ECLI:NL:RBOVE:2025:3921
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in geweldszaak te Enschede
Op 16 juni 2025 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van openlijk geweld tegen twee personen, [slachtoffer 2] en Q.S. Voorthuizen, op 24 juni 2023 in Enschede. De officier van justitie had primair en subsidiair bewijs gepresenteerd dat de verdachte betrokken was bij de geweldshandelingen. De verdediging pleitte echter voor integrale vrijspraak, stellende dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte te veroordelen. De rechtbank concludeerde dat, hoewel er aanwijzingen waren dat de verdachte betrokken was bij de geweldshandelingen, het bewijs niet voldoende specifiek was om met zekerheid vast te stellen dat hij de dader was. De getuigenverklaringen waren te algemeen en de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende aanknopingspunten waren om de verdachte te veroordelen. Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van alle ten laste gelegde feiten. Daarnaast werden de vorderingen van de benadeelde partijen, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], behandeld. De rechtbank verklaarde [slachtoffer 1] niet-ontvankelijk in zijn vordering, omdat de schade niet aan de verdachte was ten laste gelegd. De vordering van [slachtoffer 2] werd eveneens niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte van het feit was vrijgesproken. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de rechten van de verdachte.