst van de gepleegde feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het plegen van ontuchtige handelingen met de minderjarige [slachtoffer 1]. Verdachte, die toen 26 jaar oud was, heeft zich op datingapp Wink voorgedaan als 17-jarige jongen en is zo in contact gekomen met de destijds 15-jarige [slachtoffer 1]. Verdachte en [slachtoffer 1] hebben vier keer met elkaar afgesproken. Tijdens deze afspraken heeft verdachte telkens ontuchtige handelingen met [slachtoffer 1] gepleegd. Zo heeft hij zijn penis laten betasten en aftrekken. Daarnaast heeft verdachte de vagina en tepels van [slachtoffer 1] betast en gelikt en heeft hij zijn penis in de mond en vagina van [slachtoffer 1] gebracht. Dit zijn zeer ernstige feiten. Het spreekt voor zich dat minderjarigen in de leeftijd van vijftien jaar kwetsbaar zijn. Zij bevinden zich in een periode van hun leven waarin zij hun seksualiteit aan het ontdekken zijn en daarin zoekende en beïnvloedbaar zijn. Verdachte koos ervoor om de lichamelijke en seksuele integriteit van [slachtoffer 1] meermaals ernstig te schenden om aan zijn eigen behoefte te voldoen. Dergelijke feiten kunnen schade toebrengen aan de geestelijke gezondheid en de seksuele ontwikkeling van jeugdigen. Uit de namens [slachtoffer 1] voorgedragen slachtofferverklaring blijkt dat het seksuele misbruik veel impact heeft op het leven van [slachtoffer 1]. Zo heeft [slachtoffer 1] ruim twee jaar therapie gevolgd en voelt zij zich nog altijd onzeker en somber.
Daarnaast heeft verdachte via chatsites contact gezocht met minderjarige meisjes. Aan een van die meisjes, de 14-jarige [slachtoffer 3], heeft verdachte seksueel getinte berichten gestuurd en voorgesteld om elkaar te ontmoeten met het oogmerk op het plegen van ontuchtige handelingen. Net als bij [slachtoffer 1] heeft verdachte misbruik gemaakt van de jonge leeftijd van [slachtoffer 3]. Een leeftijd waarop het brein nog niet zo ontwikkeld is dat overal juiste en doordachte beslissingen kunnen worden genomen. Dat het uiteindelijk niet tot een ontmoeting is gekomen, is niet te danken aan verdachte, maar aan het feit dat verdachte is aangehouden.
De persoon van verdachte
Uit het strafblad van verdachte van 6 januari 2025 volgt dat verdachte niet eerder met politie en justitie in aanraking is geweest.
Ook heeft de rechtbank acht geslagen op de inhoud van het rapport van Reclassering Nederland van 30 mei 2025. Hieruit volgt dat verdachte in aanloop naar de bewezenverklaarde feiten gevoelens van eenzaamheid en leegte ervoer. Door onder meer een pestverleden vond hij geen aansluiting bij leeftijdsgenoten. De leegte probeerde hij op te vullen met contact met minderjarigen en hun aandacht. De reclassering heeft verdachte in het kader van de schorsing van de voorlopige hechtenis vanaf 29 september 2023 begeleid. Verdachte heeft in deze periode een positieve ontwikkeling doorgemaakt. Hij was afspraaktrouw en heeft zich actief ingezet. Ook heeft hij een ambulante behandeling bij forensische polikliniek de Waag positief afgerond. Daarnaast heeft verdachte in deze periode zijn studie afgerond en werkt hij inmiddels als piloot. Dit brengt hem veel zingeving en zorgt ervoor dat gevoelens van leegte en eenzaamheid grotendeels zijn verdwenen. Verdachte ervaart veel steun van zijn ouders en heeft sinds vijf maanden een relatie. De reclassering schat het recidiverisico in als laag en adviseert een straf op te leggen zonder bijzondere voorwaarden.
De strafoplegging
De rechtbank heeft bij het bepalen van de straf rekening gehouden met straffen die in vergelijkbare gevallen door rechters zijn opgelegd. Vanwege de ernst van de feiten is de oplegging van een langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend. Bij strafoplegging gaat het echter niet alleen om vergelding, maar zal ook gekeken moeten worden naar de persoon van verdachte. De persoon van verdachte en vooral zijn opstelling ten opzichte van de strafbare feiten kunnen bijdrage aan het voorkomen van recidive, een ander belangrijk doel van strafoplegging. Strafoplegging is zodoende een afweging van verschillende strafdoelen, in dit geval met name vergelding en speciale - op de persoon gerichte - preventie. Verdachte heeft 68 dagen in voorlopige hechtenis gezeten en is daarna geschorst met voorwaarden. Verdachte heeft tijdens de schorsing van de voorlopige hechtenis een positieve ontwikkeling doorgemaakt. Zo heeft verdachte een behandeling bij forensische polikliniek de Waag positief afgerond en werkt hij inmiddels als piloot. Daarnaast heeft verdachte zich ter zitting schuldbewust getoond. Hij ziet nu, mede door de behandeling, in dat hij zeer fout is bezig geweest en heeft inzicht gekregen in hoe hij tot deze daden is gekomen. Om deze positieve ontwikkeling niet te doorkruisen en omdat de kans op herhaling door de reclassering als laag wordt ingeschat, zal de rechtbank geen langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf dan de duur van het voorarrest opleggen. Om de ernst van de feiten te benadrukken (vergelding) zal de rechtbank aan verdachte een forse taakstraf in combinatie met een lange voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen.
Alles afwegend zal aan verdachte een gevangenisstraf worden opgelegd van 24 maanden waarvan 22 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. Daarnaast zal de rechtbank een taakstraf van 480 uren opleggen. Omdat verdachte al lange tijd geen contact heeft gezocht met [slachtoffer 1], ziet de rechtbank geen grond om een contactverbod met [slachtoffer 1] en een locatieverbod voor Zwolle als bijzondere voorwaarden op te leggen.
Omdat verdachte het onvoorwaardelijke deel van zijn straf al heeft uitgezeten, zal de rechtbank het reeds geschorste bevel van de voorlopige hechtenis opheffen.

7.De schade van benadeelde

7.1
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
[naam] heeft zich als wettelijk vertegenwoordiger (ouder) van de minderjarige [slachtoffer 1] namens haar als benadeelde partij in dit strafproces gevoegd. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 15.351,12, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schadevergoeding bestaat uit de reiskosten naar de psycholoog van € 351,12. Ter vergoeding van immateriële schade wordt een bedrag van € 15.000,-- gevorderd.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] geheel toewijsbaar is, te vermeerderen met de daartoe geldende wettelijke rente.
7.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft geen opmerkingen over de vordering gemaakt.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt op basis van de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting vast dat voldoende verband bestaat tussen het onder feit 1 en feit 2 bewezen verklaarde handelen van verdachte en de door de benadeelde partij gestelde schade om te kunnen aannemen dat de benadeelde partij door dit handelen rechtstreekse schade is toegebracht.
De materiële schade
De opgevoerde materiële schadeposten, die overigens niet door de verdediging zijn betwist, zijn voldoende onderbouwd en komen de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voor.
De rechtbank acht de schadeposten dan ook toewijsbaar, zodat de vordering voor wat betreft de materiële schade zal worden toegewezen tot een bedrag van € 351,12, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum van dit vonnis (16 juni 2025).
De immateriële schade
Op grond van artikel 6:106, aanhef en sub b, van het Burgerlijk Wetboek (BW) heeft de benadeelde recht op een naar billijkheid vast te stellen schadevergoeding anders dan vermogensschade als de benadeelde lichamelijk letsel heeft opgelopen, in zijn eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in zijn persoon is aangetast. Degene die zich op deze laatstgenoemde grond beroept zal de aantasting in zijn persoon met concrete gegevens moeten onderbouwen. Dat is slechts anders indien de aard en de ernst van de normschending meebrengen dat de in dit verband relevante nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde zo voor de hand liggen, dat een aantasting in de persoon kan worden aangenomen. De rechtbank acht voldoende onderbouwd dat [slachtoffer 1] immateriële schade heeft geleden, wat is gebleken uit de onderbouwing van haar vordering en uit de slachtofferverklaring die namens haar op de terechtzitting is voorgelezen. [slachtoffer 1] heeft een posttraumatische stressstoornis opgelopen en heeft gedurende een periode van ruim twee jaar therapieën gevolgd. Nog altijd heeft [slachtoffer 1] last van vermoeidheid, nachtmerries en herbelevingen. De rechtbank komt op grond van deze onderbouwing, de aard en ernst van de normschending daarbij in aanmerking genomen, tot de vaststelling dat [slachtoffer 1] op andere wijze in haar persoon is aangetast zoals bedoeld in artikel 6:106, lid 1, sub b, BW. De rechtbank acht, gelet op de beschreven schade en vorderingen toegekend in soortgelijke zaken, een immateriële schadevergoeding van € 10.000,00 billijk en stelt de schade op dat bedrag vast. Dat maakt dat de vordering voor dat deel wordt toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 november 2022 en voor het overige deel, te weten € 5.000,00, niet-ontvankelijk wordt verklaard. Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij dit deel van de vordering nader te onderbouwen, geeft een onevenredige belasting van dit strafproces. De benadeelde partij kan de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
7.5
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De vordering heeft betrekking op het onder feit 4 ten laste gelegde. Omdat verdachte van dit feit wordt vrijgesproken, zal de rechtbank de benadeelde partij op de voet van artikel 361, tweede lid, Sv niet-ontvankelijk verklaren in de vordering en bepalen dat de benadeelde partij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen. Ook bepaalt de rechtbank dat de benadeelde partij en verdachte ieder de eigen kosten dragen, die ten aanzien van deze vordering zijn gemaakt.
7.6
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij [slachtoffer 1] heeft verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen. De raadsvrouw heeft zich hier niet tegen verzet.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door de feiten zijn toegebracht.
Als door verdachte niet volledig wordt betaald, kan deze verplichting worden aangevuld met 86 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, en 57 Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder feit 3 primair en feit 4 primair en subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;

bewezenverklaring

- verklaart bewezen dat verdachte het onder feit 1, feit 2 en feit 3 subsidiair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1
het misdrijf:
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd;
feit 2
het misdrijf:
door misleiding een persoon waarvan hij weet dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen en zodanige handelingen van hem te dulden, meermalen gepleegd;
feit 3
het misdrijf:
poging tot door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst een persoon van wie hij weet dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt, een ontmoeting voorstellen met het oogmerk ontuchtige handelingen met die persoon te plegen, terwijl hij enige handeling onderneemt gericht op het verwezenlijken van die ontmoeting;
Bij de feiten 1 en 2 is sprake van eendaadse samenloop als bedoeld in artikel 55 Sr.
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maandenmet aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
22 (tweeëntwintig) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
  • veroordeelt de verdachte tot een
  • beveelt, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
de vordering van de benadeelde partij[slachtoffer 1]
-
wijstde vordering van
de benadeelde partij [slachtoffer 1](feit 1 en feit 2)
toetot een bedrag van
€ 10.351,12;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan de
  • veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
  • legt de
  • bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige
niet-ontvankelijkis in de vordering, te weten een deel van € 5.000,00, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
de vordering van de benadeelde partij[slachtoffer 2]
- bepaalt dat de benadeelde partij
niet-ontvankelijkis in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
opheffing bevel voorlopige hechtenis
-
hefthet geschorste bevel tot voorlopige hechtenis
opmet ingang van heden.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Scheeper, voorzitter, mr. B.T.C. Jordaans en mr. J. de Ruiter, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.G. Drent, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 16 juni 2025.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland Team Zeden (ON), genaamd Trax, met nummer ONRBC22096. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Het proces-verbaal van bevindingen van 25 juli 2023 (pagina’s 165 en 175).
3.Het proces-verbaal van bevindingen van 1 augustus 2023 (pagina’s 176 en 177).
4.Het proces-verbaal van aanhouding verdachte (pagina’s 184 tot en met 186).
5.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte van 25 juli 2023 (pagina 227).